Literatuur Pedagogische Vraagstukken rond Polarisatie
Inhoud
Artikel: Dekker et al. (2014)......................................................................................................................................1
Studievragen bij Dekker en Den Ridder (2014).....................................................................................................3
Artikel: Bakker, J. (2012)............................................................................................................................................4
Studievragen bij Bakker, J. (2012).........................................................................................................................5
Artikel: Merry et al. (2012)........................................................................................................................................6
Studievragen bij Merry, Driessen en Oulai (2012)................................................................................................8
Artikel: Bonjour & Duyvendak (2018).......................................................................................................................8
Studievragen bij Bonjour en Duyvendak (2018).................................................................................................10
Artikel: Kešić & Duyvendak (2019)..........................................................................................................................12
Studievragen bij Kešić en Duyvendak (2019)......................................................................................................13
Artikel: Kester, J. (2020)..........................................................................................................................................15
Studievragen bij Kester (2020)............................................................................................................................16
Artikel: Van Bergen et al. (2016).............................................................................................................................16
Studievragen bij Van Bergen, De Ruyter en Pels (2016)....................................................................................19
Artikel: Cameron et al. (2011).................................................................................................................................20
Studievragen bij Cameron, Rutland, Hossain en Petley (2011)..........................................................................21
Artikel: Miklikowska, M. (2017)..............................................................................................................................22
Studievragen bij Miklikowska (2017)..................................................................................................................24
Artikel: Keller, S. (2017)...........................................................................................................................................25
Studievragen bij Keller (2017).............................................................................................................................27
Artikel: Ploeg, P. A. (2015).......................................................................................................................................28
Studievragen bij Van der Ploeg (2015)................................................................................................................30
Artikel: Kesselring et al. (2015)...............................................................................................................................31
Studievragen bij Kesselring, de Winter en van Yperen (2015)............................................................................33
Artikel: Covell et al. (2011)......................................................................................................................................34
Studievragen bij Covell, Howe en Polegato (2011).............................................................................................35
Artikel: Gurin et al. (2004).......................................................................................................................................36
Studievragen bij Gurin, Nagda en Lopez (2004)..................................................................................................38
Artikel: Dekker et al. (2014)
Dekker, P., Den Ridder, J., Bovens, M., & Tiemeijer, W. L. (2014). Polariseert Nederland?:
1
,Ontwikkelingen in politiek-culturele tegenstellingen. Gescheiden werelden?, 103-129.
1. Wat is de vraag/het probleem?
De vraag in dit artikel is óf er sprake is van een toenemende politiek-culturele polarisatie in
Nederland.
2. Op welke manier wordt er een antwoord gezocht op de vraag?
Door middel van het maken van vier onderzoeksvragen beantwoorden de onderzoekers de vraag, de
vier onderzoeksvragen zijn:
1. Is er meer politiek-culturele verdeeldheid in de bevolking ontstaan?
2. Zijn politiek-culturele verschillen tussen bevolkingsgroepen groter geworden?
3. Is de samenhang van politieke voorkeuren met zelfvertrouwen sterker geworden?
4. Zijn we vaker gaan denken dat er grote tegenstellingen bestaan?
De onderzoeksvragen willen Dekker en Ridder beantwoorden met behulp van enquêtedata. De data
die ze gebruiken komen uit 2 langlopende onderzoeken, die samen van 1970 tot 2013 lopen.
Dit is een kwantitatieve enquête data. Ze maken gebruik van een statistische analyse (ze vatten de
bevindingen samen door middel analyse, dit geeft een overzichtelijk beeld van het geheel).
Het is een objectief onderzoek, waarbij er aan de hand van observaties conclusies worden getrokken.
3. Hoe verhoudt de vraag zich tot het thema/onderwerp van het bijbehorende hoorcollege?
In het hoorcollege was het centrale thema of er sprake is van een tweedeling in Nederland. Dit heeft
betrekking op het begrip polarisatie. De vraag die in het artikel centraal staat is óf er sprake is van
toenemende polarisatie in Nederland op politiek-cultureel gebied
De maatschappelijke tweedeling neemt volgens dit artikel niet toe. De verschillende dimensies die
werden benoemd in het hoorcollege komen ook naar voren in het artikel. Er is geen toename van
differentiatie, echter wordt er wel geïdentificeerd.
4. Wat zijn de bevindingen van de auteur(s)?
In het artikel zijn de bevindingen per deelvraag uitgewerkt.
