Inleiding Bedrijfseconomie | Tentamen Literatuur
H1, H2, H3 t/m §3.12
E. Boots
Bedrijfseconomie voor het besturen van organisaties A.W.W. Heezen 7de DRUK
November 2021
Disclaimer: dit document is voor interne leergerichte doeleinden gemaakt, waarbij gebruik is gemaakt van de literatuur van
Bedrijfseconomie voor het besturen van organisaties A.W.W. Heezen 7de DRUK. Om die reden is publicatie van dit document
is niet toegestaan.
,E. Boots
H O O F D S T U K 1 / Betekenis van bedrijfseconomie
§1.1 – Economie en bedrijfseconomie
Economie: is de wetenschap die het keuzegedrag van de mens bestudeert (ook wel economisch
handelen genoemd).
Het keuzeprobleem doet zich voor bij bedrijven, studenten, maar ook bijvoorbeeld bij mensen met
een hoog inkomen. Voor elk genoemde is het inkomen ontoereikend om aan alle wensen te kunnen
voldoen.
Schaarste: de middelen zijn onvoldoende om in alle behoeften te voorzien.
Economische wetenschap: bestudeert het menselijk handelen dat gericht is op het verminderen van
de schaarste.
In de economische wetenschap wordt ervan uitgegaan dat de mens zich bij dit keuze handelen laat
leiden door economische principes.
Economische principe: een bepaald doel proberen te bereiken met opoffering van zo min mogelijk
middelen; of: met een gegeven hoeveelheid middelen zo veel mogelijk behoeften proberen te
bevredigen.
Welvaart: is de mate waarin de mens in staat is zijn behoeften te bevredigen met de beschikbare
middelen.
Onder behoefte valt ook vrije tijd, schoon milieu etc.
Naarmate meer middelen beschikbaar zijn, is het mogelijk om meer behoeften te bevredigen.
Dit betekent niet dat mensen met hoog inkomen welvarender zijn, vaak is dit in het tegendeel
doordat mensen met een hoog inkomen hun behoeften te hoog opschroeven.
Welvaart is dus een relatief begrip.
Economisch handelen: het menselijk handelen dat gericht is op het vergroten van zijn welvaart.
Doordat welvaart niet alleen afhangt van de hoeveelheid beschikbare financiële middelen, maar ook
van milieu, energieverbruik, arbeidsomstandigheden etc., kan het handelen van de mens uit
verschillende gezichtspunten bekeken worden.
Om die reden wordt de economische wetenschap opgesplitst in algemene economie en
bedrijfseconomie.
Algemene economie: wetenschap die het economisch handelen van de volkshuishoudingen
(maatschappij) als geheel bestudeerd.
Onderwerpen zoals arbeidsverdeling, inkomensvorming, inkomensverdeling, prijzen van de
productiefactoren, overheidsfinanciën en internationale economische betrekkingen aan de orde
komen aan bod.
Inzichten van de A-economie zijn belangrijk om de ontwikkeling in de koopkracht van consumenten
te verklaren, deze ontwikkeling is weer belangrijk voor de omzet van bedrijven.
Economische groei leidt tot meer vraag naar producten en daardoor tot een omzetstijging bij
bedrijven.
Bedrijfseconomie: wetenschap die het economisch handelen van individuen in
bedrijfshuishoudingen bestudeerd.
2
,E. Boots
Onderwerpen zoals de wijze waarop een onderneming gefinancierd kan worden, de aanschaf van
productiemiddelen, de organisatie van het productieproces en de berekeningen van de kosten die
daarmee verband houden komen aanbod.
Bedrijfseconomie is onder te verdelen in de volgende drie taakgebieden;
l) Financial accounting (externe verslaglegging)
Er zijn veel verschillende groepen (beleggers, werknemers, overheid etc.) die geïnteresseerd zijn in
de financiële gegevens.
Het verstrekken van gegevens aan belangstellenden buiten de eigen organisatie noemen we externe
verslaglegging (financial accounting).
De externe belanghebbenden moeten erop kunnen vertrouwen dat ondernemingen hun financiële
resultaten op correcte wijze vaststellen en tijdig bekendmaken (overheid heeft wettelijke regels
hiervoor).
ll) Management accounting (interne verslaglegging)
Managers hebben financiële info nodig om beslissingen te kunnen nemen.
