S A M E N V A T T I N G 4 . 3 C F O R E N S I S CH E
O R T H O P E D A G O GI E K
Literatuur
Hendriks, J., Stams, G.J., Asscher, J. (2021). Deel I: H1 t/m 7, H9 t/m 12, Deel II: H14 t/m 17, Deel III: H23 t/m 25, H31, H33,
H36, H38, H41, H43 t/m 45 en H51. In Handboek Forensische Orthopedagogiek (pp. 11-547).
Harder, A.T., Knorth, E.J., Kuiper, C. (2020). H1, Interview Carolina, H2 t/m 6, interview Thomas, H12 en 13, Intermezzo
KINGS methodiek, H16 en 17. In Uithuisgeplaatste jeugdigen: Sleutels tot succes in behandeling en onderwijs (pp. 13-259).
Jongman, E., Schaafsma, K. (2016). H2, H3, H4 en H5. In Gevoel is explosief materiaal: Ambulante begeleiding van jonge
veelplegers (pp. 13-93).
Doelstellingen
Aan het eind van dit blok kan je benoemen wat:
- De meest gebruikte theoretische modellen in het forensische werkveld zijn over het ontstaan en de
instandhouding van grensoverschrijdend en strafbaar gedrag, inclusief risicofactoren voor antisociaal en
delinquent gedrag;
- Effectieve behandelmethoden voor antisociaal en delinquent gedrag zijn;
- Er wordt verstaan onder kindermishandeling, wat risicofactoren ervan zijn en wat de gevolgen van
kindermishandeling zijn voor slachtoffers;
- Effectieve vormen van (trauma)behandeling zijn;
- Er wordt bedoeld met een uithuisplaatsing, welke doelgroep te maken krijgt met een uithuisplaatsing, welke
vormen van hulp geboden worden na een uithuisplaatsing en hoe effectief deze zijn.
In het geel onderwerpen die in de toets terugkwamen in een vraag of als antwoordoptie.
INHOUDSOPGAVE
De ontwikkeling van jeugddelinquentie ....................................................................................................................... 3
Handboek Forensische Orthopedagogiek.................................................................................................................. 3
Hoofdstuk 1 – Forensische orthopedagogiek ...................................................................................................................... 3
Hoofdstuk 2 – Forensische orthopedagogiek: een juridisch kader ..................................................................................... 4
Hoofdstuk 3 – (Neuro)biologische factoren, antisociaal gedrag en delinquentie ............................................................... 6
Hoofdstuk 5 – Sekse en delinquentie .................................................................................................................................. 9
Hoofdstuk 9 – Cultuur en delinquentie ............................................................................................................................. 12
Hoofdstuk 10 – Psychische stoornissen en delinquentie .................................................................................................. 14
Hoofdstuk 12 – Drugsgebruik en delinquentie .................................................................................................................. 15
Hoofdstuk 14 – Wat is specifiek aan forensisch orthopedagogische diagnostiek? ........................................................... 17
Uithuisgeplaatste jeugdigen .................................................................................................................................. 18
Hoofdstuk 2 – Agressief gedrag bij uithuisgeplaatste jeugdigen ...................................................................................... 18
Gevoel is explosief materiaal ................................................................................................................................. 21
Hoofdstuk 2 – Op een gegeven moment barst de bom (tot halverwege p. 18) ............................................................... 21
Hoofdstuk 3 – Jong en antisociaal ..................................................................................................................................... 21
Kindermishandeling en uithuisgeplaatste jeugdigen ................................................................................................... 24
Forensische Orthopedagogiek ................................................................................................................................ 24
Hoofdstuk 7 – Etiologie van kindermishandeling en verwaarlozing ................................................................................. 24
Hoofdstuk 11 – Gevolgen van vroegkinderlijk trauma ...................................................................................................... 26
, Hoofdstuk 16 – Diagnostiek van gehechtheid ................................................................................................................... 29
Hoofdstuk 17 – Screening en risicotaxatie kindermishandeling ....................................................................................... 31
Uithuisgeplaatste jeugdigen .................................................................................................................................. 34
Hoofdstuk 1 – Uithuisplaatsing van jeugdigen: wat, voor wie, en wanneer? ................................................................... 34
Hoofdstuk 5 – Algemeen werkzame factoren en specifiek werkzame elementen in hulp en onderwijs aan
uithuisgeplaatste jongeren ................................................................................................................................................ 37
Hoofdstuk 6 – De therapeutische alliantie met jongeren en ouders na uithuisplaatsing ................................................. 40
Hoofdstuk 16 – Pleegzorg en residentiële zorg voor jeugdigen: Wat werkt voor wie? .................................................... 42
Hoofdstuk 17 – Gezinshuizen en kleinschalige groepen: wanneer werkt het?................................................................. 45
Licht verstandelijke beperking ................................................................................................................................... 46
Handboek Forensiche Orthopedagogiek ................................................................................................................. 47
Hoofdstuk 4 – Licht verstandelijke beperking en delinquentie ......................................................................................... 47
Hoofdstuk 15 – Classificatie, screening en diagnostiek van een LVB ................................................................................ 50
