Inleiding in de Westerse Kunstgeschiedenis II:
Week 1:
Hoorcollege 1, 06/11: Giotto en de wedergeboorte van de kunsten
- H13 (Art in the 13th and 14th century Italy)
Verhalen van Vasari zijn belangrijk over hoe we naar de kunsten kijken. Vasari schrijft
over de levens van kunstenaars, ook over Giotto di Bondone. Giotto (ca. 1267 - 1337)
bracht een revolutie in de kunst teweeg.
> Hoe kan dat?
> Hoezo op dat moment in de kunst?
Cimabue zag Giotto's werk in de heuvels toen hij op weg naar Florence was. Hij wilde
hem gelijk in de leer nemen. Giotto werd een grote schilder, die sterk geassocieerd
wordt met de wedergeboorte van de kunsten in Florence.
Er ontstaat een nieuwe kunst, waarin er meer naar de natuur gekeken wordt en dat is
bedacht door Vasari.
> Als we kijken naar het eerste werk dat bekend is van Giotto, als jong jongetje, zien we
dat hij heel natuurgetrouw schapen maakt. Al helemaal als we het vergelijken met
mozaïekschapen een paar decennia eerder. Bijvoorbeeld de mozaïeken uit 535-1138 in
Sant’ Apollinare in Classe, Ravenna. Hier zien we meer en profil en simpel en Giotto
heeft echt aandacht voor detail, omdat hij naar de werkelijkheid kijkt. Dus er wordt
inderdaad meer naar de natuur gekeken; de natuur als leermeester
> Maar hoe kan dat?
1. Stijl.
> inzicht in de ontwikkeling van de stijl van de Italiaanse kunst van de 13e en 14e
eeuw
2. Iconografie
> begrip van de opzet van een 14e eeuws decoratieprogramma
Hoe kan de wedergeboorte (renaissance) ontstaan?
> de wedergeboorte in de kunst, beschreven door Vasari, die begon in de 14e eeuw
had te maken met stijl en iconografie:
De oorzaken van de wedergeboorte
- Aandacht voor de natuur en de mens
> naar het leven werken, dus denk aan de schaapjes van Giotto
,- Bedelorde van de Franciscanen
> Franciscus (werd heilig verklaard in 1228) geeft om mensen in steden + heeft
een grote aandacht voor natuur; Gods hand in de natuur. Vandaar dat de
kunstenaars dit ook moesten doen als ze hem en z’n leven schilderde. Hij draagt
gewaad met soort riem met knopen en die staan voor de drie kloostergeloftes
(gehoorzaamheid, kuisheid en armoede) > dus Franciscus herken je aan zijn drie
knopen.
Franciscus wilde een soort Christus zijn; geloof beleven en geven aan mensen
om hen heen en dat is ook reden van schilders om meer getrouw aan de natuur
te worden voor de mensen om hen heen.
er wordt een kerk voor hem gebouwd omdat ze zo dol op hem zijn. Hij wordt hier
diep in de tombe begraven; San Francesco in Assisi, 1228- 1253. De kerk is in
tweeën, boven op elkaar. De een was voor de pelgrims en de ander voor de
franciscus kamer.
> Stijl van altaar beneden is romaans, gedrongen en donker. We zien rondbogen
en dus bijna geen ramen = de benedenkerk.
> Stijl van bovenkerk is gotisch, je ziet spitsbogen. En een apotheose van licht.
Op de gigantische wanden zal Giotto schilderen. Deze wanden zijn dus speciaal
bewaard voor het schilderen. Bij het maken van Gotische kerken werd naar
Frankrijk en Engeland en het heilige roomse rijk gekeken, maar ook naar het
oosten.
- Maar wat is hier aan deze Italiaanse gotiek anders dan andere gotische
kathedralen? Hier zijn nauwelijks of geen ramen. Het is wel licht en er zijn
ramen, maar er is dus vooral veel wandvlak om te schilderen. Er is dus
iemand hier die naar de werkelijkheid kijkt, gestimuleerd door de
Fransiscanen.
> Franciscus predikt tot de vogels, 1288-97
- Natuurgetrouwer
- We zien leven in het werk door de vogels die vliegen. En hij staat
gebogen en met z’n handen te wapperen. Er wordt echt een
verhaal verteld.
- Verandering in kunst door kijken naar werkelijkheid
- Vogels zitten op de grond, idee van diepte en Giotto kon dit omdat
hij keek naar de werkelijkheid.
> Franciscus viert kerstmis in Greccio, 1288-97
- Staat bij altaar en achter koor muur die leken scheid van religieuze
en komen zelfs vrouwen naar binnen
- Hij viert kerstmis en doet het op een manier zoals met stal. Hij leent
een baby die geboorte van jezus naspeelt. Dus hij maakt het
voelbaar van historische verhalen.
,- Geografisch bewustzijn, internationale oriëntatie
> Als we naar de San Francesco in Assisi kijken zien we een plein ervoor,
dus de bouwmeesters hebben gekeken naar Islamitische kunst; grote
pleinen voor moskeeën. Dit is niet gek, want het gaat in deze tijd goed met
de handelsroute en met name Egypte. Hier komen mooie stoffen vandaan
en goede ideeën over de handelsreizen. Dus denk aan de zijderoute.
