KOM boek – samenvatting – deel 1
KOM Deel 1 – Introduction to Scientific Reasoning
Chapter 1 – Psychology Is a Way of Thinking
Psychologen zijn empiristen: baseren conclusies op systematische observaties.
Je hebt research producers en research consumers.
Evidence-based treatments: therapie die ondersteund zijn door onderzoek.
Babies kruipen naar moeder, willen dichtbij blijven: Cupboard theory (omdat de
moeder voor voedsel zorgt) of contact comfort theory (omdat de baby het fijn vindt
bij de moeder en comfort wil).
Een theorie vormt het begin van een wetenschappelijk onderzoek. Het leidt
onderzoekers tot het vragen van speciale onderzoeksvragen en een
onderzoeksontwerp Dan komt de hypothese, de onderzoekers riskeren hier
altijd dat ze achteraf ook fout kunnen zitten Het is ideaal als de hypothese vooraf
is geregistreerd Daarna komt data verzameling: de observaties, en de data-
analyse.
= theorie-datacyslus:
Theorieën worden niet bewezen, maar ondersteund in de psychologie. Onderzoekers
maken vaak replicaties van het onderzoek, als het vaker ondersteund wordt: the
weight of the evidence: hoe vaker het bewezen wordt hoe meer waarschijnlijk het
ook zo is.
Goede theorieën moeten falsifieerbaar zijn, dit betekent dat er ook een kans is dat
het niet klopt, en de theorie niet waar is. Wetenschap wordt zelfcorrigerend: het
ontdekt verkeerde theorieën en verbetert deze.
Basic research (niet specifiek) translational research applied research
(specifiek voor problemen in de echte wereld.
Onderzoekers publiceren hun werk in journals, dit is peer-reviewed.
Journalisme is het nieuws, die van journals van onderzoekers een nieuwsbericht
maken. hier kunnen vaak details verkeerd overgenomen, dus het is altijd belangrijk
dat je hier sceptisch naar kijkt.
, Saturatie = in kwalitatief onderzoek ga je door totdat nieuwe respondenten geen
nieuwe informatie meer opleveren over jouw onderzoeksvraag.
Chapter 2 – Sources of Information: Why Research Is Best and How to Find It
Drie bronnen van bewijs van mensen hun beliefs:
1. Ervaring
2. Intuïtie
3. Autoriteiten
Deze worden vergeleken met empiristisch onderzoek
Ervaring
Conclusies baseren op persoonlijke ervaringen is niet altijd betrouwbaar, omdat je
geen vergelijkingsgroep hebt. Confounds zijn de meerdere mogelijke
verklaringen voor de uitkomst, welke heeft dan het effect gegeven?
Confederate = een acteur in een onderzoek die doet alsof ie erbij hoort en mee
doet.
Onderzoek is beter en betrouwbaarder dan persoonlijke ervaringen. In onderzoek
heeft de onderzoeker ook het totaalbeeld van buitenaf, in plaats van alleen 1 beeld
van binnen. Onderzoek is probabilistisch, dit betekent dat de conclusie van het
onderzoek niet 100% voor alle gevallen zo is, er is ook altijd een kans dat het anders
kan uitpakken.
Intuïtie
Intuïtie is niet altijd betrouwbaar. Vooroordelen:
1. Good story: Je laten meeslepen door een goed verhaal. Het kan zijn dat je
intuïtie verkeerd is, en als onderzoek het tegengestelde van je intuïtie zegt,
moet je er misschien even een tweede keer over nadenken
2. Availability heuristic: de gedachte dat dingen die gemakkelijk in je
opkomen je denken sturen. Dit kan je verkeerd laten denken over hoe vaak
iets werkelijk gebeurt, het lijkt misschien heel vaak terwijl dit niet zo hoeft te
zijn.
3. Present/ present bias: we merken niet op wat er niet is/ ontbreekt, alleen
wat er wel present is.
4. De confirmation bias: de neiging om alleen te kijken naar informatie die je
eigen mening/ gedachten bevestigt.
5. Bias blind spot: je gelooft zelf dat jij niet voor deze vooroordelen valt. De
meeste mensen vinden zichzelf minder bevooroordeeld dan andere mensen.
Onderzoekers streven om zichzelf tegen te houden van steunen op intuïtie en
vooroordelen.
Autoriteiten
Ook autoriteiten zijn niet altijd blind te vertrouwen. Als een autoriteit zijn
bevindingen heeft gebaseerd op persoonlijke ervaringen of intuïties, dan is dit niet
betrouwbaar.
Empirical journal articles: resultaten, details over de methoden.
Review journal articles: vatten alle gepubliceerde studies van één gebied samen.
Gebruiken vaak meta-analysis: voegen resultaten van meerdere onderzoeken
samen en geven het een nummer dat de grootte weergeeft, de effect size.
Empirical articles:
- Abstract: beknopte samenvatting van het artikel.
- Introduction: eerste paragraven bespreken het onderwerp van het
onderzoek. Middelste paragraven gaan over de achtergrond voor dit
onderzoek, de theorie, wat andere onderzoeken hebben gevonden en waarom
dit onderzoek belangrijk is. In de laatste paragraaf staan de
onderzoeksvragen, doelen en hypothesen van dit onderzoek.