Huurrecht begrepen samenvatting
Hoofdstuk 1 – inleiding
§1 (wat is huur?)
Huur is een bijzondere overeenkomst. Dat wil zeggen dat er een apart regeling in het BW is
opgenomen.
Huur kan betrekking hebben op allerlei verschillende zaken, zoals roerende en onroerende,
gebouwde en ongebouwde zaken. Naast de wettelijke bepalingen is er ook nog relevante
lagere regelgeving. De minister van Veiligheid en Justitie neemt deze besluiten samen met
de minister voor Wonen en rijksdienst.
Het beginpunt van elke huurovereenkomst. In 7:201 staat de betekenis van een huurovk. Uit
dit artikel volgen drie essentiële kenmerken.
- Het eerste is het verschaffen van het gebruik van een bepaalde zaak of
vermogensrecht
- Het tweede is de tegenprestatie
- Het derde kenmerk is negatief geformuleerd; pacht is geen huur
o Als de ter beschikking gestelde zaak een landbouwbestemming heeft, is er
geen sprake van huur maar van een pacht overeenkomst.
Als een overeenkomst voldoet aan de kenmerken is er sprake van een hurovk. Niet van
belang is of partijen bij de overeenkomst ook voor ogen hadden om een huurovk te sluiten,
of hoe ze de overeenkomst noemen. (In de praktijk zie je vaak dat partijen juist proberen om
geen huurovk te sluiten. Om niet gebonden te zijn aan de dwingendrechtelijke wetgeving).
Dit helpt niet. Als aan de voorwaarden van 201 is voldaan, is er altijd sprake van een
huurovk.
§2
Een huurovk kan betrekking hebben op verschillende huurobjecten. Volgens de wet kun je
zaken en vermogensrechten huren.
Afhankelijk van het huurobject kunnen er verschillende wetsartikelen van toepassing zijn. Het
totaal van de toepasselijke wetsartikelen wordt vaak het ‘huurregime’ genoemd. Omdat
verschillende huurregimes verschillende regels kennen, is het dus belangrijk om je telkens
opnieuw af te vragen wat het huurobject van de huurovk is. SCHEMA 13!
Er is een verschil tussen gebouwd en ongebouwd. Een leeg terrein is ongebouwd, ook als
het is verhard. Maar let op; sommige verharde terreinen worden wel als gebouwd
beschouwd. Ook als een stuk grond wordt gehuurd met daarbij de verplichting van de
huurder om het te bebouwen, is er sprake van een huurovereenkomst voor onbebouwde
grond. Dit is vaak het geval bij de verhuurder van tankstations. De bedoeling van partijen bij
aanvang van de huurovk is doorslaggevend.
Bij gebouwde onroerende zaken maakt de wet onderscheid tussen woonruimte,
middenstandsbedrijfsruimte (290-bedrijfsruimte) en overige gebouwde zaken, bijvoorbeeld
kantoren (230a-ruimte). Voor deze specifieke onroerende zaken, gelden dus specifieke
wettelijke bepalingen, de zogenoemde huurremiges.
Dus is het gehuurde geen woning en geen 290-bedrijfsruimte, maar wel een gebouwde
onroerende zaak, dan valt het onder de restcategorie van 230a-ruimte. (wetgeving!)
,§3 (semi)dwingend recht
Huurrecht is veelal huurbescherming voor de huurder. Een aantal van de wettelijke
bepalingen die op huurovken van toepassing zijn, is van dwingend recht of van
semidwingend recht. Dat betekent dat zo’n artikel niet zomaar door een afspraak tussen
huurder en verhuurder opzij kan worden gezet. Niet alle wettelijke bepalingen in het
huurrecht zijn van (semi)dwingend recht, ze kunnen ook van regelend recht zijn.
Als een bepaling van regelend (aanvullend) recht is, dan kunnen huurder en verhuurder daar
in de huurovk zonder meer van afwijken. Let op; wijken partijen niet af van het regelend
recht, dan is het regelend recht van toepassing.
De wettelijke bepalingen van regelend recht vullen de bepalingen van de huurovk aan.
Als een bepaling van semidwingend recht is, kunnen huurder en verhuurder afwijkende
afspraken maken voor zover deze niet nadelig voor de huurder zijn.
Het kan zo zijn dat de huurovk toch een bepaling kent die in strijd is met semidwingend
recht. De huurder kan dan een beroep doen op die bescherming door de betreffende
clausule in de huurovk te vernietigen. Deze clausule is dan niet langer van toepassing. Doet
de huurder dat niet, dan is de overeengekomen clausule wel van toepassing.
