Samenvatting 4.2C Behandeling
Literatuur:
Week 1:
NJI. (2017). Soorten effectonderzoek.
Marc Delsing & Tom van Yperen. (2017). Wat werkt voor wie? De kracht van N=1 onderzoek (Hfd. 15). In zicht op
effectiviteit: Handboek resultaatgerichte ontwikkeling interventies in de jeugdsector (pp. 331–356).
Thijs Tuenter, Bram van den Berg en Inge Bastiaanssen. (2021). Effecten van preventie in het jeugdveld.
Catherine M Lee and John Hunsley. (2015). Evidence-Based Practice: Separating Science from Pseudoscience. The
Canadian Journal of Psychiatry, 60(12), 534–540.
Huber, Anna, McMahon, Catherine A., Sweller, Naomi,. (2015). Efficacy of the 20 week Circle of Security
intervention: Changes in caregiver reflective functioning, representations and child attachment in an Australian
clinical sample. Infant Mental Health Journal, 36(6), 556–574. https://doi.org/10.1002/imhj.21540
NJI: Beter bij de les;
Juffer, Femmie, Bakermans-Kranenburg, Marian J, van IJzendoorn, Marinus H. (2017). Pairing attachment theory
and social learning theory in video-feedback intervention to promote positive parenting. Current Opinion in
Psychology, 15, 189–194. https://doi.org/10.1016/j.copsyc.2017.03.012
Week 2
NVO. (2021). NVO Beroepscode.
Van Houten, Ron, Axelrod, Saul, Bailey, Jon S., Favell, Judith E., Foxx, Richard M., Iwata, Brian A., Lovaas, O. Ivar.
(1988). The Right to Effective Behavioral Treatment. The Behavior Analyst, 11(2), 111–114.
https://doi.org/10.1007/BF03392464
Hosseini, A., Jackson, A. C., & Bahramnezhad, F. (2022). Ethical considerations in interventional studies: A
systematic review ethics and interventional study. Acta Medica Iranica, 60(10), 609–614.
https://doi.org/10.11550
Week 3
Marjolein de Wit, Xavier Moonen, & Jolanda Douma. (2023). Effectieve interventies LVB.
Hfd 2 is echt belangrijk voor dit blok, de andere hoofdstukken gaan in op hoe je je qua communicatie en
ondersteuning moet aanpassen aan de cliënt; deze aanpassingen hoef je uiteraard niet allemaal uit je hoofd te
kennen maar kies daar een 3- of 4-tal uit die je ook kunt onderbouwen waarom dat deze belangrijk zijn.
Shree: Intellectual Disability: Definition, classification, causes and characteristics
VWS. (2019). Factsheet onvrijwillige zorg in de Wet zorg en dwang.
Schuurman, M. (2017). De toepassing van LACCS in de zorg en ondersteuning aan mensen met ernstig
meervoudige beperkingen.
pag. 1 t/m 29
Tournier, Tess, Hendriks, Alexander H.C., Jahoda, Andrew, Hastings, Richard P., Embregts, Petri J. C. M. (2020).
Developing a Logic Model for the Triple‐C Intervention: A Practice ‐Derived Intervention to Support People with
Intellectual Disability and Challenging Behavior. Journal of Policy and Practice in Intellectual Disabilities, 17(4),
297–307. https://doi.org/10.1111/jppi.12333
Week 4
Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk, Nederlands Instituut van Psychologen, Nederlandse
vereniging van pedagogen en onderwijskundigen, Nederlands Jeugdinstituut. (2020). Richtlijn ernstige
gedragsproblemen V4. https://doi.org/10.1007/s10567-008-0034-z.
Hoofdstuk 2: interventies
Foolen, N., Ince, D., Baat, M. de, & Daamen, W. (2013). Wat werkt bij gedragsproblemen en gedragsstoornissen?
Friedberg en Thordarson. ( (2017). Cognitive Behavioral Therapy. In Handbook of Childhood Psychopathology and
Developmental Disabilities Treatment, Autism and Child Psychopathology Series, (pp. 43–61).
https://doi.org/10.1007/978-3-319-71210-9_4
Deze referentie is ook relevant voor literatuur Week 5 (internaliserend)
Leaf, Justin B., Cihon, Joseph H., Ferguson, Julia L., Weinkauf, Sara M. (2017). An Introduction to Applied Behavior
Analysis. In Handbook of Childhood Psychopathology and Developmental Disabilities Treatment, Autism and Child
Psychopathology Series, (pp. 25–42). https://doi.org/10.1007/978-3-319-71210-9_3
1
, Peters-Scheffer. (2011). A meta-analytic study on the effectiveness of comprehensive ABA-based early
intervention programs for children with Autism Spectrum Disorders. Research in Autism Spectrum Disorders, 5,
60–69.
