Samenvatting Plastische chirurgie
4.5 Heelkunde plastische chirurgie
Plastische chirurgie:
• Herstellen defecten
• Gehele lichaam
• Creatief
Plastische chirurgie nam een sneltrein rondom de eerste wereldoorlog: veel verwondingen.
Typen plastische chirurgie:
• Reconstructief
Herstel van vorm en functie van een lichaamsdeel
Reconstructieve ladder: simpel beginnen en wanneer nodig ingewikkelder
reconstrueren.
Verstoord door:
➢ Aangeboren afwijkingen
o Naevi = moedervlekken
o Vasculaire malformaties
o Congenitale handafwijking
▪ Polydactylie liefst zo vroeg mogelijk behandelen zodat het
op de poli kan stukje weefsel aan vinger vast
▪ meerdere vingers/tenen
▪ Clefthand malformatie hand
▪ Syndactylie vingers/tenen aan elkaar vast gegroeid
tijdens operatie zorgen dat je genoeg bedekking hebt om de
huid weer te sluiten, je kan dus niet gewoon rechtdoor
losprepareren. Post-operatief kans op
wondgenezingsstoornissen.
o Schisis
▪ Lip open, evt. met kaak en gehemelte
▪ Unilateraal of bilateraal
▪ Problemen met drinken (speciale fles voor)
▪ Problemen met praten
▪ Kinderen krijgen vaak tandproblemen en oorproblemen
i.v.m. buis van eustachius
▪ Houden levenslang littekens
1
, ▪Schisis team: plastisch chirurg, kaakchirurg, KNO, kinderarts,
klinisch geneticus, logopedist, maatschappelijk werk
o Hypospadie (tegenwoordig vaak kinderurologen)
o Craniosynostose (in combinatie met neurochirurg) = schedelnaden
gaan te vroeg dicht, waardoor malformatie van schedel
➢ Verworven na ongeval, infectie, kanker
• Handchirurgie
Trauma
Slijtage
Dupuytren
• Esthetische chirurgie
Oogleden
Flaporen
Borstreducties
Borst-augmentatie
Abdominoplastieken
Schisis operatie:
• Eerste fase bij 2-3 maanden lipsluiting
• Palatum bij 9 maanden sluiten
• De kaak wordt later gesloten, rondom de leeftijd van 9 a 10 jaar. Dit doe je pas later zodat de
groei niet wordt verstoord.
• Problemen per-operatief:
Intubatie soms (met name bij bepaalde syndromen)
• Problemen post-operatief:
Wondgenezingsproblemen/dehiscenties, mn bij palatumsluitingen
Reconstructieve ladder:
Secundair granuleren (wond open laten en laten genezen) primair sluiten tissue expander
huidtransplantaat (FTG/SSG) lokale weefseltranspositie regionale weefseltranspositie vrije
weefseltransplantatie.
Hechten plastische chirurgie:
• Laag naar laag (spier naar spier, fascie naar fascie, subcutis naar subcutis)
• Geen spanning op je epidermis hechting! Funest voor genezing.
Tissue expansion:
• Gezonde huid vlak naast probleem oprekken om defect te kunnen sluiten
• Eerst tissue expander plaatsen
• Na 2-3 weken langzaam opvullen tot voldoende huid is opgerekt
• In tweede operatie TE verwijderen en litteken/kale plek verwijderen en vervangen met
opgerekte huid of plaatsen def. Prothese
• Mogelijke complicaties: infectie, lekkage
2
,Huidtransplantaat:
• Voordelen:
Snel dichtkrijgen grote defecten (vocht/eiwit)
Bedekking groot oppervlak
Kan ook bij slechte patiënten
• Nadelen:
Dunne kwetsbare huid, littekencontracturen
Niet op kaal bot/pees/zenuw/vaten
Vereist goed doorbloede/vitale ondergrond
• SSG = split skin graft huid geneest vanzelf
Epidermis met deel dermis
Dikte van 0.1-0.4 mm
Hoe dunner de graft des te makkelijker groeit SSG in en geneest donorsite
Vaak halen we het bij bil/dij regio weg. Bij kinderen kan ook hoofdhuid worden
gebruikt. Moet je wel echt dun snijden, zodat haren terug groeien.
Donorsite geneest als schaafwond
In 7-14 dagen spontane genezing
Kaltostat verband/ duoderm/ mepilex op donorsite laten zitten tot dit er af valt
Wordt afgenomen met dermatoom-apparaat, bijvoorbeeld Humby knife:
Voordelen:
➢ Slaat makkelijker aan dan FTG
➢ Grotere huiddefecten kunnen worden bedekt
➢ Expansie tot 12 maal
Nadelen:
➢ Krimt; contractuur
➢ Cosmetisch minder fraai dan FTG
➢ Mesh patroon zichtbaar
➢ Donorsite pijnlijk; geneest als schaafwond
Full vs. mesh. Bij mesh wordt het oppervlakte groter, maar ook betere kans op goede
ingroei, gezien bloed er niet onder kan ophopen. Mesh kan je vastzetten met lijm of
oplosbare hechting (nietjes kan ook).
• FTG = full thickness graft huid geneest niet vanzelf, dus moet je dichtmaken
3
, Voordelen:
➢ Goede kleurmatch gelaat
➢ Geen krimp
Nadelen:
➢ Slaat moeilijker aan
➢ Donorsite moet gesloten worden, evt. met SSG
➢ Alleen kleine defecten
volledige dikte huid
donorsite geneest niet vanzelf, moet primair worden gesloten
niet met dermatoom, maar met mes
belangrijk om te ontvetten groeit beter in
tie-over: sponsje of gaasje over graft heen hechten zodat het goed geneest, wel
beetje vet ertussen
decollement (= groot FTG), als iemand zijn huid er af is geregen. Soms kan je deze
huidlap weer erop zetten. Belangrijk is dan wel de huid te ontvetten!
• Er moet altijd een vitale bodem aanwezig zijn voor transplantaat om in te groeien
• Afhankelijk van dikte huidtransplantaat na 5-7 dagen ingroei van transplantaat
• Infect, schuifkrachten of hematoom/seroom onder transplantaat kan ingroei verhinderen
• Donorsite bedekken met bijvoorbeeld Duoderm/mepilex/kaltostat laten zitten tot het eraf
valt
Lokale weefseltranspositie weefsel wordt gesteeld verplaatst:
• Random: geen rekening gehouden met bloedvoorziening: max. lengte-breedte ratio 2:1
Huid uit omgeving van defect gebruiken om wond te sluiten
➢ Advancement flap: huid opschuiven. Onder andere: V-Y plastiek en Y-V
plastiek.
4