Hoofdstuk 1: Ons eiland in de ruimte
Par 1: planeet aarde
Zonnestelsel in de melkweg: 8 planeten:
- 4 binnenplaneten: Mercurius, Mars, Venus, Aarde (gesteente)
- 4 buitenplaneten: Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus (gas)
Geologische tijdschaal:
- Relatief: volgorde tijdperk d.m.v. fossielen
- Absoluut: 4,6 miljard jaar oud d.m.v. radioactief verval van gesteente
Aarde:
- Kern: Nikkel, ijzer - binnen: vast door de hoge druk/buiten: vloeibaar, lagere druk
- Mantel: ijzer, Magnesium - binnen: vast / buiten: taai-vloeibaar
- Korst: ijzer, Zuurstof, Natrium, Calcium, Aluminium
Zuurstofrijke deel korst + zuurstofarm buitenmantel= Lithosfeer >
onderverdeeld in Oceanische & Continentale korst (platen)
Continentale: Graniet (2,8), dikker, maar lichter & ligt hoger
Oceanisch: basalt (3,0)
Onder Litho = Asthenosfeer: minder hard, vloeibare laag > platen van
lithosfeer drijven hierop
Par 2: drijvende continenten
Catastrofetheorie: Geologen gingen ervan uit dat de ingrijpende veranderen aan het
aardoppervlak plotseling + op rampzalige wijze tot stand kwam
Actualiteitsbeginsel: ¨het heden is de sleutel tot het verleden¨¨
Theorie van de continental drift: alle continenten waren ooit één supercontinent: Pangea
- Oceaanbodem: ravijnen, greppels, spleten, bergketens, toppen
- Oceanische plaat groeit vanuit het midden + oceaan wordt breder
- Ijzer richt naar Noord-Zuidpool > stollend lava wordt vastgesteld (kompas)
- Aardmagnetisme: niet altijd in dezelfde richting gehad
Oceaan beweegt + duwt continenten uit elkaar (Oceanische korst beweegt
horizontaal
Par 3: beweging van platen
Lithosfeer: 7 grote platen + meerdere kleine platen
- Asthenosfeer beweegt door inwendige warmte (convectiestromen) van de aarde
Aarde: ontstaan uit wolk van kosmische stofjes > bol werd heet: korst koelt af
> binnen = heet
Convectiestroom: magma koelt af, zakt naar beneden, hete magma omhoog >
platen bewegen
- Platentektoniek: processen waarbij platen ontstaan/bewegen/verdwijnen
Divergentie: van elkaar af > Oceanische platen
- Ontstaan Mid-Oceanische rug (onderzeese bergketens) + rustig vulkanisme
- Continentale platen scheuren > vulkaan
Transform: langs elkaar > Lithosfeer niet opgebouwd/afgebroken
Door op/afschuiving: Horsten (hoge) – slenken (lage) +
breukgebergten
Convergentie (naar elkaar toe)
- Oceanisch – Continentaal: subductie: Oc onder Con: trog, berg, vulkanisme
- Oceanisch – Oceanisch: oudste onder > diepzeetrog met vulkanisme eilandboog
- Continentaal – Continentaal: zelfde massa > kreukelzone + gebergten (plooiings)
Continentale plaat ouder worden dan Oceanische > duiken niet weg
, Par 4: De aarde brandt & beeft
- Eruptie = vulkaanuitbarsting > magma komt naar buiten
- Magmahaard (herkomstgebied) > hoe groter, hoe langer de uitbarsting
- Lava: magma aan aardoppervlak > koelt af tot vulkanisch gesteente
Vulkanen komen het meest voor bij de randen van de platen
- Hotspot: top gesmolten mantelpluim > boven ontstaan vulkaan meedrijft met platen
Schildvulkaan: licht gebogen, vloeibaar magma, breed, flauwe helling, effusief
Stratovulkaan: meest dodelijk, taai/vloeibaar lava + as, explosief,
basalt/graniet = magma
Caldeira: groot, komvorming, dak magmakamer stort in > ontstaat kratermeer
- Aardbeving: beweging lithosfeer zorgt voor spanning tussen platen: hypo >
epicentrum
- Tsunami: hoge golven door een aardbeving in de Oceanische korst: schokgolf bij kust
> samengedrukt: snel opkomende vloed met gewelddadige kracht ontstaan
Hoofdstuk 2: Afbraak en opbouw van het landschap
Par 1: Systeem aarde
Aarde is opgebouwd uit 4 sferen: een wisselwerking tussen de 4 sferen, beïnvloeden elkaar
- Atmosfeer: lucht
- Hydrosfeer: water
- Biosfeer: leven
- Lithosfeer: gesteente (vast)
2 belangrijke kringlopen:
- Gesteentekringloop: gesteende door Geologische processen telkens gevormd &
afgebroken
- Hydrologische kringloop: oneindige cyclus: neerslag, verdamping, condensatie,
transport + water >>> verplaatsing + verweringsmateriaal
Oceaan: verdampt > komt in de atmosfeer > door wind hoger in de dampkring
> condensatie door afkoeling > in oceaan/door wind op land
Evaporatie: verdamping vloeistof/gas
Evapotranspiratie: evaporatie + transpiratie van vegetatie: beweging water
naar atmosfeer
Gesteentes:
- Sediment: afzetting materiaal aangevoerd door water, wind, ijs > kalk/zandsteen
- Stollingsgesteente: afkoeling van magma
- Metamorfe: stollings/sedimentgesteenten veranderen door verhoogde
temperatuur/druk > marmer/leisteen
Par 2: Exogene processen aan aardoppervlak
Verwering: uiteenvallen gesteente onder invloed van weer + planten
- Mechanische: gesteente valt uiteen, zonder scheikundige samenstelling veranderd
- Chemische: gesteente valt uiteen, met een verandering in de scheikundige
samenstelling
Factoren die hier invloed op hebben:
- Klimaat, Aarde van moedergesteente, Aanwezigheid van een dekkende laag, Tijd
Gevolg: verweringsmateriaal glijdt door zwaartekracht naar beneden > massabewegingen
Factoren die hier invloed op hebben: steilheid van helling, aarde materiaal, mate materiaal
verzadigd met water
- Aardverschuiving: verplaatsing van aarde door: trilling of verzadigd raken met water
- Puinhelling: losgevallen verweringsmateriaal