Hoofdstuk 25 – Preventie .................................................................................................................................................. 53
Hoofdstuk 36 – Behandelmotivatie ................................................................................................................................... 54
Hoofdstuk 38 – Behandeling bij mensen met een LVB...................................................................................................... 56
Hoofdstuk 43 – Systeeminterventies ................................................................................................................................. 57
Hoofdstuk 44 – Interventies in het sociale netwerk .......................................................................................................... 60
Hoofdstuk 45 – Interventies gericht op sociale vaardigheden .......................................................................................... 61
Hoofdstuk 51 – Effectiviteit van interventies .................................................................................................................... 63
Uithuisgeplaatste Jeugdigen .................................................................................................................................. 64
Hoofdstuk 9 – Het betrekken van ouders als een jeugdige in een gesloten residentiële instelling is geplaatst .............. 65
Hoofdstuk 12 – Up2U: Het vergroten van autonomie en intrinsieke motivatie voor verandering bij jongeren in de
residentiële jeugdhulp ....................................................................................................................................................... 67
Hoofdstuk 13 – Verminderen van normoverschrijdend gedrag bij uithuisgeplaatste jeugdigen: de meerwaarde van het
Good Lives Model .............................................................................................................................................................. 68
Gevoel is explosief materiaal ................................................................................................................................. 70
Hoofdstuk 2 – Vanaf: crimineel wordt je in de jeugdgevangenis ...................................................................................... 70
Hoofdstuk 4 – Leren om die jongens goed te ‘lezen’ ........................................................................................................ 70
Hoofdstuk 5 – Maken dat hij het aandurft om te veranderen .......................................................................................... 72
Trauma .................................................................................................................................................................... 73
Forensische orthopedagogiek ................................................................................................................................ 73
Hoofdstuk 23 – Wat is specifiek aan forensisch orthopedagogische behandeling? ......................................................... 74
Hoofdstuk 31 – JeugdzorgPlus ........................................................................................................................................... 74
Hoofdstuk 33 – Repressie in residentiële jeugdzorginstellingen....................................................................................... 76
Hoofdstuk 41 – Gehechtheidsinterventies ........................................................................................................................ 78
Uithuisgeplaatste jeugdigen .................................................................................................................................. 80
Hoofdstuk 3 – Suïcidaal gedrag bij jongeren in de JeugdzorgPlus .................................................................................... 80
Hoofdstuk 4 – Traumatische ervaringen bij uithuisgeplaatste kinderen en jongeren: traumadiagnostiek en -
behandeling ....................................................................................................................................................................... 82
Intermezzo: Verminderen van de impact van trauma bij jeugdigen en ouders: de KINGS methodiek ............................ 84
Lijst met afkortingen en begrippen ............................................................................................................................ 85
2
, DE ONTWIKKELING VAN JEUGDDELINQUENTIE
HANDBOEK FORENSISCHE ORTHOPEDAGOGIEK
HOOFDSTUK 1 – FORENSISCHE ORTHOPEDAGOGIEK
Forensische orthopedagogiek bestudeert de ontwikkeling en het in stand houden van complexe problematiek van kinderen,
jongeren en jongvolwassenen – waaronder delinquentie, ernstige internaliserende, externaliserende en sociale problemen,
naast trauma’s – en de daarmee samenhangende opvoedings- en gezinsproblemen, waaronder kindermishandeling en
verwaarlozing.
- Problemen zo ernstig dat justitieel ingrijpen dreigt of al is ingezet
- Twee manieren om justitieel in te grijpen:
o Strafrechtelijk: politie → jeugdstrafrechtketen → preventie recidive
o Civiel: zorgen over de ontwikkelingskansen/veiligheid → bescherming nodig → maatregel/interventie
De forensische orthopedagogiek onderzoekt de effectiviteit van (justitiële) preventieve en curatieve interventies onder
praktijkrepresentatieve condities en wordt gezien als een interventiewetenschap met multidisciplinair karakter.
- Kennis over statistische en dynamische factoren die het ontstaan en voortbestaan van ernstige gedrags- en
opvoedingsproblemen verklaren
- Kennis over de manier waarop deze factoren gediagnosticeerd en beïnvloed kunnen worden op het niveau van:
o De jeugdige zelf
o Het gezin/systeem rondom de jeugdige
- Multidisciplinair
o Ontwikkelings-, klinische en sociale psychologie
o Pedagogiek
o Criminologie
o Forensische psychiatrie (waaronder neurofysiologische factoren)
o Rechtswetenschappen
Opvoeding staat centraal in de forensische orthopedagogiek.
- Eerste opvoedingsmilieu = thuis
- Tweede opvoedingsmilieu = school
- Derde opvoedingsmilieu = leeftijdsgenoten en vrije tijd
- Vierde opvoedingsmilieu = (semi-)residentiële zorg
→ inadequate opvoeding draagt bij aan ontstaan en instandhouding van complexe problemen.
