Duidelijke, overzichtelijke en complete samenvatting van hoofdstuk 5 van Europees Recht Algemeen Deel. De leerstukken en begrippen geel gemarkeerd, de artikelen blauw en de verplichte jurisprudentie roze. De belangrijkste onderwerpen zijn te onderscheiden door het sterretje aan de kantlijn.
MEDEDINGINGSRECHT TUSSEN MARKT EN OVERHEID
De primaire normen van het mededingingsrecht zijn op het bedrijfsleven gericht. De uitvoering
van de betrokken regels is in belangrijke mate in handen van de Europese Commissie.
Mededingingsrecht is geen doel op zichzelf, maar onderdeel van het beleid gericht op de interne
markt.
1. De verdragsnormen, hun begripsmatige context en hun uitleg
Een markt met volledige mededinging:
De markt is een plaats waar vraag en aanbod van goederen of diensten elkaar ontmoeten. De
economische theorie waarop het mededingingsrecht is gebaseerd gaat uit van een perfecte markt.
Er zijn veel aanbieders van goederen of diensten en toetreding is gemakkelijk. Vraag en aanbod
komen op zo een markt op een efficiënte manier samen, hetgeen leidt tot een economisch
welvaartsoptimum. De producent zal ernaar streven om een zo goed mogelijk product op de
markt te brengen tegen zo laag mogelijke kosten. De afnemer zal op zoek zijn naar een zo goed
mogelijke prijs/kwaliteit verhouding. Het begrip 'mededinging' heeft betrekking op de vrijheid van
ondernemingen om onbelemmerd mee te doen in dit spel ban vraag en aanbod, op een gelijk
spelveld: een level playing field.
Real life marktstrucuren:
Monopolie 1 aanbieder voor een bepaald product, geen concurrentie
Monopsonie 1 afnemer voor een bepaald product
Duopolie 2 aanbieders
Oligopolie Gering aantal aanbieders, moeilijk om markt te betreden voor aanbieders
Pluriform Veel aanbod, toetreden en uittreden vrij eenvoudig
Een perfecte markt veronderstelt ook dat producent en afnemer zich rationeel zullen gedragen. In
de praktijk blijkt dit niet altijd zo te zijn.
1.1. De verdragsnormen en hun uitleg
Het Europese mededingingsrecht bestaat uit twee grote normencomplexen.
1. artt. 101 en 102 Wv. Deze richten zich tot ondernemingen. In art. 101 Wv worden afspraken
tussen twee of meer van elkaar onafhankelijke ondernemingen verboden, voor zover deze tot
doel of tot gevolg hebben dat de mededinging wordt beperkt en de handel tussen de lidstaten
nadelig wordt beïnvloed. Art. 102 Wv richt zich tot ondernemingen met een machtspositie en
verbiedt deze van die positie misbruik te maken op een (geografisch wezenlijk) deel van de Unie
wanneer dat tot gevolg heeft dat de handel tussen de lidstaten nadelig wordt beïnvloed.
Analogie met art. 34 Wv
2. artt. 106 t/m 109 Wv. Deze richten zich primair tot de overheid. deze regels slaan op contacten
of banden van die overheden met het bedrijfsleven, die de mededingingsverhoudingen kunnen
verstoren. Art. 106 Wv betreft staatsondernemingen en ondernemingen waaraan bijzondere of
exclusieve rechten worden toegekend voor de uitvoering van publieke taken. Zulke rechten geven
ondernemingen vaak een exclusieve of machtspositie. Artt. 107-109 Wv gaan over staatssteun.
Ondernemingen die subsidie krijgen, hebben voor de betrokken activiteiten een lagere kostprijs
dan andere. Dat geeft een vervalsing van de concurrentie.
Analogie met artt. 34 t/m 36 Wv.
2. Het kartelverbod: artikel 101 Wv
Art. 101 Wv bevat een regel (verbod) en uitzondering.
1
, HOOFDSTUK 5 – EUROPEES RECHT ALGEMEEN DEEL
2.1. Artikel 101 lid 1 Wv
Het eerste lid van artikel 101 Wv bevat een verbod:
Overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen of
onderling afgestemde feitelijke gedragingen, die
o Overeenkomst: schriftelijke en mondelinge rechtens afdwingbare afspraken
(wilsovereenstemming)
o Besluit van ondernemersvereniging: ieder besluit van een vereniging,
waarvan het duidelijk is dat de leden de bedoeling hebben zich eraan te houden
(bindende werking)
o Onderling afgestemde feitelijke gedraging: ieder bewust afgestemd gedrag
de handel tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden en
er toe strekken of ten gevolge hebben, dat
de mededinging (binnen de Unie) wordt verhinderd, beperkt of vervalst.
Het is van belang dat het kartelverbod zich uitstrekt tot zowel horizontale als verticale afspraken.
Horizontale afspraken worden gemaakt tussen (concurrerende) ondernemingen die zich in
dezelfde fase van de handelskolom bevinden, bijv. twee producenten. Verticale afspraken worden
gemaakt tussen ondernemingen die opereren in van elkaar verschillende fasen, bijv.
groothandelaar en winkelier.
Het begrip 'onderneming'
Onderneming: elke eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm
en de wijze waarop zij wordt gefinancierd.
Economische eenheid: iedere activiteit bestaande in het aanbieden van goederen en diensten op
een bepaalde markt.
Instellingen die typische overheidstaken uitoefenen, maar ook de overheid zelf die
publiekrechtelijke overeenkomsten aangaat in de uitoefening van haar overheidstaken, worden
niet beschouwd als ondernemingen in de zin van dit artikel.
2.2. Uitzondering op het verbod van art. 101 lid 1 Wv
Artikel 101 lid 3: uitzondering op grond van na weging positieve economische effecten
Overeenkomsten die in strijd zijn met het verbod van art. 101 lid 1, kunnen daarvan zijn
uitgezonderd wanneer de positieve effecten van deze afspraken of overeenkomsten zwaarder
worden gewogen dan de concurrentiebeperkende. --> 'positief balans'.
Daarvoor dient aan twee positieve en twee negatieve voorwaarden te zijn voldaan.
Positief:
(i) De mededingingsbeperkende afspraken dienen bij te dragen tot de verbetering van de
productie of de verdeling van producten dan wel tot de verbetering van de technische of
economische vooruitgang (efficiëntievoordelen), mits
(ii) een billijk aandeel in de uit die verbetering voortvloeiende voordelen aan de gebruikers ten
goede komt (consumer welfare).
Negatief:
(iii) Het evenredigheidsbeginsel wordt gehanteerd. De op te leggen beperkingen dienen voor het
bereiken van de genoemde doelstellingen onmisbaar te zijn. Zij mogen niet verder gaan dan strikt
noodzakelijk (evenredigheid).
(iv) De betrokken afspraken leveren voor de daarbij betrokken ondernemingen niet de
mogelijkheid op om voor een wezenlijk deel van de betrokken producten de mededinging uit te
schakelen (marktmacht).
De hard core afspraken (prijsafspraken, marktverdelingen en productiebeperkingen) zullen zelden
aan de cumulatieve eisen voor toepassing van de uitzondering voldoen.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fatemehmohammadi. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.