Antwoord: geleidelijk, in eerste instantie nauwelijks klachten. op den duur ernstige klachten.
4.
wat is de oorzaak van van DM?
Antwoord: oorzaak is een stoornis in het transport van suiker vanuit het bloed naar de cellen. De glucose in voeding worden via de darmwand in het bloed opgenomen, maar kunnen slechts gedeeltelijk door de cellen uit het bloed worden gehaald. hierdoor overschrijdt de glucoseconcentratie van het bloed een zekere drempelwaarde.
5.
waarom ontstaat er een verhoogd risico op uitdroging, wanneer de glucoseconcentratie te hoog is?
Antwoord: de cellen kunnen glucose niet allemaal uit het bloed krijgen, waardoor het een drempelwaarde overschrijft. het overschot lekt via de urine weg. de glucosemoleculen nemen een flinke hoeveelheid watermoleculen mee. hierdoor produceert de patient veel urine.
6.
wat is de hoofdbrandstof van elke cel in ons lichaam?
Antwoord: glucose
7.
in het celmembraan van spier- en vetcellen bevindt zich een transportmolecuul. aan welk hormoon is deze transportmolecuul afhankelijk?
Antwoord: het is afhankelijk van insuline.
8.
Elk lichaamscel is afhankelijk van suiker voor zijn energievoorziening. De glucoseconcentratie moet dus binnen nauwe grenswaarden gereguleerd worden. voor welke cel is dit vooral van levensbelang?
Antwoord: vooral voor de zenuwcellen. deze zijn het gevoeligst voor lage glucoseconcentratie.
9.
welke molecuulvormen van suiker kan het menselijk lichaam gebruiken als brandstof?
Antwoord: enkel glucose
10.
waarvoor gebruiken de cellen glucose?
Antwoord: verbranden of om te zetten in andere molecuulvorm voor bijzondere functies zoals ribose voor de bouw van DNA.
Voorbeeld van de inhoud
Medische basiskennis
samenvatting
, Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 4 – SUIKERSTOFWISSELING; SUIKERZIEKTE...................................................................3
4.1 INLEIDING.......................................................................................................................................3
4.1.1 TWEE VORMEN VAN DIABETES MELLITUS.................................................................................................3
4.1.2 WAT IS ER AAN DE HAND BIJ SUIKERZIEKTE?.............................................................................................3
4.1.3 DE BETEKENIS VAN SUIKER VOOR HET LICHAAM.........................................................................................3
4.1.4 WAT IS SUIKER?.................................................................................................................................3
4.1.5 ‘SUIKERHORMOON’.............................................................................................................................3
4.2 SUIKERHUISHOUDING........................................................................................................................4
4.2.1 GLUCOSE..........................................................................................................................................4
4.2.2 INSULINE..........................................................................................................................................5
4.2.3 GLUCAGON.......................................................................................................................................5
4.2.4 ADRENALINE......................................................................................................................................6
4.2.5 GLUCOCORTICOIDEN...........................................................................................................................6
4.2.6 KWETSBAARHEID VAN DE INSULINEFUNCTIE.............................................................................................7
4.2.7 INVLOED VAN INSULINE OP DE EIWIT EN VETHUISHOUDING..........................................................................7
4.3 ACUTE STOORNISSEN IN DE SUIKERHUISHOUDING.....................................................................................7
4.3.1 HYPOGLYCEMIE..................................................................................................................................7
4.3.2 HYPERGLYCEMIE.................................................................................................................................8
4.4 COMPLICATIES VAN SUIKERZIEKTE OP LANGE TERMIJN...............................................................................8
4.4.1 PROCESSEN BIJ EEN CHRONISCH VERHOOGDE GLUCOSECONCENTRATIE...........................................................8
4.4.2 MICRO-ANGIOPATHIE...........................................................................................................................9
4.4.3 NEUROPATHIE....................................................................................................................................9
4.4.4 MACRO-ANGIOPATHIE EN HYPERTENSIE...................................................................................................9
4.5 SUIKERZIEKTE: TYPE 1 EN TYPE 2..........................................................................................................9
4.5.1 TYPE 1.............................................................................................................................................9
4.5.2 TYPE 2...........................................................................................................................................10
4.5.3 ZWANGERSCHAPSDIABETES.................................................................................................................10
4.6 ZORGASPECTEN VAN SUIKERZIEKTE......................................................................................................10
4.6.2 TOEDIENING VAN INSULINE.................................................................................................................10
4.6.3 RISICO OP HYPOGLYCEMIE-AANVALLEN..................................................................................................11
4.6.4 COPING EN COÖRDINATIE VAN DE ZORG................................................................................................11
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper siheme92. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.