→ opvoeding die de belangen en behoeften van de jeugdige centraal stelt, kan een beschermende factor zijn.
Het Bio-ecologisch ontwikkelingsmodel (Bronfenbrenner) ligt ten grondslag aan de forensische orthopedagogiek.
- Biologisch = genetische aanleg
- Ecologisch = meerdere (causale) invloeden (omgeving)
- Ontwikkeling = naast het kind en zijn/haar gedrag is ook sociale context belangrijk → risico- en
beschermende factoren veranderen naarmate een kind ouder wordt
- Levensloop = specifieke gebeurtenissen kunnen positief of negatief van invloed zijn op het leven
De ontwikkeling en het gedrag van jeugdigen zijn multicausaal bepaald, dus interventies moeten breder kijken dan naar
alleen het problematisch functioneren.
Het IVRK is de leidraad voor aandacht voor beschermende factoren en de ontwikkeling hiervan. De belangrijkste artikelen:
- Artikel 3: Belang van het kind = Belangen van het kind vormen altijd een eerste overweging
- Artikel 9: Gezinsleven = Kind blijft bij de ouders, tenzij autoriteiten anders besluiten
- Artikel 12: Participatie = Kind moet gehoord worden om mening te kunnen geven
- Artikel 16: Geen ongeoorloofde interventie = Willekeurige of onrechtmatige inmenging mag niet
3
, Forensische orthopedagogiek richt zich hierdoor naast empirie dus ook op waarden en is kritisch op vormen van (justitieel)
ingrijpen die een inbreuk maken op de autonomie van een kind en het gezin.
- Uithuisplaatsing van het kind is een ultimum remedium.
- Therapeutisch handelen is een optimum remedium.
Basale behoeften van zelfdeterminatie
- Contact = sociale verbondenheid
- Competentie = vertrouwen in eigen kunnen
- Autonomie = vrijheid
Omdat elke vorm van (justitieel) ingrijpen risico’s met zich meebrengt, heeft de forensische orthopedagogiek als
uitgangspunt dat alle preventieve en curatieve interventies moeten worden getoetst op effectiviteit. Het primum non
nocere-principe wordt daarnaast toegepast: breng in de eerste plaats geen schade toe.
Forensische orthopedagogiek is gedwongen hulpverlening (of drang).
Onderzoeksdoeleinden:
- Bestuderen van verschillende manifestaties van problemen waar justitieel ingrijpen nodig is of dreigt.
- Het ontwikkelen en evalueren van preventieve en curatieve (justitiële) interventies die zich richten op de
oorzaken en gevolgen van kindermishandeling en -verwaarlozing en jeuddelinquentie.
- Ontwikkelen en verbeteren van methoden om gegevens te verwerven, risico’s in te schatten en juiste interventies
te kunnen indiceren en analyseren.
- Zorgen voor theoretische integratie in het onderzoek naar kindermishandeling en -verwaarlozing en
jeugddelinquentie door middel van (kwantitatieve en kwalitatieve) overzichtsstudies.
HOOFDSTUK 2 – FORENSISCHE ORTHOPEDAGOGIEK: EEN JURIDISCH KADER
Kernpunten:
- Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor toegankelijkheid en kwaliteit van het gehele spectrum aan
jeugdhulp.
- Inspraak en participatie van kinderen en ouders in de trajecten binnen jeugdhulp staat nog in de kinderschoenen
en verdient meer aandacht.
- Opname in een residentiële instelling voor jeugdhulp moet worden gezien als een ulimum remedium.
Nederland heeft zich met het ondertekenen van het IVRK verbonden om de rechten van het kind te waarborgen en
eerbiedigen. → Kinderen hebben recht op bijzondere zorg en bijstand.
Participatie (IVRK, artikel 12) draagt bij aan het ontwikkelen van zelfvertrouwen en autonomie. Conclusie: participatie is
noodzakelijk om te voldoen aan de eisen vanuit het IVRK. Professionals lijken het lastig te vinden om dit in de praktijk te
realiseren.
Defence for Children concludeert dat er geen consensus is over wat vrijheidsbeperkende maatregelen zijn. Verregaande
vrijheidsbeperkingen zijn mogelijk, zonder dat daar voldoende rechtswaarborgen tegenover staan.
- Aanbevelingen: afschaffing separatieruimtes en duidelijkere beschrijving van vrijheidsbeperkende maatregelen.
HET IS BELANGRIJK DAT ER HELDERHEID KOMT OVER
VRIJHEIDSBEPERKENDE MAATREGELEN. DOORDAT MEDEWERKERS NU
OPEREREN IN ‘GRIJS’ GEBIED, KUNNEN KINDERRECHTEN EERDER
WORDEN GESCHONDEN.
Commissie Onderzoek naar Geweld in Jeugdzorg (Commissie De Winter)
- Kinderen in residentiële jeugdhulp en pleegzorg zijn vaak slachtoffer of getuige van geweld gedurende de
plaatsing
4