Waarde: iets wat binnen een bepaalde groepering als belangrijk wordt beschouwd. Het kan worden
gezien als de achterliggende verklaring voor de tot stand gekomen normen. Klantvriendelijkheid kan
binnen een bedrijf bijvoorbeeld worden gezien als waarde. Het zijn collectieve voorstellingen binnen
een maatschappij of groepering omtrent wat goed, juist en daarom (in het algemeen belang)
nastrevenswaardig is.
Normen: Zijn de concrete gedragsregels, vaak als gevolg van de waarde. Deze laten zien hoe je je
moet gedragen. Dit is heel persoonlijk, iedereen heeft namelijk een eigen invulling van een waarde.
Vaak zijn de waardes gelijk en ontstaan er pas meningsverschillen wanneer het over de invulling van
deze waarden gaat. Dit is de manier waarop mensen in een samenleving of groep worden geacht zich
te gedragen.
Normen en waarden kunnen leiden tot het ontstaan van algemeen geaccepteerde manieren van
gedragen (instituties).
Institutie: Algemeen geaccepteerde manier van gedragen. Dit zijn gedragspatronen welke
voortkomen uit waarden en normen. Het zijn een soort procedures volgens welke bepaalde dingen in
een samenleving of een groep gedaan worden omdat het in deze groep of samenleving zo hoort.
Het ontstaan van instituties biedt mensen een bepaalde vorm van zekerheid met betrekking tot het
gedrag van mensen in hun omgeving. Hierdoor kunnen mensen rekening houden met het gedrag van
anderen. Wanneer normen en waarden door mensen als vanzelfsprekend worden gezien is er sprake
van Internalisatie.
Deze normen en waarden kunnen worden gezien als bepaalde overtuigingen. Deze overtuigingen
kunnen materialistisch of idealistisch zijn:
Materialistisch: Het komt overeen met het belang. Denk aan de politiek, mensen mogen een
in de 4 jaar stemmen op een bepaalde partij. De keuze voor de partij waar je op stemt heeft
te maken met in hoeverre jouw belangen worden gevolgd door deze partij.
Idealistisch: de visie dat maatschappelijke verschijnselen en sociale verandering primair
worden bepaald door ideeën en opvattingen van mensen.
Het komt vaak voor dat bepaalde normen, waarden en instituties blijven bestaan terwijl de
sociaaleconomische situatie waaruit zij zijn ontstaan verandert. Deze vertraging kan op verschillende
manieren worden verklaard, waarbij de verschillende verklaringen met elkaar kunnen botsen:
Mensen streven naar psychische zekerheid en houden daardoor het liefst vast aan bepaalde
normen, waarden en instituties.
Het veranderen van normen, waarden en instituties kan voor bepaalde groepen in een
samenleving nadelig zijn. De belangen van die mensen vertragen dan de veranderingen in de
normen, waarden en instituties
Mensen zijn zich niet direct bewust van veranderende omstandigheden, gewenning aan de
huidige situatie kan verandering vertragen
Indien een socioloog over normen spreekt, gaat het niet alleen om wetten en regels (formeel). Hij
heeft het vaak juist over de ongeschreven regels die tussen mensen gelde. Normen kunnen zowel
7
, verboden als geboden betreffen. Een goed voorbeeld van een verbod is een taboe: op basis van
bepaalde normen en waarden worden mensen niet getracht over bepaalde onderwerpen te praten.
Echter worden niet alle normen en waarden als even belangrijk beschouwd in een samenleving.
Consensus: overeenstemming tussen de leden van een sociale eenheid over belangrijke waarden en
normen. Dit kan zich op 2 manieren voordoen. In de 1 e plaats kan het worden gezien als een gevolg
van individuele eigenschappen van mensen en een afstemming van deze eigenschappen binnen een
groep. Het kan daarnaast ook worden gezien als een eigenschap van een groep of samenleving die
natuurlijkerwijs tot stand komt door het bestaan van groepen. Soms is het zo dat men denkt dat er
sprake is van consensus terwijl dit in werkelijkheid niet zo is. Dit heet discrepantie tussen de feitelijke
en de veronderstelde consensus). Heirdoor kunnen mensen zich bijvoorbeeld schuldig voelen over
bepaalde gedragingen, terwijl in werkelijkheid grote delen van de groep of samenleving dit soort
gedragingen vertonen. Denk bijvoorbeeld aan een groep die heeft afgesproken elke zaterdag af te
spreken. Na een tijdje bedenkt 1 van de leden zich dat hij hier geen zin/tijd meer in heeft maar hij
gaat er toch naartoe omdat hij niet wil afwijken. Hij weet echter niet dat het grootste deel van de
groep dit denkt en dat deze mensen allemaal ‘toch maar gaan’.
Dissensus: gebrek aan overeenstemming tussen de leden van een sociale eenheid over belangrijke
waarden en normen. Het gevolg hiervan kan het ontstaan van anomie zijn. Dit is de situatie waarin
normen ontbreken en de individuele wensen van leden van een samenleving beperken. Bij het
ontbreken van dergelijke nomen zullen mensen constant streven naar meer en zijn mensen altijd
ontevreden en gefrustreerd. Zonder normen kan dit streven dus leiden tot problemen in de
samenleving zoals criminaliteit, fraude enz. hier wordt ook wel eens gezegd: ‘het bezit van de zaak is
het einde van het vermaak’.
Linton (1936) maakte een verhelderend onderscheid tussen cultuurelementen:
Universal: cultuurelement dat door alle leden van de samenleving wordt gedeeld
Specialty: cultuurelement dat typerend is voor de leden van een bepaalde groepering
Hoofdstuk 7 – vormen van sociale dwang
Sociale controle kan worden gekoppeld aan consensus. Sociale controle is namelijk het middel om te
controleren dat bereikte consensus ook daadwerkelijk wordt nageleefd in de samenleving. Er zijn 3
zienswijzen te onderscheiden over de betekenis van sociale controle:
1) Sociale controle werd in 1e instantie gezien als de regulering van een samenleving
2) Later werd de controle meer gezien als alles wat gedaan wordt om individuen aan bepaalde
normen en waarden te houden (het voorkomen van doorbreking van consensus)
3) Sociale controle is een manier waarop mensen elkaar tot naleving van consensus proberen
aan te zetten.
Formele sociale controle betreft de geschreven regels en is met name het werkveld van politici,
bestuurders en juristen. Informele controle gaat om controle los van geschreven regels en is dat waar
sociologen zich vooral mee bezig houden. Gezag speelt in sociale controle een belangrijke rol, het
treedt namelijk op wanneer groepen in een samenleving de sociale controle door anderen
accepteren.
Er zijn twee soorten sociale dwang:
7
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Sniek. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.