- In Cairo zien we ook de gotische bogen. Voorloper van de moskee.
Dus de bouwmeesters van de Assisi kerk zijn ook naar Egypte
geweest.
> zien ook verschil met gotische kerken in Frankrijk (Notre Dame, Parijs).
> Hier gaat het voornamelijk om de muurvlakken en niet zozeer de hoogte
in gaan. Dus de schilderkunst staat centraal, wat ook op dat moment in
Italië groot wordt. Ze waren zich bewust
> Zien we ook verhalen van het geografische bewustzijn bij Giotto terug in
de schilderijen.
- Giotto en werkplaats, Heilige Franciscus voor sultan Malek al-
Kamil in Damiate in 1219, 1288- 1297. San Francesco, Assisi
- Historisch bewustzijn, goede meesters (wedijver, rivaliteit)
> Bovenkerk van de San Francesco in Assisi -> Fresco's van Cimabue en Giotto
en werkplaats. En het is een enorme cyclus met scènes uit het leven van
Franciscus. Dit is het begin van de grote muurschilderkunst. Giotto wordt pas
echt kunstenaar als hij een goede leermeester heeft.
> Cimabue maakt ook schilderingen in de Assisi kerk. Cimabue wist nog niet hoe
je met fresco moest werken. Hij gebruikte loodwit en dat werd zwart in fresco. Hij
is een van de eerste die daarmee experimenteerde. Ze werken in natte pleister.
Giotto doet het vervolgens heel anders. Hij heeft een grote vaardigheid en zijn
kennis van fresco is beter. Hij verbeeldt ook expressief.
> Ontwikkelingen volgden uit Byzantijnse kunst. Dat was frontaal, formules en
niet realistisch. Langzamerhand werd het wel realistischer. Cimabue maakte
gebruik van goude omlijning, maar engelen stonden nu om de troon heen, alsof
de troon naar ons toe wordt gedragen vanuit de hemel. Dan komt Giotto;
perspectief door architectuur. Overlap zorgt voor gevoel van ruimte en diepte,
dus we gaan van vlak naar diepte.
- Cimabue, Kruisiging, ca. 1279- 1282, San Francesco, Assisi
> Heel expressief (huilende Maria) en Giotto leert dit van Cimabue. Vasari
zegt dit ook; belangrijk om goede meester te hebben en er zelf wedijver in
te worden, dus je eigen meester. Die expressiviteit die Cimabue verbeeld
, heeft te maken met die bedelordes, want het heeft een verhoogde
intensiteit; het inleven, meeleven en naleven van die christelijke gebaren.
> Giotto en werkplaats, Kruisiging, ca. 1310. San Francesco, Assisi
- Bij giotto zien we een verfijndere uitdrukking en meer
natuurgetrouw.
- Madonna met Kind, Byzantium, ca. 1250- 1270; ‘Maniera Greca’
> zijn leraren geweest voor Cimabue. Plooien zijn hier met goud
weergegeven. In de 13e eeuw heb je de byzantijnse invloeden, dan
cimabue en dan giotto
> er is meer ruimtelijkheid door de architectuur
> Cimabue’s Madonna, 1280- 1290.
- Je hebt een troon waar profeten onder zitten en die engelen
hebben die troon vast en die brengen het naar je toe. Ze brengen
Maria naar onze wereld toe.
- Ze kijkt je recht aan
> Giotto’s Madonna, ca. 1310- 1330.
- Veel vleselijker en menselijker en de engelen zijn nog meer
aanwezig.
- Er is gewicht opeens aan deze Madonna. Ze heeft borsten, ze is
echt van vlees en bloed. Ze zit stevig op haar troon.
- Profeet staat achter de troon en spelletje dat hij er doorheen kijkt.
Dus er wordt echt gespeeld met de ruimte
- Haar troon oogt als een gotische apsis
- Je kan in het schilderij. De figuren hebben echt een plaats in de
ruimte. Er is 3 dimensionaliteit; kijken naar de realiteit dus.
- Aandacht voor mens en natuur. Werken naar de natuur
- Bedelorden van de franciscanen; inleven in goddelijken, bijbelse
figuren. Kind pakt een bloem, maar houdt zich vast aan Maria en dit
is gestimuleerd door de Franciscanen; kijken naar mensen om zich
heen.
- Aureool; Giotto hier in goud gekrast en dit is ontleend aan schalen
uit Islamitische wereld; internationale orientatie
- Historisch bewustzijn: idee van goede meester; vergelijking-
ontwikkeling van plat naar driedimensionaal en er wordt gekeken
naar de oudheid
> als we beide kunstenaars (leermeester en leerling) met elkaar
vergelijken zien we dat Cimabue meer kijkt naar de Byzantijnen, terwijl Giotto meer kijkt
naar de realistische lichtval, waardoor er een subtielere overgang is van kleur en
schaduw. Hierdoor zie je echt diepte, alsof je met je hand erachter kan. Bij Cimabue is