Hierbij de samenvatting van de verplichte literatuur van hoorcollege 5 van het vak forensische victimologie! Door middel van de samenvattingen heb ik het vak met een 8 afgerond.
Samenvatting verplichte
literatuur week 5
Risicotaxatie ter bescherming van toekomstige slachtoffers
Bruning, M.R. – Minderjarige slachtoffers van kindermishandeling: Hulp via
vrijwillig en gedwongen kader
Minderjarige slachtoffers van kindermishandeling zijn bijzonder kwetsbaar, niet alleen omdat de
gevolgen van kindermishandeling groot zijn, maar ook omdat minderjarigen minder goed voor hun
rechten kunnen opkomen en daar ondersteuning bij nodig hebben. Tegelijkertijd hebben zij het recht
om beschermd te worden tegen alle vormen van geweld.
In Nederland kunnen vermoedens van kindermishandeling gemeld worden bij Veilig Thuis, de
organisatie die als advies- en meldpunt dient voor (vermoedens van) huiselijk geweld en
kindermishandeling. Als de melding gegrond blijkt, zal Veilig Thuis beoordelen of hulpverlening voor
het kind wenselijk en haalbaar is.
Sinds de Jeugdwet in 2015 in werking trad, is het jeugdhulpstelsel als volgt geregeld. De gemeente is
(financieel) verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp. Het gaat zowel om jeugdhulp op
vrijwillige basis als om hulp op gedwongen basis, via de rechter met een maatregel van
kinderbescherming of jeugdreclassering.
Gemeenten hebben lokale teams opgezet, ook wel wijkteams of jeugdteams genoemd. Elke
gemeente richt deze toegang op eigen wijze in en daarom kunnen lokale teams per gemeente anders
genoemd.
Een andere route naar jeugdhulp is via de gecertificeerde instelling die wettelijk verantwoordelijk is
voor de uitvoering van hulp in gedwongen kader via een maatregel van kinderbescherming of
jeugdreclassering, opgelegd door de rechter. Deze route is dan ook niet van toepassing op vrijwillige
jeugdhulp. Als de rechter hulp oplegt in gedwongen kader, dan zal bij de uitvoering daarvan
jeugdhulp nodig zijn. De gemeente is hier financieel verantwoordelijk voor.
In de praktijk blijkt er sprake van grote tekorten aan jeugdhulpaanbod via de jeugdhulpaanbieders.
Dit heeft onder meer te maken met het te beperkte budget van gemeenten voor het bekostigen van
de jeugdhulp. Dit vat te verklaren door de forse bezuinigingsoperatie die met de decentralisatie van
de jeugdhulp gepaard is gegaan. Er wordt dan ook wel gesproken over ‘ongelijkheid’ ten aanzien van
jeugdhulp.
Om jeugdhulp daadwerkelijk te starten is de toestemming van ouders en oudere minderjarigen
nodig. Voor kinderen jonger dan twaalf jaar geldt dat de wettelijke vertegenwoordigers toestemming
moeten geven (ouders/voogden). Voor minderjarigen tussen de twaalf en zestien jaar die in staat zijn
tot een redelijke waardering van belangen geldt dat zij ook toestemming moeten geven en dat
jeugdhulp kan starten zonder de toestemming van de wettelijke vertegenwoordigers. Jeugdigen
vanaf de leeftijd van zestien jaar zijn zelf bekwaam om toestemming voor de verlening van jeugdhulp
te geven en zijn in dat opzicht handelings- en procesbekwaam.
, Hoewel dit niet bij wet is geregeld, is er in de praktijk een tussengebied tussen vrijwillige en
gedwongen hulp ontstaan, het ‘drangkader’/ Als de veiligheid van een jeugdige in het geding dreigt
te komen en ouders onvoldoende in staat zijn om de veiligheid te garanderen, worden ouders
overtuigd om hulp te accepteren en zich aan voorwaarden te houden, zodat zij niet met een gang
naar de rechter en een mogelijke maatregel van kinderbescherming te maken krijgen. Dit wordt
aangeduid als preventieve jeugdbescherming of uitgesteld raadsonderzoek.
