100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Vloeiendheid (vloei) leerdoelen, leerjaar 2, Logopedie €3,74   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Vloeiendheid (vloei) leerdoelen, leerjaar 2, Logopedie

11 beoordelingen
 504 keer bekeken  67 keer verkocht

Tentamendocument voor het vak Vloeiendheid (vloei) van jaar 2. In dit document vind je de uitgewerkte leerdoelen en de bijbehorende literatuur van de studietaken samengevat. Oftewel: compleet document voor je tentamen over stotteren/broddelen. Succes!

Voorbeeld 5 van de 36  pagina's

  • Nee
  • H7, h8, h10
  • 17 maart 2018
  • 36
  • 2017/2018
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (19)

11  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: sannelubberdink • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: amal_bouk • 2 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: Anoniems • 2 jaar geleden

Wat jammer dat je er niet blij mee bent. Graag ontvang je feedback om het document weer aan te kunnen passen zo mogelijk.

review-writer-avatar

Door: laura_gensen • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: vejemamo • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: maryn95x • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: loispolderman • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: Maryam20 • 6 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
Anoniems
Vloeiendheid jaar 2
Voorkennis en samenhang
Voor uitgebreide uitwerking van de nodige voorkennis en samenhang: zie leerdoelen vloeiendheid jaar 1.
Hieronder kort uitgewerkt wat je tenminste moet weten.

De fases in de ontwikkeling van het stotteren
Kerngedrag Secundair gedrag Gevoelens/ attitudes Overige
Grensgeval >11 niet vloeiendheden Nee Meestal niet bewust, Belaste spraak/taal en
(borderline) per 100 woorden soms verrast of licht psychosociale
- herhalingen gefrustreerd ontwikkeling in
- verlengingen wisselwerking met
aanleg.
Beginnend Snelle, onregelmatige en Ja Bewust van niet Geconditioneerde
gespannen herhalingen, vloeiendheden, toont emotionele reacties
eventuele blokkades soms frustratie veroorzaken overmatige
spanning
Overgang - blokkades Ja Angst, frustratie, ↑
(intermediate) schaamte, en conditionering van
verlegenheid vermijding
Gevestigd - lange gespannen Ja Angst, frustratie, Spraak/taal en
(gevorderd) blokkades schaamte, negatief psychosociale
(sommige met tremor) zelfgevoel ontwikkeling,
geconditioneerde
emotionele reacties die
overmatige spanning
veroorzaken

Normale niet-vloeiendheden (type 2) Niet normale onvloeiendheden (type 1)
□ interjecties (eh) □ blokkades (met zichtbare en hoorbare spanning)
□ revisie (zin opnieuw beginnen en veranderen) □ verlengingen
□ zinsherhaling en woordherhaling □ snelle of gespannen herhaling klank, lettergreep
□ ongrammaticale pauze
□ langzame herhaling zonder spanning
□ incompleet woord/ incomplete zin

Screening Lijst Stotteren (SLS)
De SLS is een meetinstrument waarmee snel en nauwkeurig vastgesteld kan worden of er sprake is van (beginnend)
stotteren, of het kind risico loopt op blijvend stotteren, of het kind zelf reageert op het stotteren, etc. De lijst is
geschikt voor kinderen van 2 tot 7 jaar en wordt ingevuld door de ouders/verzorgers maar kan ook ingevuld worden
door medewerkers van de peuterspeelzaal of school. De SLS bestaat uit 6 onderdelen (a t/m f) en de interpretatie is als
volgt: >11 punten betekent contact opnemen met een therapeut/logopedist en 8-11 punten betekent dat je de lijst
over 3 maanden nog een keer moet invullen.

RPS-schema
Anatomische eigenschappen Activiteiten Participatie
- soorten stotters Bij welke activiteiten gaat het beter Beperkingen in de participatie door
- duur van de stotters en/of slechter? stotteren:
- secundair gedrag - sociale contacten?
- ernstmeting (SSI) - gesprek voeren?
- onderzoekgegevens - etc.
Persoonlijke factoren Externe factoren
- temperament, leeftijd, ervaring - komt stotteren voor in de familie?
- studie/ werk - stotteren plots ontstaan?
- vrienden/relatie/gezin

,Format diagnose stellen ICF
‘’Naam is een jongen/meisje| meneer/mevrouw van ___ jaar. Er is sprake van een licht/ matig/ ernstig/ zeer ernstig
stotteren (SSI score: _, percentiel: _) en dat wordt gekenmerkt door ____. Hierdoor is naam licht/matig/ ernstig
beperkt bij ____. Naam reageert op het stotteren door ___ en/of voelt ___ door het stotteren.’’