1. Over de gehele linie is het niet het geval geweest dat de bevolking meer verdeeld is geraakt.
2. De verschillen tussen de bevolkingsgroepen zijn in de meeste gevallen niet groter geworden.
In enkele gevallen wel: de links-rechtstegenstelling nam toe tussen de seksen (vrouwen
werden linkser) en tussen lager- en hoger opgeleiden (laagopgeleiden werden rechtser), op
inkomensnivellering polariseerden jong en oud (oud meer pro) en op EU hoog- en
laagopgeleiden (hoogopgeleiden meer pro).
3. Er is geen algehele versterking van de samenhang tussen inhoudelijke tegenstellingen en
tegengestelde houdingen tot de politiek. Wel wijzen beide onderzoeken erop dat nieuwe
politieke tegenstellingen wel samenhangen en oude tegenstellingen niet samenhangen met
politiek zelfvertrouwen.
4. In Nederland denken mensen niet dat er grote tegenstellingen bestaan als het gaat om
politieke partijen, maar gemiddeld wel bij de vergelijking van sociale groepen. Echter
vanwege het geringe aantal metingen en de zwakke relaties tussen beoordelingen van
tegenstellingen is er weinig reden om te veronderstellen dat mensen steeds meer
tegenstellingen gaan zien.
>> De verschillen in opvattingen zijn dus niet verandert. Er zijn op verschillende vlakken
polariserende al dan niet depolariserende effecten te zien. Er is meer sprake van een scheidslijn dan
dat er onderscheid is. De verschillen worden meer ervaren dan dat ze er daadwerkelijk zijn > geen
brede polarisatietrend, wel reden voor zorg.
5. Welke centrale begrippen/theorieën worden er in het artikel gebruikt/besproken?
3 politieke tegenstellingen:
Pro-nivellering: streven naar gelijkheid (gewenste inkomensverdeling).
Anti-autoritarisme: sterke neiging naar democratische overtuigingen, dus autoritaire/traditionele voorkeuren.
2
,Links-rechtsplaatsing: zie je jezelf als links of rechts.
Politiek-cultureel: gaat niet alleen om inhoudelijke politieke instellingen, maar ook om de houdingen en
gevoelens ten aanzien van de politiek.
Politieke tegenstellingen gaat het vaak alleen over inhoudelijke visies op mens en maatschappij of
nastrevenswaardige beleidsdoelstellingen (vrijheid, gelijkheid, vrijzinnig, restrictief)
politiek zelfvertrouwen (political efficacy) is een combinatie van overtuigingen dat men er politiek
toe doet, men in staat is om invloed uit te oefenen en politici geneigd zijn om te luisteren.
Polarisatie is een multidimensionaal begrip:
1. Toenemende verdeeldheid in de gehele bevolking (individuen onderscheiden zich)
2. Toenemende verschillen in gemiddelde posities van bevolkingsgroepen (meer homogeniteit tussen
deze groepen)
3. Sterker wordende samenhang tussen politiek-culturele tegenstellingen (polarisaties als verbreding van
tegenstellingen)
4. Thomas-theorema ‘als mensen denken dat een situatie werkelijk is, dan heeft dat werkelijke
gevolgen’
6. Welke voor de pedagogische praktijk relevante adviezen kun je uit het artikel halen of afleiden?
(niet altijd mogelijk)
Er zijn verschillen tussen groepen benoemd, maar er worden geen concrete adviezen gegeven.
Studievragen bij Dekker en Den Ridder (2014)
1. Dekker en Den Ridder beschouwen polarisaties als “een verbreding van tegenstellingen” (p.104)
Wat bedoelen zij hiermee?
Polarisatie is een multidimensionaal begrip.
● Toenemende verdeeldheid in de hele bevolking (individuen gaan zich gemiddeld meer van
elkaar onderscheiden.
● Toenemende verschillen in gemiddelde posities van bevolkingsgroepen (en meer
homogeniteit binnen die groepen)
● Sterker wordende samenhang tussen politiek-culturele tegenstellingen (polarisaties als een
verbreding van tegenstellingen)
● Thomas-theorema: ‘als mensen denken dat een situatie werkelijk is, dan heeft dat werkelijke
gevolgen’: zijn we vaker gaan denken dat er grote tegenstellingen bestaan.
>> Polarisatie zorgt ervoor dat de verschillen groter worden. En in dit geval De sterker wordende
samenhang tussen politiek-culturele tegenstellingen.
2. Welke onderzoeksvragen willen Dekker en Den Ridder beantwoorden?
Is er meer politiek-culturele verdeeldheid in de bevolking ontstaan?
Zijn politiek-culturele verschillen tussen bevolkingsgroepen groter geworden?
Is de samenhang van politieke voorkeuren met zelfvertrouwen sterker geworden?