Een aantal bepalingen is van dwingend recht. Partijen kunnen geen clausules opnemen in
de huurovk die afwijken van dwingendrechtelijke wetsartikelen. Doen partijen dat toch, dan
heeft een dergelijke bepaling geen werking. Zo’n bepaling is nietig.
§4
De algemene bepalingen van het BW over de totstandkoming van een ovk en
rechtshandeling zijn ook van toepassing op de totstandkoming van een huurovk.
De wet kent geen speciale vormvereisten voor de totstandkoming van een geldige huurovk.
Een huurovk hoeft niet schriftelijk te worden vastgelegd om rechtsgeldig te zijn, dit kan ook
mondeling.
Voor de totstandkoming van een geldige huurovk is bovendien niet vereist dat partijen
overeenstemming hebben bereikt over alle details. Er moet wel overeenstemming zijn over
de essentialia, de voornaamste punten van de huurovk.
De wettelijke bepalingen van het toepasselijke huurregime vullen als het ware de afspraken
aan die zijn neergelegd in de huurovk tussen huurder en verhuurder. Op het punt waar niks
is afgesproken zijn de partijen dus aangewezen op de wettelijke bepalingen van het
huurrecht.
, Hoofdstuk 2 – algemene bepalingen van het huurrecht
Huur is een wederkerige overeenkomst die over en weer verbintenissen schept. Beide
partijen hebben tegenover elkaar verbintenissen.
§1 (verplichtingen verhuurder)
De verhuurder is verplicht het huurobject ter beschikking te stellen en te laten van de
huurder. Deze verplichting van de verhuurder wordt uitgewerkt in de gebreken regeling.
§2 (verplichtingen huurder)
De meest essentiële verplichting is het voldoen van de tegenprestatie (‘de huurprijs’).
Daarnaast moet de huurder zich als een goed huurder gedragen. Deze verplichting is ruim
geformuleerd. Het is een voortdurende zorgverplichting; de huurder moet gedurende de hele
huurtermijn goed voor het gehuurde zorgen. Deze zorgverplichting impliceert niet per se een
plicht om het gehuurde daadwerkelijk te gebruiken. Dit is afhankelijk van de zaak die je
huurt. (In veel huurovk is toch expliciet een verplichting tot gebruik (exploitatieplicht)
opgenomen).
Daarnaast is de huurder ook verplicht het gehuurde uitsluitend te gebruiken conform de
overeengekomen bestemming. De verhuurder kan op deze manier enige zeggenschap
houden over de manier waarop het gehuurde wordt gebruikt.
Als de huurder gedurende de huurovk het gebruik van het gehuurde wijzigt, dan is dit in
principe een toerekenbare tekortkoming van de huurder. Dit is alleen anders als de
verhuurder met dit gewijzigde gebruik heeft ingestemd. Instemming kan zowel schriftelijk als
mondeling. Stilzwijgende instemming is ook mogelijk, maar dan heeft de huurder wel een
zware bewijslast als de verhuurder dit betwist. Het enkel stilzitten van de verhuurder leidt niet
tot instemming. Hier is meer voor nodig.
(stukje rood 23?)
§3 (het begrip gebrek)
Het centrale begrip in het algemene gedeelte van huurrecht is ‘gebrek’. Een gebrek is een
verstoring van het huurgenot. Dat betekent dat bijna alles wat mis is met het gehuurde als
een gebrek kan worden aangemerkt.
Als er sprake is van een gebrek, is er automatisch ook sprake van een tekortkoming in de
nakoming van een verbintenis (namelijk het voortdurend verschaffen van huurgenot) door de
verhuurder.
De wettelijke definitie van ‘gebrek’ hanteert een ‘objectieve genotsverwachting’ van de
huurder. Dit betekent dat het er niet om gaat wat de huurder in kwestie van het gehuurde in
kwestie mocht verwachten. Nee, het gaat erom wat een huurder in het algemeen mag
verwachten van een goed onderhouden zaak van de soort als waarop de overeenkomst
betrekking heeft. De huurder én het gehuurde worden geobjectiveerd. Dat betekent dat ook
omstandigheden die als bekend konden worden beschouwd of zichtbaar waren bij het
aangaan van de huurovereenkomst als een gebrek kunnen worden aangemerkt.
(stukje rood 25?)
Toch is niet elke omstandigheid of tegenvallende staat van het gehuurde een gebrek. Als het
gebrek aan de huurder is toe te rekenen, dan is dit natuurlijk geen gebrek in de zin van de
wet.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper FatimaAL. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.