Week 1 & 2
LEEREENHEID 1 + 2.1 + genoemde nummers uit het boek
Leereenheid 1 - Verbintenissen uit de wet: inleiding en samenloop
Introductie
Dit vak gaat over buitencontractuele aansprakelijkheid. Iemand kan immers ook aansprakelijk zijn
wegens niet-nakoming van een verbintenis uit overeenkomst (6:74) en dan spreken we van
aansprakelijkheid uit contract. Binnen het aansprakelijkheidsrecht staat artikel 6:162 BW centraal.
Maar ook zaakwaarneming (6:198), onverschuldigde betaling (6:203) en ongerechtvaardigde
verrijking (6:212).
Dit vak is gericht op verbintenissen uit de wet. Hier is sprake van indien de wet aan bepaald handelen
of aan een bepaald feitencomplex een verbintenis verbindt, ongeacht of partijen dit met hun
handelen hebben beoogd. Dit is dus anders dan de verbintenis scheppende overeenkomst, waarbij
partijen zich moedwillig verbinden door een rechtshandeling.
Artikel 162
1.
Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is
verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.
2.
Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in
strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk
verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.
3.
Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld
of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn
rekening komt.
Verbintenis
een vermogensrechtelijke verhouding tussen twee of meer personen krachtens welke de een tot een
prestatie verplicht is (schuldenaar), terwijl de ander (schuldeiser) tot die prestatie is gerechtigd.
Aan het bestaan van een verbintenis tot schadevergoeding zijn verschillende eisen gebonden:
- een verbintenis is afdwingbaar (art. 3:296)
- een schuldeiser kan zijn vordering op alle goederen van de schuldenaar verhalen (art. 3:276)
Diverse bronnen van verbintenissen:
- Uit de wet zelf: onrechtmatige daad, zaakwaarneming, ongerechtvaardigde verrijking,
onverschuldigde betaling, wanprestatie (schadevergoedingsverbintenis), ontbinden wegens
contractschending
- Bronnen waarnaar de wet verwijs: wilsverklaringen, gewoonte (6:248), open normen, redelijkheid
en billijkheid (6:2) rechterlijke uitspraken .
- Het stelsel van de wet: (Quint-te Poel-arrest: wat de wet bedoelt, niet wat er letterlijk staat)
,Een handeling die een onrechtmatige of rechtmatige daad teweegbrengt, is niet alleen het gevolg van
een feitelijke handeling (bv. vernieling), maar ook van een rechtshandeling.
Aansprakelijkheid kan worden onderscheiden in:
Contractuele aansprakelijkheid
Een verbintenis tot schadevergoeding die voortvloeit uit een rechtshandeling of overeenkomst: dit
levert wanprestatie (schadevergoedingsverbintenis) op (6:74)
Buitencontractuele, wettelijke of delictuele aansprakelijkheid:
Aansprakelijkheid die voortvloeit uit de wet, dit levert een onrechtmatige daad op (6:162) en
kwalitatieve aansprakelijkheden (6:169 e.v.)
De verplichting tot het betalen van schadevergoeding op grond van de onrechtmatige daad is na de
overeenkomst de bron van verbintenissen. Men kan op grond van de onrechtmatige daad op twee
manieren aansprakelijk zijn:
1. persoonlijke aansprakelijkheid (6.3.1 BW): degene die schade heeft veroorzaakt (dader) is in eigen
persoon aansprakelijk
2. kwalitatieve aansprakelijkheid (6.3.2 BW): men is in een bepaalde kwaliteit/hoedanigheid
aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door:
- een persoon met wie hij/zij een bijzondere verhouding heeft (ouder-kind 6:169,
werknemer-werkgever 6:170)
- een zaak of dier ten opzichte waarvan men in een bepaalde verhouding staat (bezitter-
roerende zaak 6:173 of bezitter-dier 6:179)
TEKSTBOEK NUMMER 2: verbintenis, rechtsplicht, vermogensrecht, nakoming
Een verbintenis is een rechtsplicht waarmee een subjectief vermogensrecht correspondeert. Op wie
door toerekenbaar onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, rust een verbintenis tot
schadevergoeding (6:162): passieve zijde.
Degene die door de onrechtmatige daad is benadeeld heeft een met de verplichting tot
schadevergoeding corresponderende, aanspraak: actieve zijde (recht op schadevergoeding)
Het subjectieve recht is een goed (3:1) en een vermogensrecht (3:6).
Het begrip rechtsplicht is breder dan het begrip verbintenis. Men kan zeggen dat een ander verplicht
is om zich te onthouden van het toebrengen van schade door onrechtmatig handelen. Men noem dit
kale rechtsplichten, omdat er zolang er geen schade is, geen vermogensrecht tegenover staat.
,Van rechtsplichten, dus niet alleen verbintenissen uit de wet of overeenkomst, kan nakoming worden
gevorderd. Bij een dreigende onrechtmatige daad kan iemand een verbod of bevel vorderen om
schade te voorkomen. Dit laatste gaat om nakoming van een kale rechtsplicht. (3:296 en 6:27).
Soms rust er op iemand een verplichting waarvan geen nakoming kan worden gevorderd, maar
waarbij niet-naleving andere gevolgen heeft. Houdt iemand zich niet aan de plicht tot
schadebeperking, dan kan de aansprakelijke nakoming daarvan niet rechtstreeks afdwingen, maar
kan de aanspraak op schadevergoeding worden verminderd.
TEKSTBOEK NUMMER 3: plaats van ‘verbintenissen uit de wet’ in de wet
• De verbintenissen uit de wet zijn geregeld in art. 6:74 en 6:162. Ook de algemene bepaling
van art. 6:1 t/m 6:161 zijn van belang.