Week 5
Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk, Nederlands Instituut van Psychologen, Nederlandse
vereniging van pedagogen en onderwijskundigen, Nederlands Jeugdinstituut. (2020). Richtlijn ernstige
gedragsproblemen V4. https://doi.org/10.1007/s10567-008-0034-z.
Hoofdstuk 2: interventies
Foolen, N., Ince, D., Baat, M. de, & Daamen, W. (2013). Wat werkt bij gedragsproblemen en gedragsstoornissen?
Friedberg en Thordarson. ( (2017). Cognitive Behavioral Therapy. In Handbook of Childhood Psychopathology and
Developmental Disabilities Treatment, Autism and Child Psychopathology Series, (pp. 43–61).
https://doi.org/10.1007/978-3-319-71210-9_4
Deze referentie is ook relevant voor literatuur Week 5 (internaliserend)
Leaf, Justin B., Cihon, Joseph H., Ferguson, Julia L., Weinkauf, Sara M. (2017). An Introduction to Applied Behavior
Analysis. In Handbook of Childhood Psychopathology and Developmental Disabilities Treatment, Autism and Child
Psychopathology Series, (pp. 25–42). https://doi.org/10.1007/978-3-319-71210-9_3
Peters-Scheffer. (2011). A meta-analytic study on the effectiveness of comprehensive ABA-based early
intervention programs for children with Autism Spectrum Disorders. Research in Autism Spectrum Disorders, 5,
60–69.
2
,Literatuur Week 1 Interventie, preventie, ondersteunen en effectiviteit
NJI. (2017). Soorten effectonderzoek.
Marc Delsing & Tom van Yperen. (2017). Wat werkt voor wie? De kracht van N=1 onderzoek (Hfd. 15). In zicht op effectiviteit: Handboek resultaatgerichte ontwikkeling
interventies in de jeugdsector (pp. 331–356).
Thijs Tuenter, Bram van den Berg en Inge Bastiaanssen. (2021). Effecten van preventie in het jeugdveld.
Catherine M Lee and John Hunsley. (2015). Evidence-Based Practice: Separating Science from Pseudoscience. The Canadian Journal of Psychiatry, 60(12), 534–540.
Juffer, Femmie, Bakermans-Kranenburg, Marian J, van IJzendoorn, Marinus H. (2017). Pairing attachment theory and social learning theory in video-feedback intervention
to promote positive parenting. Current Opinion in Psychology, 15, 189–194. https://doi.org/10.1016/j.copsyc.2017.03.012
Huber, Anna, McMahon, Catherine A., Sweller, Naomi,. (2015). Efficacy of the 20 week Circle of Security intervention: Changes in caregiver reflective functioning,
representations and child attachment in an Australian clinical sample. Infant Mental Health Journal, 36(6), 556–574. https://doi.org/10.1002/imhj.21540
NJI: Beter bij de les;
Wat is effectonderzoek: welke vormen bestaan er (designs) en wat betekenen de verschillende niveaus van effectiviteit
(bijv. Van Yperen, NJI)?
Verschillende Niet-experimenteel kwaliteitsonderzoek
soorten - Centrale vraag: wat is de kwaliteit van een interventie, zonder de vergelijking te maken
effectonderzoek met een andere cliënt of groep. Bijv. hoe tevreden zijn de cliënten, in welke mate zijn de
(NJI, 2017) doelen van de interventie bereikt, welk percentage van deelnemers haakt af?
Niet-experimenteel veranderingsonderzoek
- Kenmerken van cliënten worden voor en na de interventie gemeten. Zoals bijv. een
gedragsvragenlijst voor ouders.
- Verschil tussen voor- en nameting geeft dan eerste indicatie van de effectiviteit van de
interventie.
- Variatie hierop: normgerelateerd veranderingsonderzoek / benchmarkstudie; hierbij
worden de uitkomsten vergeleken met een externe norm. Bijv.: resultaten van het nieuwe
trainingsprogramma worden vergeleken met de uitkomsten van experimenteel
effectonderzoek bij soortgelijke trainingsprogramma’s die als ‘bewezen effectief’ bekend
zijn.
- Laatste jaren ontstaan varianten om te zoeken naar verbanden tussen uitkomsten in een
groep zoals de duur, activiteiten en demografische kenmerken en het effect van de
behandeling.