Onderzoeksmiddelen
Stottergedrag: SSI, SSC-sd
Secundair gedrag: BCL
Emoties en cognities: SSC-er
CAT/ S-24

Articulatietempo berekenen
Om het articulatietempo te berekenen heb je een spraakfragment nodig en hieruit zoek je met behulp van het
programma PRAAT 5 fragmenten van aaneengesloten spraak (dus zonder pauzes of interjecties) met zo’n 12-20
syllaben. Per fragment bereken je het aantal syllaben : aantal seconden van het fragment. Van 5 fragmenten krijg je
dus 5 uitkomsten in seconden. Het gemiddelde articulatietempo reken je uit door deze seconden allemaal bij elkaar op
te tellen en te delen door 5.
Analyse en interpretatie
Te hoog spreektempo = Bij kinderen > 5.2 SPS
Bij adolescenten > 5.6 SPS
Bij volwassenen > 5.4 SPS
Variatie is te veel indien Het verschil tussen de hoogste en laagste meting meer dan 3.3 SPS is.
= Dit geldt voor alle leeftijdsgroepen.

Broddelen
3 vormen van broddelen:
□ Dysritmisch broddelen = slechte controle spreektempo, tachylalie (te snel spreken), bradylalie (te langzaam spreken)
□ Dysartrisch broddelen = misarticulaties, slechte coördinatie spreekbewegingen
□ Dysfatisch broddelen = formuleringsproblemen, verward spreken, zinnen niet afmaken

Prevalentie mengvormen stotteren/broddelen tussen de 18-67%. Aanmeldingen voor stotteren in de praktijk: 5%
zuiver broddelen en 35-45% combinatie van broddelen en stotteren.

‘Stotteren: Van theorie naar therapie’ Bezemer e.a.

Hoofdstuk 7 Therapie voor (zeer) jonge kinderen
Bij therapie voor (zeer) jonge kinderen spelen de ouders een hele grote rol. Als therapeut kijk je naar hoe
intensief de ouders begeleid moeten worden en hoeveel aandacht er besteed moet worden aan de emoties
van de ouders rond het stotteren. Het is belangrijk te onderzoeken in welke mate het stotteren verder kan
uitgroeien tot een ingrijpend probleem en welke predisposities (temperament, taal- en spraak
mogelijkheden, neurologische aspecten) een rol gaan spelen in combinatie met welke omstandigheden
zoals omgevingsreacties en gestelde eisen.

Jonge kinderen ontwikkelen zich op veel gebieden en dit heeft gevolgen voor de volgende keuzes:
- Start je wel of niet met therapie?
- Welke aandachtspunten zijn van belang binnen de therapie?
- Stop je al of niet, wellicht tijdelijk, met de therapie?

De logopedist kan het observatieschema (observatieschema 7.5 in het boek) gebruiken om op een
overzichtelijke manier diverse gegevens uit de anamnese en onderzoek te noteren.

,Richtlijnen voor een gesprek met de ouders:
1. Beschrijf normaal niet-vloeiend spreken bij jonge kinderen.
2. Leg de ontwikkeling uit van stotteren, de kernstotters en de gedachten en emoties erover met
als resultaat mogelijke secundaire stottergedragingen.
3. Bespreek mogelijke gedachten en emoties rondom het stotteren bij het kind maar ook bij de
ouders en bespreek hoe deze beïnvloed kunnen worden.
4. Plaats het kind in deze beschrijving: in welke fase in de ontwikkeling van stotteren is het kind
en op welke manier lijkt het kind te stotteren?
5. Wat zegt de literatuur over de oorzaken van stotteren en over uitlokkende, in standhoudende
en versterkende factoren bij stotteren.


Kiezen voor directe of indirecte therapie?
Kinderen hebben al heel jong, gemiddeld met 33 maanden, in de gaten dat zij stotteren. Preventie van
problemen op cognitief en emotioneel gebied zal vooral mogelijk zijn wanneer het kind zoveel mogelijk
spontane vloeiende spreekervaringen heeft. Het kind moet de ontwikkeling hebben doorgemaakt om ‘over
praten te kunnen praten’ voordat cognities rond het stotteren aandacht kunnen krijgen binnen de therapie.
Herkennen en benoemen van gevoelens zullen in aanvang makkelijker gaan dan praten over cognities
waarbij de vaardigheden om ingewikkelde taal-denkrelaties te verwoorden nog te kort schiet.
Het is wenselijk te starten met indirecte therapie maar dit is niet altijd mogelijk.