• De regels over schadevergoeding zijn neergelegd in art. 6:95. Zie afdeling 6.3 voor de
aansprakelijkheid.
• In afdeling 6.4 zijn andere verbintenissen uit de wet geregeld (ongerechtvaardigde verrijking,
onverschuldigde betaling en zaakwaarneming).
• Verbintenissen kunnen hun bron tot schadevergoeding ook vinden in andere wetten dan het
BW, zoals de Wegenverkeerswet.
TEKSTBOEK NUMMER 4: samenloop wanprestatie en onrechtmatige daad
Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen verbintenissen uit de wet en uit overeenkomst.
Overeenkomsten kunnen op verschillende wijzen een bron van verbintenissen vormen:
1. de overeenkomst roept zelf een verbintenis in het leven: primaire verplichtingen.
2. niet-nakoming van een dergelijke verplichting verplicht volgens art. 6:74 tot schadevergoeding.
Hoewel de laatste verplichting zich wortelt in de overeenkomst, is het toch een verbintenis
uit de wet.
Schiet iemand tekort in de nakoming uit overeenkomst, dan zou men dat op zichzelf kunnen
aanmerken als een onrechtmatige daad, bijvoorbeeld omdat men het maatschappelijk
onbetamelijk vindt om afspraken niet na te komen.
((A sluit een inboedelverzekering af bij verzekeraar B, hetgeen B verplicht om schade als gevolg van
inbraak aan A uit te keren. Dit is de primaire verbintenis, die haar bron rechtstreeks in de
overeenkomst vindt. Als B na een inbraak bij A wegens geldgebrek weigert uit te keren, schiet B
tekort in de nakoming van die primaire verbintenis. B is dan op grond van de wet (art. 6:74 e.v.)
aansprakelijk voor de schade die A als gevolg daarvan lijdt, omdat hij niet of te laat zijn geld
ontvangt.))
Als iemand tekort schiet in de nakoming van een verbintenis uit overeenkomst, dan zou met dat op
zichzelf ook kunnen aanmerken als onrechtmatige daad, bijvoorbeeld omdat het in strijd is met de
maatschappelijke betamelijkheid om afspraken niet na te komen. Daarnaast heeft de wetgever
evenwel voorzien in een afzonderlijke regeling van de gevolgen van niet-nakoming in art. 6:74 e.v.
Dat betekent dat bij een zelfde feit verschillende wettelijke regels kunnen samenlopen
- De huurder die een huurauto opzettelijk vernielt, schiet niet alleen tekort in de nakoming van
een verbintenis uit overeenkomst – namelijk de auto in oorspronkelijke staat terug te brengen
– maar handelt tevens onrechtmatig door andermans zaak opzettelijk te beschadigen.
, Zijn meerdere regels tegelijkertijd toepasbaar op eenzelfde gebeurtenis, dan spreekt men van
samenloop. Uitgangspunt: samenloop van meer op zichzelf toepasselijke rechtsgronden zijn
cumulatief van toepassing en, indien de rechtsgronden tot verschillende rechtsgevolgen leiden die
niet tegelijkertijd kunnen intreden, mag de eiser naar eigen inzicht een keuze maken.
Dit uitgangspunt lijdt slechts uitzondering indien de wet dat voorschrijft of onvermijdelijk
meebrengt.
Nu de wet een afzonderlijke regeling kent voor de niet-nakoming van verbintenissen, dient deze
regeling telkens te worden toegepast wanneer een feitencomplex kan worden aangemerkt als
tekortkoming in de nakoming van een verbintenis.
- De eigenaar van een woning die door een loodgieter werkzaamheden laat verrichten aan
een toilet, heeft een vordering tot schadevergoeding op grond van art. 6:74 als de loodgieter
een pijp ondeugdelijk monteert waardoor lekkage ontstaat. Exclusiviteit van de wettelijke
regeling inzake tekortschieten laat een vordering o.g.v. 6:162 dan niet toe.
Kan een feitencomplex los van de contractuele verhouding als onrechtmatige daad worden
aangemerkt, dan kan de benadeelde zijn vordering tevens op art. 6:162 baseren.
- De eigenaar van een woning die door een loodgieter werkzaamheden laat verrichten aan
een toilet, heeft behalve een vordering uit art. 6:74 ook een vordering tot schadevergoeding
o.g.v. art. 6:162 als de loodgieter tijdens zijn werkzaamheden een schilderij steelt
De wet kent voor verschillende grondslagen eenzelfde schadevergoedingsregeling (art. 6:95), dus
op dat punt maakt het in de praktijk niet uit op welke grondslag (art. 6:74, 6:162, 6:169 e.v.) de
aansprakelijkheid wordt gebaseerd.
Tot slot,
Op grond van de onrechtmatige daad ontstaat een verbintenis tot schadevergoeding, en niet-
nakoming van die verbintenis wordt beheerst door de regeling inzake tekortschieten in de nakoming
van verbintenissen (art. 6:74). Zo is degene die nalaat een verbintenis tot schadevergoeding uit
onrechtmatige daad na te komen tevens aansprakelijk voor de schade die de schuldeiser door die
niet-nakoming lijdt.
- Wanneer A aan B letsel toebrengt en hij de daardoor op grond van art. 6:162 ontstane
verbintenis vervolgens niet terstond nakomt (art. 6:83 sub b), is A ook aansprakelijk voor de
schade die B lijdt door vertraging in de vergoeding van schade (art. 6:74 jo art. 6:119). Er is
dan immers sprake van niet-tijdige betaling van een geldsom, hetgeen verplicht tot betaling
van wettelijke rente.
Samenloop van contractuele en wettelijke aansprakelijkheid