Casestudies (N=1 onderzoek)
- Toestand van één onderzoeksobject wordt op verschillende momenten beschreven; voor,
tijdens en wanneer veranderingen optreden.
- Variant hierop; herhaalde casestudie; hierbij toetst de onderzoeker de resultaten uit een
eerdere studie door het onderzoek te herhalen bij nieuwe gevallen. Bij steeds dezelfde
uitkomsten is het aannemelijker dat de geboden interventie hier een rol bij speelt -> dan
krachtig bewijs voor de interventie.
(Quasi-)experimenteel onderzoek
- Hoofdkenmerk experimenteel onderzoek: De interventie waar het onderzoek over gaat (de
experimentele conditie) wordt vergeleken met een andere interventie of met een groep
zonder interventie (de controleconditie).
- Randomized Controlled Trial (RCT): het willekeurig verdelen van proefpersonen over de
experimentele en controlegroep = het meest ideaal.
- Quasi-experimenteel onderzoek: Groepen uit verschillende instellingen worden met
elkaar vergelijken, waarbij de ene groep interventie X krijgt en de andere groep
3
, interventie Y.
- Matched Design: Via statistische procedures aan elke experimentele casus een zo goed
mogelijk gelijkende controle-casus koppelen.
- Quasi- experimenteel = toewijzing van participanten is hierbij niet willekeurig. Mensen
met een ernstigere problematiek worden dan bijv. eerder toegewezen aan een
experimentele groep.
Metastudies
- Vergelijkt verschillende effectonderzoeken met elkaar. Zet alle resultaten op een rij en
vergelijkt met speciale procedures en technieken de uitkomsten. Factoren die de
eventuele verschillen kunnen verklaren worden hierbij onderzocht.
- Hiermee meer inzicht in of een interventie wel of niet in het algemeen effectief is.
Goed effectonderzoek heeft 3 kenmerken:
1. Hoge interne validiteit; onderzoek is zo zuiver mogelijk zonder storende invloeden.
Vaak voldoen RCT’s hieraan.
2. Hoge externe validiteit of representativiteit: onderzoekssituatie is een betrouwbare
afspiegeling van toepassing van interventie in de praktijk; vaak bij casestudies en niet-
experimenteel onderzoek.
3. Een follow-up: De effecten moeten ook aanhouden tot na de interventie.
- Effectstudies voldoen bijna niet aan alle criteria, daarom is spreiding van verschillende
studies van belang.
Wanneer is een interventie evidence-based en/of effectief en waar kijk je dan naar?
Wat is het verschil tussen theoretisch onderbouwd of empirisch onderbouwd?
Databank effectieve Om in de databank te worden opgenomen moet de interventie erkend zijn door de
jeugdinterventies Erkenningscommissie Interventies.
(NJI, 2017) Gegeven erkenning moet minimaal ‘goed onderbouwd’ zijn.
Vervolgens zijn de kwalificaties 'effectief volgens eerste aanwijzingen', 'effectief volgens goede
aanwijzingen' en 'effectief volgens sterke aanwijzingen'.
Cliënttevredenheidsstudies, doelrealisatie-onderzoek en veranderingsonderzoek zonder
benchmarks helpen de eerste indicaties voor effectiviteit te vinden, maar zijn niet voldoende
voor deze kwalificaties. -> Voorwaarde is dat er sprake is van normgerelateerd
veranderingsonderzoek, veranderingstheoretisch onderzoek, N=1-onderzoek of (quasi-)
experimenteel onderzoek
Evidence- Based EBP = Evidence Based Practice
Bron: M.Lee EST = Empirically Supported Treatment
EST: stelt methodologische criteria op om studies te evalueren en behandelingen te selecteren op
basis van of ze aan deze criteria voldoen en deze te promoten.
- Classificatie als EST vereist goed onderzoek van hoge kwaliteit (bijv. meervoudige RCT’s of
N=1 studies.
EBP: Selecteert informatie uit breed scala aan bronnen om clinici te begeleiden bij het selecteren van
de beste beschikbare behandelopties.
- De integratie van het best beschikbare onderzoek en klinische expertise binnen de
context van cliëntkenmerken, cultuur, waarden en behandelvoorkeuren. Het moet
onderbouwd zijn met onderzoek, maar daarnaast vastgesteld zijn door klinische
informatie, patiëntkeuzes.
- Training in EBP omvat aandacht voor de inhoud van evidence-based basis en voor het
proces van evidence-based besluitvorming.
- Bronnen die in EBP worden overwogen zijn vaak; systematische gegevens, klinische
4