Als een drangmaatregel het dreigen met een maalregel van kinderbescherming, een uithuisplaatsing
van een kind, vrijheidsbeneming zonder tussenkomst van de rechter of iets tegen de wil van de
jeugdige/ouders, is dit volgens de RSJ en de RVS in strijd met mensen- en kinderrechten en kan dit
juridisch niet gerechtvaardigd worden.
Voor gezinnen is het van belang dat zij goed worden ingelicht over het vrijwillige karakter van de
soms ingrijpende afspraken die beroepskrachten met hen maken, aangezien er geen speciale
juridische basis is voor die maatregelen en er geen rechtsbescherming bestaat voor de direct
betrokkenen. Het moet dus duidelijk zijn dat dit enkel op vrijwillige basis kan worden ingezet.
Slachtoffers van kindermishandeling binnen een gezin met ouders die niet (meer) openstaan voor
vrijwillige hulpverlening kunnen te maken krijgen met een maatregel van kinderbescherming. In
Nederland hebben we sinds 2015 te maken met een jeugdhulp- en jeugdbeschermingsstelsel dat vele
ketenpartners kent.
In Nederland heeft de Raad voor Kinderbescherming primair de verantwoordelijkheid om een
verzoek tot een maatregel van kinderbescherming bij de kinderrechter in te dienen. De Raad kan ook
op eigen initiatief een onderzoek starten naar de noodzaak tot het treffen van een maatregel van
kinderbescherming.
Als een onderzoek naar een maatregel van kinderbescherming wordt gestart, zal de Raad informatie
verzamelen over een gezin. Er wordt gesproken met ouders en met minderjarigen, maar ook
informatie ingewonnen bij bijvoorbeeld de school of de huisarts. In de wet is geregeld dat
beroepskrachten met een beroepsgeheim zonder toestemming inlichtingen aan de raad mogen
verstrekken als dit noodzakelijk kan worden geacht.
Als een maatregelverzoek wordt toegewezen, dan benoemt de rechter een gecertificeerde instelling
met de wettelijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de maatregel. De gemeente is
(financieel) verantwoordelijk voor de uitvoering van de maatregelen van de kinderbescherming. Dat
houdt in dat de gemeente een toereikend aanbod van gecertificeerde instellingen moet hebben
gecontracteerd.
Inmiddels is het tot de regering doorgedrongen dat het Nederlandse stelsel van jeugdbescherming
ingewikkeld is en vele ketenpartners heeft, wat leidt tot lange doorlooptijden. In het voorjaar van
2021 hebben de ministers van VWS en Rechtsbescherming het Toekomstscenario Kind- en
gezinsbescherming aangeboden aan de Tweede Kamer. De ministers gaven daarbij aan dat het
belangrijkste knelpunt in de huidige jeugdbeschermingsketen is dat veel organisaties die met
gezinnen werken onvoldoende op elkaar aansluiten, elk in een achtereenvolgende fase contact met
een gezin hebben en deels overlappende onderzoeken uitvoeren. De knelpunten hangen volgens de
ministers dermate samen met de inrichting van het huidige stelsel, dat dit niet opgelost kan worden
zonder stevig in te zetten op nieuwe vormen van samenwerking tussen de partners in de
jeugdbescherming.
De maatregel van kinderbescherming die de rechter het meest uitspreekt is de maatregel van
ondertoezichtstelling, die voor de duur van maximaal één jaar kan worden opgelegd. Een
minderjarige kan onder toezicht worden van een gecertificeerde instelling gesteld als 1) hij in zijn
ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, 2) de zorg die nodig is voor het wegnemen van de bedreiging
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Claudia9. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.