Hoofdstuk 1: Communicatie
1.1 Jij en communicatie
Communicatie is niet alleen wat je zegt, maar ook hoe je je gedraagt en hoe je kleedt.
1.2 Het woord communicatie
Het woord communicatie kwam pas na de Tweede Wereldoorlog in gebruik. Communicatie is
een containerbegrip: er wordt van alles onder verstaan en aan opgehangen.
1.3 Modellen van communicatie
Een model is een vereenvoudigde, vaak grafische weergave van de werkelijkheid. De functie
van een communicatiemodel is het zichtbaar en inzichtelijk maken van het verloop van het
proces van communicatie. Het model van Shannon en Weaver is vooral bedoeld en geschikt
als uitleg en hulpmiddel bij het rekenwerk van de mathematische communicatietheorie. Het
gaat niet over de menselijke kant van communicatie, maar de nadruk wordt gelegd op
transmissie en overbrenging.
Voorbeeld van informationsource (bron): Beller 1
Voorbeeld van transmitter (zender): Telefoontoestel 1
Voorbeeld van channel (kanaal): Telefoonlijn
Voorbeeld van receiver (ontvanger): Telefoontoestel 2
Voorbeeld van destination (eindpunt): Beller 2
Dit model voldoet om de transmissie van informatie weer te geven, maar niet om uit te
leggen wat er bij communicatieprocessen komt kijken.
1.4 Kernbegrippen van communicatie
De kernbegrippen zijn samengebracht in een schema dat de basis vormt voor dit boek. Dat
is de COMpositie.
Context
Con-tent
Publieksgro
Visie Organisatie Aanpak
epen
Con-nect
,1.5 Voorbeelden van communicatie
Dit kan van alles zijn, van een reclameposter in een bushokje tot een memo van de directie
of het luchtje dat je op doet.
De conclusies die uit de voorbeelden kunnen worden getrokken, zijn:
Zowel zenden (zich uiten) als ontvangen (waarnemen en interpreteren) hoort bij
communicatie.
Bij communicatie kunnen uiteenlopende hulpmiddelen worden gebruikt.
Onze zintuigen zijn onmisbaar bij het opvangen van informatie.
Niet iedereen zal bepaalde informatie op dezelfde manier interpreteren..
Heel veel informatie zul je niet of nauwelijks signaleren.
Sommige vormen van informatie zetten je aan tot actie.
1.6 Communicatiebegrip
Om van communicatie te spreken is het niet nodig dat:
De zender daadwerkelijk een bedoeling heeft met wat hij communiceert;
Het waarnemen van de uitingen in het ‘hier en nu’ van het uiten plaatsvindt;
De boodschap daadwerkelijk wordt waargenomen en geïnterpreteerd door een of
meer ontvanger(s);’
De ontvanger reageert; we noemen dat het principe van wederkerigheid.
Bij communicatie is er dus sprake van ‘zich uiten’ (zenden) en ‘waarnemen en interpreteren
(ontvangen), maar niet per se tegelijk en op dezelfde plaats. James Stappers geeft dat weer
in het communicatieproces en het informatieproces.
A X Communicatieproces
X B Informatieproces
In het communicatieproces doet iemand een mededeling in een rechthoekje. In het
informatieproces neemt iemand een informatiebron waar en haalt er informatie en kennis uit.
1.7 Massacommunicatie
Bij massacommunicatie wil iemand zoveel mogelijk mensen bereiken. Wat hem betreft mag
het iedereen zijn. Zelfs flessenpost is massacommunicatie. Het wordt niet rechtstreeks aan
tientallen of honderden mensen gericht, het maakt de verzender niet uit wie het ontvangt. Er
is sprake van massacommunicatie omdat iemand iets openbaar maakt, waardoor in principe
niemand van ontvangst is uitgesloten.
1.8 Openbaar maken en openbaar raken
Een boodschap kan ook openbaar raken. Er is dan geen duidelijke aanwijsbare eerste
zender. Het kan gebeuren dat men ervaringen met elkaar deelt of elkaar deelgenoot maakt
van de eigen opvattingen en onderling ideeën uitwisselt. Het aantal gesprekken kan hierdoor
gaandeweg toenemen, doordat steeds meer mensen aan de gesprekken deelnemen. Deze
, manier van openbare communicatie wordt informele communicatie genoemd en zien we
terug in het doorvertellen van geruchten, roddels, verhalen, commentaar op het nieuws,
opinies, standpunten, cartoons, foto’s, plaatjes enzovoort. Het kan gebeuren via mond-tot-
mondgesprekken, of via Sociale Media.
1.9 Professionele communicatie in de context van de organisatie
Welke vormen van communicatie zijn met name relevant voor aankomende professionals?
Voorbeelden zijn tekstschrijven, webdesign, sociale media en fondsenwerving.
Een mogelijk werkgebied voor communicatieprofessionals is Marketingcommunicatie. Hierbij
draait het om het opbouwen van sterke merken en het aanprijzen van de producten en
diensten.
1.10 Communicatie is een rationeel begrip (kernbegrippen Organisatie en
Publieksgroepen)
Communicatieprofessionals doen hun werk in, door, voor, over en met organisaties. Een
organisatie kan een bedrijf zijn, of een overheidsinstantie, maar ook een stichting of
vereniging.
Communicatie is onmisbaar om het contact met alle publieksgroepen te onderhouden.
Voorbeelden van publieksgroepen zijn medewerkers van de organisatie, klanten,
leveranciers, omwonenden etc. Goed contact is van wederzijds belang. Organisatie en
publieksgroepen zijn kernbegrippen van professionele communicatie.
Kanttekeningen:
1. Communicatieprofessionals zijn niet de enigen die in en vanuit organisaties
boodschappen maken en verspreiden.
2. Publieksgroepen maken hun wensen, behoeften, klachten en dergelijke soms direct
kenbaar aan de organisatie, maar vaak ook niet. Het kan ook bijvoorbeeld via
Facebook gaan.
3. Publieksgroepen worden overspoeld door allerlei boodschappen van allerlei
organisaties, media en individuen.
1.11 Communicatie draait om informatieverspreiding en –uitwisseling (kernbegrippen
content en connect)
Boodschappen en informatie die worden uitgewisseld gaan ergens over. Dit heet content.
Organisaties proberen wat ze belangrijk vinden (content) gericht te uiten via middelen
(connect) naar publieksgroepen en omgekeerd.
Kanttekeningen:
1. Zwakke kant van organisatie is: iedereen kan de boodschappen die hij waarneemt
naast zich neerleggen.
2. De sterke kant van organisatie is dat je het kunt inzetten om te informeren, overtuigen
en overleggen.
1.12 Omstandigheden waarbinnen de communicatie plaatsvindt (kernbegrip Context)
De situatie of context waarin het communicatieproces en informatieproces plaatshebben, kan
invloed hebben op hoe die processen verlopen. Dan kan het gaan om de situatie waarin
organisatie en publieksgroepen zich bevinden. Voorbeelden: een bedrijf dat net vanwege