Bedrijfskunde Basis Hanzehogeschool – minor Bedrijfskundig Management
Bedrijfskunde Basis
Tentamen in week 4
o Maandag 12 maart 10.30-13.30
o 40 meerkeuzevragen
o Geen rekenmachine
o Geen woordenboek
Bedrijfskunde Integraal
o ‘’bruine editie’’
Prepzone
Proeftentamen op BB
H1 t/m H8
Blauwe begrippen kennen
Pagina 1 van 45
,Bedrijfskunde Basis Hanzehogeschool – minor Bedrijfskundig Management
Les 1: H1, H2, H3
Organisatie en bedrijf
Een organisatie is een menselijke samenwerking die doelgericht en als blijvend bedoeld is.
Organisaties die goederen en/of diensten voortbrengen of handel drijven met het doel deze op een afzetmarkt te verkopen
noemen we een bedrijf.
- Bedrijven zonder winstoogmerk (ook wel non-profitinstellingen genoemd).
o Het is niet het primaire doel, bijv. ‘’winst’’ in betere gebouwen en investeringen
o Streven naar levering van goederen en diensten voor algemeen nut tegen de laagst mogelijke offers
o Ziekenhuis, waterleidingmaatschappij, vervoersbedrijf
- Bedrijven met winstoogmerk streven naar winst (onderneming).
o Op eigen kracht een opbrengst voor hun producten en diensten realiseren die hoger is dan de kosten van het
maken of leveren ervan proberen eraan te verdienen om winst te maken en dit ter beschikking te stellen
aan de bedrijfseigenaar ter beloning
o MKB, Volvo, Unilever
Kijk onderaan blz 22
Voorbeeldvraag: ieder
bedrijf is een organisatie,
maar niet iedere
organisatie is een bedrijf
ken het plaatje!
(waar).
Een organisatie is een
bedrijf als zij goederen of
diensten produceert. Niet
ieder bedrijf is een
onderneming, alleen als
ze gericht zijn op het
maken van winst.
Een bedrijf is in de kern een organisatie.
Vier belangrijke kenmerken:
1. De menselijke factor in een organisatie;
a. In bedrijven gaat het om mensen. Strikt genomen is een roedel wolven ook een organisatie waarin wordt
samengewerkt om te overleven.
2. Een samenwerkingsvorm in een organisatie;
a. Het gegeven dat mensen in organisaties goed en handig met elkaar moeten samenwerken, is een van de
interessantste opgaven voor de bedrijfskunde. De mensen begon samen te werken met anderen, omdat de
ervaring leerde dat je in een samenwerkingsverband meer kan bereiken dan individueel.
b. Synergie-effect: het resultaat van het totale samenwerkingsverband is groter dan een optelling van de
resultaten van individuele prestaties.
3. Doelgerichtheid binnen een organisatie;
a. Een organisatie wordt opgericht met een bepaald doel. Organisatiedoelen kunnen veranderen, maar om de
eenheid binnen de organisatie te bewaren zullen er altijd 1 of meer gezamenlijke doelen aanwezig moeten
zijn anders mist richtinggevoel en worden eigen doelen nagestreefd (kip zonder kop)
4. Continuïteit ( niet altijd waar, zie bovenstuk tekst).
a. Onder normale condities streven leden ernaar de organisatie te continueren.
b. Going-concerngedachte: bij het nemen van managementbeslissingen uitgaan van continuïteit van het
bedrijf. De interne hoofddoelstelling is het voortbestaan van het bedrijf en de externe hoofddoelstelling is
voorzien in een (maatschappelijke) behoefte.
c. Iedere organisatie wil met mensen naar een bepaald eindpunt werken. Het uitgangspunt is continuïteit
(voortbestaan) = niet waar. Sommigen willen zichzelf overbodig maken bijv. kindje is ernstig ziek en
mensen zamelen geld in totdat het kind geholpen kan worden. Maar ook een vakbond!
Pagina 2 van 45
,Bedrijfskunde Basis Hanzehogeschool – minor Bedrijfskundig Management
Transformatieproces
Bedrijven (ondernemingen) worden dus met bepaalde doelstellingen opgericht. Om de doelstellingen te behalen moet er
een transformatieproces plaatsvinden.
Transformatieproces: Om de bedrijfsdoelstelling te realiseren zal input veranderd moeten worden in output.
De output is niet altijd gewenst, zo kan het ook ongewenst zijn Co2 uitstoot bij het produceren van producten.
