Ziekenhuiszorg en chirurgie 3e leerjaar verpleegkundige
H27 zorgvragers met aandoeningen aan het bewegingsstelsel
Contusie = kneuzing
Distorsie = verstuiking of verzwikking
Luxatie = ontwrichting
Fractuur = botbreuk
Ruptuur = scheur
Bovengenoemde letsels kunnen veroorzaakt worden door HET*.
*Hoog Energetisch Trauma
Bijvoorbeeld; verkeersongevallen, een val van grote hoogte of schotwonden
Contusie
Ontstaat meestal door stomp geweld. Kan gepaard gaan met bloedingen. Kneuzingen van spieren
kunnen leiden tot een bloeduitstorting (hematoom) die zich meestal zichtbaar maakt als blauwe plek.
Bij een contusie blijft de huid intact, alleen onderliggende weefsel is verwond. Leidt vaak tot
bewegingsbeperking en vocht in het gewricht en pijn door kapselrek.
Distorsie
Een overrekking of verscheuring van het kapsel of de banden van een gewricht. Distorsie gaat meestal
gepaard met contusie.
Er ontstaat pijn en een bewegingsbeperking.
Luxatie
Verschillende onderdelen die een gewricht vormen in een abnormale stand staan. Een ontwrichting is
een uit de hand gelopen verstuiking, dit wordt ook wel uit de kom genoemd.
1 van de meest bekende luxaties is de schouderluxatie (schouder uit de kom).
Fractuur
Onderbreking van botweefsel. De meeste fracturen ontstaan door een trauma. Dit kan een
sportblessure of een ongeval zijn.
Fractuur kan gepaard gaan met een contusie, distorsie of luxatie.
Bij een fractuur zie je zwelling ter plaatse van de fractuur. De zwelling wordt veroorzaakt door de
aanwezigheid van bloed en/of vocht.
Er wordt onderscheid gemaakt in de manier waarop fracturen ontstaan:
, 1. Traumatische fracturen
Ontstaan in gezond botweefsel door een trauma. Kunnen ontstaan door direct geweld, door
indirect geweld, door eigen spierkracht en door overbelasting.
Direct geweld = expres schade aanrichten door ergens keihard tegen aan te trappen en
hierdoor ter plaatse een fractuur veroorzaakt.
Indirect geweld = vallen op de hand met een uitgestrekte arm. Dit geeft een fractuur ergens
anders, namelijk in de elleboog.
2. Spontane fracturen
Worden ook wel pathologische fracturen genoemd. Spontane fracturen kunnen optreden bij
lokale goedaardige botafwijkingen en kwaadaardige tumoren.
Typen fracturen
- Impressie fracturen = indeukingsfractuur.
Breuk waarbij het ene beenstuk stevig in het andere is gedreven.
- Fissuur fracturen = scheuringsfracturen
Komen vooral voor bij platte beenderen en bij lange pijpbeenderen. Er is dan alleen een barst
in het bot ontstaan zonder dat de botten verschoven zijn.
- Infractiefracturen/greenstick fractures = de groenhoutfracturen
Komen alleen voor bij kinderen. Dit is een incomplete fractuur, lijkend op een breuk in een
jonge boomtak. De fractuur doorbreekt niet helemaal.
Vormen van fracturen
,Er wordt onderscheid gemaakt in fractuurstukken, fractuurvlakken en fractuurlijnen.
Fractuurvlak = het botstuk waar de fractuur zich bevindt.
Fractuurstuk = de verschillende bitstukken die betrokken zijn bij de fractuur
Fractuurlijn = de lijn waarlangs de fractuur verloopt in het botstuk
Niet in alle gevallen blijven de fractuurstukken in hun oorspronkelijk anatomische houding, ze kunnen
ten opzichte van elkaar verplaatsen ook wel dislocatie.
Comminutieve fractuur = Als de fractuur uit meer dan 3 stukken bestaat
Fractuurhematoom = ophoping van vocht en bloed door bloedingen van het botvlies en lekkage van
beenmerg. Geeft zwelling en pijn op plek van fractuur.
