Vaste kosten/Constante kosten: kosten die niet worden beïnvloed door de vraag naar producen of
bedrijfsdrukte. (Huurkosten, verzekeringskosten, afschrijvingskosten)
Vaste kosten – korte termijn (-------)
Vaste kosten – lange termijn (trapsgewijs) afschrijving pand > nieuw pand uitbreiding>
afschrijvingskosten nemen toe.
Variabele kosten: kosten die afhangen van de bedrijfsdrukte. Hoe meer productie hoe hoger de
kosten. Grondstofkosten, verpakkingskosten, verzendkosten
Progressief variabele kosten: kosten stijgen in een lineaire lijn met de toename van de productie of
afzet (grondstofkosten)
Proportioneel variabele kosten: stijging van de kosten naar mate de productie/afzet toeneemt
(uitzendkrachten) stapsgewijs variabele kosten
Degressief variabele kosten: stijging van de kosten neemt af naarmate de productie/afzet toeneemt
(korting door groot in te kopen)
De som van de vaste kosten + variabele kosten = totale kosten
Formule: totalen kosten = vaste kosten – (aantal p * variabele kosten)
Variabele kosten berekenen: verschil Januari – februari.
Break-evenafzet: constante kosten
-------------------------------------------------- = afzet gelijk aan totale kosten.
(Verkoopprijs pp– variabele kosten pp) (dekkingsbijdrage)
Als het winstdoel word gegeven i.p.v. de variabele kosten =
Investeringen niet meenemen in de berekening
Wanneer een bedrijf niet in staat is om het break-evenpunt te bereiken
De verkoopprijs kan worden verhoogd,
Of de vaste kosten en/of de variabele kosten kunnen worden verlaagd.
Wanneer een bedrijf overweegt om een andere productiemethode toe te passen, kan met de formule
getoetst worden of dit een gunstig effect heeft op het break-evenpunt. Bijvoorbeeld: een bedrijf gaat
automatiseren. Dit leidt normaal gesproken tot hogere vaste kosten en lagere variabele kosten.
De break-evenafzet berekening moet uitwijzen of dit een positief effect heeft of niet.
Wanneer binnen een bedrijf het break-evenpunt inzichtelijk is, kan dit bijvoorbeeld als stuurmiddel
gebruikt worden, door een minimale afzet als doel vast te stellen voor verkoopmedewerkers.
Veiligheidsmarge = is de ruimte tussen de huidige afzet en de afzet op het break-oven punt.
Het is het volume dat de afzet nog kan afnemen voordat er verlies worde gemaakt.
De hoeveelheid euro’s waarmee de omzet kan afnemen tot dat het verliesgevend is.
Integrale fabricagekostprijs = C V
----- + -----
N W
C = constante of vaste kosten (afschrijvingskosten, loonkosten)
N = normale productie
V = totale variabele kosten
W = werkelijke productie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper arnold147. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.