Opbrengstgericht werken aan lezen en schrijven in groep 4 t/m 8
Hoofdstuk 1: lezen en schrijven
Leesvaardigheid: technisch lezen en begrijpend lezen
Schrijfvaardigheid: spelling en strategisch schrijven
Ontluikende geletterdheid: voorschoolse periode waarin kinderen leren spreken en luisteren
Beginnende geletterdheid: groepen 1, 2 en 3. Hier ontwikkelen de leerlingen lees- en
schrijfvaardigheden
Gevorderde geletterdheid: groepen 4 t/m 8. Hier verhogen zij het lees- en schrijftempo, krijgen begrip
voor teksten, structureren hun schrijftaken
Doelen van gevorderde geletterdheid (groep 4 t/m 8)
- Technisch lezen
- Spelling en interpunctie
- Begrijpen lezen
- Strategisch schrijven
- Informatieverwerking
- Leeswoordenschat
(gekoppeld aan alle doelen behoren: lees- en schrijfmotivatie en reflectie op geschreven taal)
Het niveau eind groep 8 moet zijn 1F (fundamenteel niveau), maar we streven naar 1S (streefniveau)
Technisch en begrijpen lezen
Technisch lezen: omzetten van geschreven letters in gesproken klanken
Begrijpend lezen: snappen wat je lees en de betekenis kunnen achterhalen
Voorbeelden om te werken aan deze twee
Onderbouw (gr. 1 t/m 3): prentenboeken voorlezen, letters aanleren, klankzuivere woorden
Middenbouw (gr. 4 en 5): teksten lezen, moeilijke woorden oefenen, betekenis achterhalen
Bovenbouw (gr. 6 t/m 8): aandacht voor lezen, tempo verhogen, verschillende teksten lezen
Spelling en strategisch schrijven
Spelling: klanken omzetten in letters
Strategisch schrijven: gebruiken van schrijfstrategieën
Voorbeelden om te werken deze twee
Onderbouw (gr. 1 t/m 3): tekeningen maken, een ‘brief’ schrijven, afwijkende spellingsregels
Middenbouw (gr. 4 en 5): spellingsregels aanleren, interpunctie, teksten schrijven
Bovenbouw (gr. 6 t/m 8): alle spellingsregels kennen en toepassen, ww-spelling en reflecteren
Hoofdstuk 2: Signaleren van onderwijsbehoeften
Methodegebonden toetsen: toetsen die afkomstig zijn uit een methode die gebruikt wordt
Methodeonafhankelijke toetsen: toetsen die afkomstig zijn uit eigen LVS, bv. Cito
Avi en DMT: keuze van de school om het wel of niet af te nemen. Vaak wel bij allochtonen leerlingen
of leerlingen met achterstand
Niveaus van methodeonafhankelijke toetsen:
- A tot E
- I tot V (nieuwe score)
1
, - Vaardigheidsscore: door een vaardigheidsscore van een laag scorend kind te bekijken kun je
zien of binnen dit niveau wel sprake is van een vooruitgang of toch een stilstand of
achteruitgang.
Opbrengstgericht werken: je werkt als leerkracht op basis van verzamelde leeropbrengsten
planmatig en resultaatgericht aan het verhogen van opbrengsten.
Handelingsgericht werken: je stemt als leerkracht het onderwijs doelgericht af op de
onderwijsbehoeften van de leerlingen. Je gaat bewust om met verschillen tussen leerlingen. Passend
voor iedere leerling.
Opbrengstgericht werken
Diepteanalyse: hoe staat een school er als het geheel voor en wat zijn sterke en zwakke punten. Het
geeft inzicht in prestaties van de leerlingen, maar ook over de kwaliteit van het onderwijs. Deze
analyse wordt uitgevoerd door IB en directie. Conclusies worden met het team besproken.
Stap 1: dwarsdoorsnede maken. Hierin kun je zien hoe de kinderen per leerjaar score op niveau (A tot
E). Dit kan op meerdere vakgebieden, namelijk rekenen, spelling en begrijpend lezen. Je kunt deze
scores vergelijken.
Stap 2: trendanalyse maken voor de groep. Hierin wordt er binnen een groep gekeken naar de
gemiddelde prestaties. Je kunt precies zien hoe de voortgang van jou groep is en hoe deze score is
ten opzichte van andere groepen op dat punt. Je kunt zien of je daalt, stijgt of gelijk blijft.
Stap 3: trendanalyse per leerling maken. Hoe ontwikkelt deze leerling zich.
Stap 4: groepsanalyse maken. Je bekijkt hoe de groepsresultaten zijn op meerdere domeinen. Je kunt
vooruitgang van je groep goed in kaart brengen. Je kunt het vergelijken met het landelijke
gemiddelde.
Stap 5: eindconclusie maken. Met het team bespreek je welke prioriteiten je gaat stellen, welke
aandacht gaat uit naar zorgsignalen. OGW kan niet direct. Je moet het stap voor stap aanpakken.
Handelingsgericht werken
Clusteren van niveaugroepen:
- Instructieafhankelijke leerlingen: zwakke leerlingen met een score van D, E of IV of V
- Instructiegevoelige leerlingen: gemiddelde leerlingen met een score van C of III
- Instructieonafhankelijke leerlingen: sterkte leerlingen met een score van A, B of I, II
Je kijkt bij het indelen naar: scores van methode gebonden toetsen, scores van Cito toetsen, kennis
uit eerdere leerjaren, observaties etc.
Cyclus HGW:
Waarnemen
1. Evalueren van groepsplannen, verzamelen van gegevens
2. Signaleren van onderwijsbehoeften
Begrijpen
3. Benoemen van specifieke onderwijsbehoeften
Plannen
4. Clusteren van leerlingen op onderwijsbehoeften
5. Opstellen van groepsplan (plan van aanpak)
Realiseren
6. Uitvoeren van groepsplan (plan van aanpak)
2