Activity trackers in de
verpleegkundige diabeteszorg
Een kwalitatief onderzoek naar de opinie van volwassenen met diabetes type 1
AUTEURS:
OPDRACHTGEVER:
LECTORAAT VERPLEEGKUNDIGE DIAGNOSTIEK
DOCENTBEGELEIDER:
OSIRISCODE:
HVVB16AFOU3
ONDERZOEKSVOORSTEL U3 DATUM:
HBO-VERPLEEGKUNDE 4 APRIL 2017
STUDIEJAAR 2016-2017
1
MEER J VAN DER, JANNEKE
,INHOUDSOPGAVE
Inleiding......................................................................................................................................................... 3
1 Probleemstelling ................................................................................................................................... 6
1.1 Doelstelling ......................................................................................................................................... 6
1.2 Vraagstelling........................................................................................................................................ 6
1.3 Deelvragen .......................................................................................................................................... 6
1.4 Definiëring van begrippen................................................................................................................... 6
2 Onderzoeksdesign ................................................................................................................................. 9
2.1 Grondvorm en design van het onderzoek .......................................................................................... 9
2.2 Onderzoekspopulatie .......................................................................................................................... 9
2.3 Steekproeftrekking............................................................................................................................ 10
2.4 Dataverzamelingsmethode ............................................................................................................... 11
2.5 Data-analyse methode ...................................................................................................................... 12
2.6 Ethische kwesties .............................................................................................................................. 13
Literatuurlijst............................................................................................................................................... 15
Bijlagen........................................................................................................................................................ 19
Bijlage 1: Planning ................................................................................................................................... 19
Bijlage 2: Zoekstrategie ........................................................................................................................... 20
4/4/2017 Activity trackers in de verpleegkundige diabeteszorg 2
, INLEIDING
De zorg in Nederland is de laatste jaren aan veranderingen onderhevig: de benadering van de patiënt
verschuift van ziekte en zorg (ZZ) naar gezondheid en gedrag (GG) en daarmee krijgen mensen de kans
om regie over hun eigen leven en gezondheid te nemen (Koning, 2015). Het begrip zelfmanagement sluit
aan bij deze trend. Hier wordt onder verstaan dat mensen leren omgaan met hun ziekte in het dagelijks
leven, door te leren omgaan met de symptomen, de behandeling, de lichamelijke en sociale
consequenties van hun ziekte en met de benodigde leefstijlveranderingen (V&VN, 2014). Het leven met
een chronische ziekte in het bijzonder vraagt om veel aanpassing op het gebied van deze kenmerken,
bijvoorbeeld om medicijnen te gebruiken en gezond te leven (Heijmans, Lemmens, Otten, Havers, Baan
& Rijken, 2015). In 2014 telde de groep chronisch zieken binnen de Nederlandse bevolking naar schatting
8,2 miljoen mensen (‘Prevalentie chronische ziekte naar leeftijd en geslacht’, z.d.). De verwachting is dat
dit aantal in 2030 zal toenemen door de vergrijzing en het feit dat chronische ziekten eerder worden
opgespoord (‘Prevalentie van chronische ziekten’, z.d.). Hierdoor is zelfmanagement en de ondersteuning
daarvan bij deze doelgroep van groot belang.
De benadering van de patiënt is niet het enige wat er de laatste jaren in de zorg verandert, ook komen
ontwikkelingen in de technologie snel opzetten. EHealth (het gebruik van Informatie- en Communicatie
Technologieën (ICT) in de zorg) wordt door de overheid gezien als cruciaal middel voor het stimuleren van
zelfmanagement en de ondersteuning hiervan door verpleegkundigen (Alpay, Verhoef & Van Wely, 2015).
De laatste jaren komen ook steeds meer eHealth toepassingen beschikbaar voor chronisch zieken (Ursum,
Rijken, Heijmans, Cardol & Schellevis, 2011). Door de grote veranderingen op het gebied van eHealth
veranderen ook de verwachtingen ten opzichte van de taken van de verpleegkundige. De verwachting dat
verpleegkundigen de patiënt ondersteunen op het gebied van zelfmanagement, het maken van
weloverwogen beslissingen en het motiveren voor een gezonde leefstijl neemt toe (Van Houtum,
Heijmans, Rijken & Groenewegen, 2016). Hierdoor is technologie steeds belangrijker geworden bij het
verlenen van goede zorg. Dit blijkt ook uit de beschreven vaardigheid van een hbo-opgeleide
verpleegkundige in het nieuwe beroepsprofiel van V&VN (2016): “Je bent digitaal vaardig en maakt
professioneel gebruik van eHealth, zorg op afstand en sociale media en bent op de hoogte van de nieuwste
toepassingen van ICT in de zorg”. Naast deze vaardigheid worden ook het hebben van kennis over
zelfmanagement en preventie, het bevorderen van zelfmanagement en het uitvoeren van preventieve
interventies bij zorgvragers herhaaldelijk genoemd als benodigde vaardigheden (V&VN, 2016).
Een manier van eHealth die ingezet kan worden op het gebied van preventie en zelfmanagement is het
genereren van eigen gezondheidsdata door middel van sensortechnologie, wat de laatste jaren steeds
gemakkelijker is geworden (De Groot, Timmers, Kooiman & Van Ittersum, 2015). Het gebruik van sensoren
die een aspect van lichaam of gedrag meten, kortweg wearables genoemd, groeit volgens De Groot et al.
exponentieel. De meest populaire wearables zijn activity trackers: digitale versnellingsmeters die om de
pols of in de broekzak worden gedragen en automatisch, door het tellen van stappen, bijhouden hoeveel
iemand beweegt (De Groot et al., 2015). De meeste activity trackers kunnen ook het aantal stappen
omzetten naar onder andere de afgelegde afstand en het aantal verbrande calorieën (Kooiman et al.,
2015). Volgens de literatuur lijken activity trackers veelbelovend in het ondersteunen van
gedragsverandering ten aanzien van het verhogen van de lichamelijke activiteit bij oudere volwassenen
met chronische ziekten (Gualtieri, Rosenbluth & Phillips, 2016). Uit de praktijk blijkt dat patiënten met de
chronische ziekte diabetes mellitus type 2 (DM2) enthousiast zijn over het gebruik van activity trackers,
maar dat verpleegkundigen zich onvoldoende competent voelen om er mee te werken en er niet genoeg
tijd voor hebben (De Groot, Kooiman, Wolters, Kind & Van der Schans, 2015). Ook blijkt dat
4/4/2017 Activity trackers in de verpleegkundige diabeteszorg 3