Het verstrekken van deze info om beslissingen binnen een organisatie te onderbouwen, behoort tot
het werkterrein van de interne verslaglegging (management accounting).
lll) Financiering
: het vakgebied binnen de bedrijfseconomie dat zich bezighoudt met het aantrekken en verstrekken
van verschillende vormen van vermogen.
Het vermogen kan afkomstig zijn van de eigenaren van het bedrijf; het Eigen vermogen.
Ook afkomstig van niet-eigenaren, zoals banken, vermogen beschikbaar stellen; het Vreemd
vermogen.
De financiering houdt zich dus bezig met de verschillende vormen van vermogen en de financiële
vergoedingen die de verstrekkers van dit vermogen eisen.
Twee andere vakgebieden die nauw in relatie staan met bedrijfseconomie;
l) Bedrijfsadministratie
: het vastleggen en verwerken van financiële en niet-financiële gegevens.
Het vastleggen van financiële gegevens noemen we financiële administratie/boekhouding.
Ook leggen ze niet-financiële gegevens vast (registratie ziektedagen, verjaardagen en datum
indiensttreding).
Financiële en niet-financiële gegevens vormen de basis voor berekeningen en analyses die managers
gebruiken bij het nemen van beslissingen.
De administratie levert in dat geval de basis voor de managementinformatie en is in die zin
ondersteunend aan de management accounting.
De bedrijfsadministratie kan ook een functie van financial accounting vervullen door bijvoorbeeld
gedeelten van de informatie te verstrekken aan belanghebbende.
ll) Commerciële economie
: economische wetenschap die zich bezighoudt met het handen van consumenten.
De inzichten zijn van belang om een inschatting te kunnen maken van de omzet van een
onderneming.
Onderneming moet zich gaan verdiepen in de verschillende afnemersgroepen, mate van
concurrentie in de branche en de wijze waarop de afnemers via verschillende communicatiekanalen
kunnen worden benaderd.
3
, E. Boots
Deze factoren zijn op invloed van de afzet van producten en/of diensten en de verkoopprijs die
kan worden gerealiseerd.
Ondernemersvertouwen: ondernemingen zullen bij het maken van hun plannen voor de toekomst
rekening houden met de verwachte economische ontwikkelingen, toekomstverwachtingen spelen
daarbij een rol.
§1.2 – Bedrijfshuishouding
Bedrijfshuishouding: is een financieel-economisch zelfstandige productieorganisatie.
Bedrijfseconomie probeert inzichten aan te dragen die een bijdrage kunnen leveren aan het nemen
van beslissingen binnen bedrijfshuishoudingen.
§1.2.1 – Productie
Productie: het omzetten van productiemiddelen (input) in producten (output), zoals halffabricaten,
eindproducten en diensten, waardoor ze beter in de behoeften van de consument kunnen voorzien.
Door te produceren komt het product dichter bij de consument. Iedere handeling die het product
dichter bij de consument brengt, voegt waarde toe aan het product en wordt dus als productie
aangemerkt.
Productiemiddelen zoals arbeid, machines, grondstoffen en energie zijn nodig om producten voort te
brengen die bestemd zijn voor consumptie; het rechtstreeks gebruik (door consument) van de
goederen en/of diensten voor de bevrediging van behoeften.
Productie kan verschillende vormen aannemen:
- uiterlijke vormverandering (industriële bedrijven)
- verhandeling van goederen (handelsondernemingen)
- verplaatsing van goederen (transportondernemingen)
- opslag van goederen (pakhuizen)
- dienstverlening (advieskantoren)
Fig.1.3
§1.2.2 – Organisatie
Organisatie: een samenwerkingsverband tussen personen met het doel hun persoonlijke belagen te
bevorderen.
Participanten: de in een organisatie samenwerkende personen.
De deelnemers in de organisatie hoeven niet altijd gelijkgerichte belangen te hebben, wel geldt dat
de participanten hun persoonlijke belangen door hun deelname in de organisatie beter dienen dan
door buiten de organisatie te blijven.
Figuur 1.4 laat de bijdragen van en de vergoedingen voor de verschillende deelnemers in een
organisatie zien.
In het figuur staat bedrijfshuishouding in het midden van allerlei groeperingen.
Bedrijfshuishouding onderhoudt relaties met medewerkers, leveranciers, consumenten, overheid en
financiers.
4