In figuur 1.2 staat niet aangegeven HOE de input tot de juiste output wordt getransformeerd blackboxbenadering. Het
proces wordt dan gezien als een zwarte doos waarbij alleen gezien kan worden wat erin gaat en wat eruit komt.
Bedrijfskunde
Bedrijfskunde: Het vakgebied dat zich bezighoudt met het op de juiste wijze organiseren, in elkaar zetten, en het regelen
van de bedrijven. Het aandachtsgebied van dit vak betreft bedrijven en bedrijfsvoering.
‘’De bedrijfskunde is die tak van de wetenschap die zich bezighoudt met de organisatie en omgeving van bedrijven.
Bedrijfskunde kent een integrale (alles- of veelomvattende), multi- en interdisciplinaire benadering waarin op een
wetenschappelijke manier aandacht wordt besteed aan praktijkgerichte vraagstukken binnen bedrijven.’’
- De bedrijfsomgeving is van belang
o De omgeving zijn elementen buiten het bedrijf die van invloed zijn op de werking van het bedrijf.
o Klanten, overheid, vakbonden, economische situatie
o ‘’als je het deel in het geheel niet ziet, zie je het deel in het geheel niet’’
- Het is multidisciplinair: verschillende vakgebieden omvattend.
o Het is een overkoepelend vakgebied dat, waar nodig, andere vakgebieden combineert. De bedrijfskunde
brengt op zichzelf staande vakken samen, omdat een op te lossen probleem vaak niet toe te spitsen is op 1
vakgebied
Pagina 3 van 45
, Bedrijfskunde Basis Hanzehogeschool – minor Bedrijfskundig Management
o Bedrijfseconomie, bedrijfspsychologie, technologieleer, inkoopkunde, marketing en sales, organisatiekunde,
communicatiekunde, management van processen, rechten, bedrijfssociologie, facility management,
informatiekunde.
- Het is interdisciplinair: verschillende vakgebieden verbindend, met elkaar in contact brengend.
o Multidisciplinair brengt vakgebieden bij elkaar. Interdisciplinair kiest een tussenpositie door perspectieven
van vakgebieden te combineren en te verbinden.
o Hierin schuilt de zwakte en de kracht: ze weten niet van 1 vakgebied heel veel, maar praktijkproblemen
hebben zelden betrekking op 1 vakgebied. Daarom is het goed een tunnelvisie te mijden en kennis te hebben
van meerdere vakgebieden.
- Het is een wetenschap en een kunde
o Het is een wetenschap, omdat bij de vorming van bedrijfskundige theorieën en bedrijfskundig onderzoek de
normale wetenschappelijke spelregels worden toegepast.
o Bij bedrijfskunde gaat het om reële problemen en praktische vraagstukken die opgelost moeten worden, de
oplossingen hoeven niet het eerstkomende decennia te dienen.
o Bedrijfskunde is pragmatisch: zoeken naar werkzame oplossingen waar mee gewerkt kan worden.
De bedrijfskundige
Een bedrijfskundige is iemand die zich bezighoudt met de organisatie en omgeving van bedrijven. Hij hanteert daarbij een
multi- en interdisciplinaire aanpak van een bedrijfsprobleem. het is een bril, aangeleerde beroepshouding en kunde.
Een manager daarentegen is iemand die zich richt op de planning, organisatie, leiding en beheersing van een organisatie en
die menselijke en materiële middelen toewijst om de organisatiedoelen te bereiken. het is een taak of opdracht.
Bedrijfskunde is een breed vakgebied, dus het verlangt een brede blik. De competenties van een bedrijfskundige:
- Analytisch inzicht: de werking en fouten van een bedrijf kunnen analyseren en verbeteringen aandragen.
- Adviseren: kunnen adviseren, rekening houden met anderen. Tevens eraan denken dat advies niet altijd opgevolgd
wordt.
- Samenwerken: kunnen samenwerken met diverse afdelingen en specialisten, beschikken over tact en
inlevingsvermogen.
- Communiceren: zichzelf kunnen toelichten, presenteren. Beschikken over communicatieve vaardigheden, ook het
luisteren naar anderen.
- Leiding kunnen geven: plannen, organiseren en delegeren. Vaak wordt er leiding gegeven aan een afdeling of
projectteam.
- Stressbestendigheid: er zijn verschillende disciplines, meningen en deadlines. Daar moet de bedrijfskundige tegen
kunnen.
Pagina 4 van 45