Zijn we vaker gaan denken dat er grote tegenstellingen bestaan?
3. Geef in eigen woorden weer wat het verschil tussen de eerste en de tweede onderzoeksvraag is.
Vraag 1 gaat over de bevolking (individuele Nederlanders) > ervaren verdeeldheid
Vraag 2 gaat het over de vergelijking tussen bevolkingsgroepen of de verschillen groter zijn
geworden > objectief (differentiatie).
4. Dekker en Den Ridder maken in hun onderzoek gebruik van enquêtedata. Wat zijn enquêtedata?
Hebben Dekker en Den Ridder zelf respondenten benaderd?
Het gebruiken van gegevens die uit eerdere enquêtes zijn gekomen. Ze gebruiken data van 2
langlopende onderzoeken. Hieruit onderzoeken ze de politiek-culturele tegenstellingen en hun
sociale verankering over een lange periode. Ze hebben zelf dus geen respondenten benaderd.
3
, 5. Wat is het verschil tussen een beschrijvend of een verklarend onderzoek? (Let op: het antwoord op
deze vraag is niet in het artikel te vinden)
Beschrijvend onderzoek: het in kaart brengen van het verschijnsel, wat is het verschil?
Verklarend onderzoek: op zoek naar de verklaring van een verschijnsel
6. Is het onderzoek van Dekker en Den Ridder een beschrijvend of een verklarend onderzoek?
Eerder beschrijvend, er wordt niet gezocht naar de oorzaak van polarisatie. Maar de vraag in het
artikel is meer óf er sprake is van polarisatie, dus het in kaart brengen van het verschijnsel.
7. Welke antwoorden vinden Dekker en Den Ridder op de gestelde onderzoeksvragen?
Vraag 1: Tussen individuele Nederlanders geen sprake van polarisatie
Vraag 2: Er is polarisatie tussen bevolkingsgroepen. Meestal zijn de verschillen niet groter geworden.
Vraag 3: Geen algehele versterking van de samenhang tussen de inhoudelijke tegenstellingen en
tegengestelde houdingen tot de politiek. Nieuwe politieke tegenstellingen hangen wel samen met
politiek zelfvertrouwen, oude politieke tegenstellingen niet.
Vraag 4: In Nederland denken mensen niet dat er grote tegenstellingen bestaan als het gaat om
politieke partijen, maar gemiddeld wel bij de vergelijking van sociale groepen.
>> De verschillen en opvattingen zijn dus niet veranderd.
8. In de conclusie wordt vermeld: “We onderzochten polarisatie uitsluitend als kenmerk van de
opgetelde opvattingen en houdingen van individuen en niet als iets wat politiek en maatschappelijk
speelt in de interactie van burgers, in de media en in relaties tussen partijen en maatschappelijke
verbanden” (p. 125) Wat wordt hiermee bedoeld en waarom is het van belang dat Dekker en Den
Ridder dit vermelden?
Ze onderzochten de subjectieve polarisatie en niet de objectieve polarisatie. Dus dat de conclusie van dit
onderzoek is dat de verschillen en opvattingen niet zijn veranderd, betekend niet perse dat dit in feite ook zo is.
Artikel: Bakker, J. (2012)
Bakker, J. (2012). Cultureel-etnische segregatie in het onderwijs: achtergronden, oorzaken en
waarom te bestrijden, Pedagogiek, 32(2), 104-164.
1. Wat is de vraag/het probleem?
De vraag in dit artikel is wat de hoofdoorzaken van schoolsegregatie zijn en of desegregatie de
oplossing is voor de optimale ontwikkeling bij kinderen in het onderwijs.
2. Op welke manier wordt er een antwoord gezocht op de vraag?
Kwalitatief literatuur onderzoek van bestaande data.
3. Hoe verhoudt de vraag zich tot het thema/onderwerp van het bijbehorende hoorcollege?
In het hoorcollege kwam de discussie over onderwijssegregatie aan bod. Dit artikel gaat over de
(on)wenselijkheid van culturele en etnische verschillen in het onderwijs (onderwijssegregatie). In het
hoorcollege worden de begrippen ‘witte vlucht’, sociale cohesie en vrije schoolkeuze kort besproken,
deze begrippen komen ook in het artikel naar voren.
4. Wat zijn de bevindingen van de auteur(s)?
Deskundigen denken dat de cultureel-etnische segregatie van het onderwijs 3 hoofdoorzaken heeft:
● Kenmerken van het onderwijssysteem (publieke- en private scholen, openbare- en
confessioneel-bijzondere scholen)
● De ruimtelijke of residentiële segregatie
4