Gesloten fractuur = het bot is op 1 of meer plekken gebroken maar de huid is niet beschadigd.
Open fractuur = er bestaat een open verbinding tussen de fractuur en de buitenlucht. Vaak ontstaat
een open fractuur doordat een scherp deel van een botstuk door de huid prikt.
Wordt ook wel gecompliceerde fractuur genoemd.
Repositie = de fractuurstukken weer op de oorspronkelijke anatomische plaatst te krijgen. Er zijn 2
repositiemethoden:
1. Onbloedige repositie
Het gebeurt van buiten af en er is geen operatie voor nodig.
2. Bloedige repositie
Het gebeurt van binnen uit, er is een operatie/ingreep nodig.
Fixatie = de fractuurdelen ten opzichte van elkaar aan elkaar maken. Er wordt onderscheid gemaakt
in de volgende fixaties:
1. Conservatieve fixatie
d.m.v. gips, een rekverband of een mitella
2. Operatieve fixatie
a. Uitwendige (extern) fixatie
Bij open of gecompliceerde fracturen
b. Inwendige (intern) fixatie
Bij gesloten fracturen
Osteosynthese = operatief fixeren van de fractuurdelen met osteosynthesemateriaal. Dit is
lichaamsvreemd materiaal dat kan bestaan uit:
- Schroeven
- Platen en schroeven
- Intramedullaire pennen (mergpennen die men in de mergholte van een pijpbeen inbrengt).
- Kirschner draden (dunne pennen)
- Externe fixateur (een fixateur die van buitenaf de fractuur kan beïnvloeden door pennen die
in het bot zijn geboord).
BLZ. 225
Immobilisatie = het uitwendig steunen van fractuurdelen. Het doel van immobilisatie is een juiste
stand afdwingen tot het moment dat het niet meer nodig is. Het is een vorm van conservatieve
behandeling van fracturen. Er zijn verschillende manieren om gipsverbanden aan te leggen:
, o Gipsspalk
o Circulair gips
o Circulair gespleten gips
o Loopgips
o Gevensterd gips
BLZ. 225 Figuur 27.1
Vetembolie = het vet uit het beenmerg kan in de beschadigde bloedbaan terecht komen en daar door
verstoppingen in het lichaam veroorzaken.
Kan bijvoorbeeld verstoppingen veroorzaken in:
- De ogen, met als gevolg slecht of wazig zien
- De nieren, met als gevolg pijn in de niersteek en gestoorde mictie
- De longen, met als gevolg kortademigheid en pijn op de borst
- De huid, met als gevolg puntvormige huidbloedinkjes
Vetembolie in de hersenen kan zorgen voor:
- Ernstige bewustzijnsstoornissen
- Krampen
- Verlammingen
- Hoge koorts
Als je zorgvragers hebt die de volgende symptomen hebben moet je per direct de huisarts
waarschuwen:
- Plotselinge, onverklaarbare verwardheid of sufheid
- Petechiën, puntvormige huidbloedinkjes
- Hoge koorts
- Slecht of wazig zien
- Pijn in de nier streek
- Kortademigheid en pijn in de borst
Bij zorgvragers die geopereerd zijn aan een fractuur, geldt de algemene postoperatieve zorg. Er
moet bijzonder aandacht zijn voor het volgende:
- Voorkomen van complicaties
- Psychosociale problemen
- Nazorg en revalidatie
Bij fracturen kunnen zich postoperatief verschillende complicaties voordoen, namelijk:
- Vetembolie
- Veneuze en arteriële stoornissen
- Atrofieën en contracturen
- Ontzetting of losraken van osteosynthesemateriaal
- Decubitus
- Zenuwbeschadigingen
- Osteomyelitis (infectie van het bot of beenmerg)
- Onvoldoende afvoer van wondvocht
Veneuze en arteriële stoornissen
Ook wel doorbloedingsstoornissen genoemd. Om dit te herkennen is het belangrijk het volgende te
doen:
- Controle op de verkleuring van het lichaamsdeel na een fractuurbehandeling
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Annelieke98. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.