Indirecte therapie
Uitgangspunten: - Het kind wordt zo min mogelijk belast
- Er moet een balans zijn tussen de verwachtingen en de
mogelijkheden (Demands & Capacitaties Starkweather)
- De eisen/ verwachtingen aan het kind moeten omlaag

Starten met de ouders: Bij indirecte therapie start je met de ouders:
- Welke factoren hebben invloed op het spreken, zowel positief als negatief?
- Waar hebben de ouders wel en niet invloed op?
- Hoever kan de therapeutische invloed gaan?

Therapeutische mogelijkheden voor de ouders om op indirecte wijze de
spraakkwaliteit bij het kind te beïnvloeden, blijken in de praktijk vaak te
resulteren in makkelijker communiceren en/of vloeiender spreken.
De houding, emoties, ideeën en kennis rondom stotteren en hoe ouders het
stotteren kunnen beïnvloeden moeten geoptimaliseerd worden.
Aandachtspunten
Spontaan spreken Het stimuleren van het spontaan vloeiend spreken geeft al aan dat er geen druk
wordt gelegd op het kind, het kind hoeft niet te presteren en geen bewuste
gedragsverandering aan te brengen. Ouders doen het niet ‘’fout’’ maar zijn niet
opgeleid om een stotterend kind te begeleiden. Hun kind heeft een probleem
met het leren van vloeiend spreken of heeft mogelijk een instabiel systeem om
vloeiend te leren spreken (predispositie).

Spreektempo Een hoog spreektempo bij de ouder óf kind is een risicofactor voor stotteren.
Een langzamere spreker wil een snellere spreker in snelheid volgen met als
gevolg dat het kind wil presteren boven eigen spraak motorische en
taalvaardige capaciteiten. Het spreektempo ontwikkelt zich nog tot 8-9 jaar.
Een lager spreektempo heeft bijkomende effecten zoals kortere en
eenvoudigere zinnen. Bij bijkomende taal/spraakproblemen moet er rekening

, gehouden worden met een vertraagde auditieve verwerking en planning.

De ouder reageert vaak met kortere interactietijd op stotterend spreken dan op
vloeiend spreken → de ouder weet al wat het kind wil gaan zeggen → het kind
wordt onder druk gezet om sneller te reageren.

Beurtwisseltijd De beurtwisseltijd is belangrijk voor aandacht voor elkaar, denken rond
formuleringen, woordvinding en taalpragmatiek. Een snelle beurtwisseling
speelt een versterkende rol in het ontwikkelen van niet-vloeiend spreken.

Taalaanbod - Aangeboden taal verminderen in hoeveelheid en vereenvoudigen
- Minder vragen stellen en het initiatief meer bij het kind laten
- Bij het verhaal blijven en in de belevingswereld van het kind
- Taaluitingen herhalen

Spraak/taal proces - Eisen aan grammaticale structuren verlagen
- Extreme en snelle groei in de woordenschat afremmen
- Terughoudend zijn bij fonologische- en taalproblematiek en therapie
- Koester een lage articulatiesnelheid bij het kind

Temperament Het temperament, de persoonlijkheid, van het kind is een belangrijk
aandachtspunt. Je kijkt naar de reactiviteit (mate van reageren, snelheid en
intensiteit) van de fysiologische en gedragssystemen.
Hoe speelt het kind hierop in? Zoekt het toenadering of trekt het zich terug?
Zoekt het kind steun of juist niet? Deze ‘locus of control’ speelt een belangrijke
rol binnen de probleem oplossing.

Er wordt verondersteld dat kinderen die stotteren mogelijk een kwetsbaarder
temperament systeem hebben waardoor ze gevoeliger reageren en het
stotteren sterker ontwikkeld en ook moeilijker herstelt.

Cognitieve Stotteren komt vaker voor bij kinderen met problematische, verstandelijke
ontwikkeling ontwikkeling.

Reacties van luisteraar Het is verleidelijk om een kind dat stottert aan te vullen. De luisteraar weet
soms wat het kind wil gaan zeggen, vult aan of onderbreekt, en zo wordt de
interactietijd automatisch ingekort. Het kind kan vervolgens het idee krijgen dat
het iets fout doet, het wordt tenslotte onderbroken bij een stottermoment.

Uit verschillende observaties blijkt dat de ouders van stotterende kinderen
hogere, verbale eisen stellen. Ook houdt de luisteraar regelmatig de adem in
tijdens het stotteren en ook andere non-verbale reacties worden waargenomen
zoals fronsen, wegkijken, zuchten en de adem loslaten als de blokkade van het
kind eindigt.

Normale niet- Kinderen die stotteren mogen net als alle kinderen normale niet-vloeiendheden
vloeiendheden hebben. Vaak is te zien dat ze dat niet willen of tolereren of dat de ouders hen,
onbedoeld, vragen om perfect vloeiend te spreken. Het bewust maken en
nadrukkelijk laten horen van normale niet-vloeiendheden door de ouders zelf
(model te laten staan) kan desensitiserend werken. Ouders vinden dit vaak
spannend, omdat ze bang zijn hun kind juist te leren stotteren. Het is voor de
therapeut dus een belangrijke taak het belang hiervan goed uit te leggen.

, Video interactie
Een doeltreffend hulpmiddel is het maken en bespreken van video opnames van interacties met het kind.
Tijdens de interactie is veel te zien. Het volgende is van belang bij de video-interactie:
- Werk met beiden ouders, bedenk vooraf wat met de ouders besproken zal worden: spontaan vloeiend
spreken bevorderen, reacties op stotteren veranderen, beurtgedrag verbeteren?
- Laat zeker in het begin de goed verlopende momenten zien, zoek stukjes waarop de ouders met hun
gedrag een positieve bijdrage leveren.

Lidcombe
Het Lidcombe programma kan zien worden als een speciaal, zeer gestructureerd programma rond de
benadering van het stotterende kind met als doel de spontane vloeiendheid te versterken. De ouders leren
eerst door het observeren van de therapeut en later door zelf te oefenen en feedback te krijgen. Ze leren
hoe ze, in hun manier van vragen stellen aan en reageren op het kind, de complexiteit van hetgeen ze
zeggen steeds kunnen bewaken. Kinderen worden door de aangepaste inbreng van de ouders vanzelf
uitgenodigd om spontaan met korte en eenvoudigere zinnen te reageren waardoor de kans op vloeiender
spreken wordt vergroot. Heel geleidelijk worden de eisen hoger aan het kind op het gebied van spreken.


Directe therapie
Het is niet altijd mogelijk te starten met indirecte therapie. Er kunnen verschillende redenen zijn dat je met
directe therapie start, bijvoorbeeld als de ouders niet beschikbaar zijn voor indirecte therapie. De leeftijd
van het kind is geen criterium maar de ontwikkelingsfase van het stotteren wel.

Indicaties om met directe therapie te starten zijn:
□ Er is sprake van veel secundair gedrag (het kind reageert op het stotteren → lichamelijke spanning)
□ Er zijn veel negatieve gevoelens en gedachten rondom het stotteren en die spelen een grote rol
□ Het temperament van het kind speelt een grote rol: het kind is perfectionistisch en stelt hoge eisen
□ Er zijn andere spraak- taal of ingrijpende problemen die kunnen interacteren met het stotteren
□ De ouders zijn niet beschikbaar voor de indirecte therapie of spreken geen Nederlands

Tijdens indirecte therapie wordt de aandacht gericht op de verwachtingen die de omgeving heeft van het
kind. Geleidelijk aan kan de behoefte ontstaan het kind zelf ook te gaan begeleiden, ofwel directe therapie
te starten. De aandacht gaat dan meer naar de verwachtingen die het kind van zichzelf heeft. Na het
onderzoek zal moeten blijken wat het tijdstip is waarop er direct met het kind gewerkt kan worden. Over
het algemeen vindt directie therapie plaats in aanwezigheid van een ouder zodat de therapeut model kan
staan voor de reactie die men kan hebben op het spreken/ stotteren van het kind.

Aandachtspunten
Desensitiseren Om secundair gedrag los te laten, zal een kind minder onaangename gevoelens
moeten leren ondervinden rond het stotteren.
Om de gevoeligheid voor stotteren te verminderen is het nodig het stotteren op
het niveau van het kind te bespreken.
- Gebruik het woord stotteren als het nodig is, ‘als de therapeut
het woord ook uit de weg gaat zal het écht wel erg zijn’.
- Laat het kind stotters herkennen in het spreken van de omgeving.
Zo wordt het stotteren een tastbaar en bespreekbaar probleem.
- Laat het kind stotters bij zichzelf herkennen.
- Hardop praten over de stotters ‘verwoorden van innerlijke spraak’.
- Het kind leren dat het niet erg is om fouten te maken en
desensitiseren voor ‘iets nog niet goed kunnen’.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Anoniems. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,74. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64438 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,74  67x  verkocht
  • (11)
  Kopen