Tweetaligheid
- Veel mensen over de hele wereld spreken twee of meer talen.
- Er wordt een onderscheid gemaakt tussen simultaantweetaligen, die beide talen in de kindertijd leren, en sequentiële
tweetaligen, die hun tweede taal leren na het verwerven van hun eerste.
- Er zijn zowel kosten als baten verbonden aan tweetaligheid. Tweetalige kinderen hebben een kleinere woordenschat in
elke taal dan eentalige kinderen, maar ontwikkelen grotere executieve functies dan eentaligen.
PART 5: GROWTH OF THE MIND AND PERSON
HOOFDSTUK 12: SOCIAL DEVELOPMENT
1. Infancy: zorgverleners gebruiken als basis voor groei
1.1. Gehechtheid aan zorgverleners
Gehechtheid/attachement: De langdurige emotionele banden die baby's ontwikkelen met hun belangrijkste verzorgers. Meer in
het algemeen, de langdurige emotionele banden die een individu ontwikkelt met een ander individu of object.
De 'strange situation' is een methode om te onderzoeken op welke manier een kind aan de moeder gehecht is. In de 'strange
situation' test zoals ontwikkeld door Ainsworth bestaat de eerste fase eruit dat een moeder en haar kind in dezelfde kamer zijn,
waar het kind speelt in bijzijn van de moeder. Tijdens dat spel komt een vreemde binnen die erbij gaat zitten. Vervolgens verlaat
de moeder de ruimte waarmee het kind achterblijft met de vreemde. Daarna komt de moeder weer terug. In het filmpje beperkt de
test zich overigens ertoe dat een kind speelt in bijzijn van de moeder, dat de moeder daarna weggaat en het kind alleen achterlaat
in de kamer, om later weer terug te keren.
Een kind dat zich snel laat troosten als de moeder weer binnenkomt, vertoont een veilige hechtingsstijl.
Een kind dat niet of nauwelijks reageert bij binnenkomst, of zelfs bij het vertrek, vertoont een vermijdende hechtingsstijl.
Een kind dat zich moeilijk laat troosten als de moeder weer terug is, vertoont een angstige hechtingsstijl.
- Harlow ontdekte dat baby-aapjes gehecht raakten aan een stoffen surrogaatmoeder, maar niet aan een draadmoeder, zelfs
als deze melk gaf. Zij wendden zich tot de doek "moeder "voor contactcomfort en verkenden de omgeving vollediger in
zijn aanwezigheid.
- Bowlby ontdekte dat menselijke baby's ook hechtingsgedrag vertonen. Dergelijk gedrag, dat de baby helpt beschermen
tegen gevaar, wordt intenser wanneer de baby zelfstandig kan bewegen.
- Veilige hechting van baby's aan verzorgers, gemeten door de vreemde-situatietest, correleert met de responsieve,
emotioneel gevoelige zorg van de verzorger. Experimenten met oudertraining geven aan dat sensitieve zorg een veilige
hechting bevordert.
- Veiligheid van gehechtheid in de kindertijd en vroege kinderjaren voorspelt psychologische aanpassing later in het leven.
- Sommige zuigelingen, die een bepaald genotype hebben, lijken een veilige hechting te ontwikkelen, ongeacht de
gevoeligheid of ongevoeligheid van de zorg.
1.2. Cross-culturele verschillen in de zorg voor baby's
Babyverzorging in verschillende culturen
- Jager-verzamelaarssamenlevingen zoals de Efe en Aka behandelen met toegeeflijkheid, houden ze in bijna constant
fysiek contact, staan verpleging naar believen toe en reageren snel op tekenen van nood.
2. Helpen, troosten en leren van anderen in de kindertijd
2.1. De ontwikkeling van prosociaal gedrag
Prosociaal gedrag: Vrijwillig gedrag dat bedoeld is om andere mensen ten goede te komen.
- Jonge kinderen zijn geneigd om te geven; Ze geven spontaan objecten aan anderen vanaf het einde van hun eerste jaar
- De ontwikkeling van empathie tijdens het tweede jaar zorgt ervoor dat kinderen hun geven, helpen, delen en troosten
baseren op begrip voor en zorg voor de behoeften en gevoelens van anderen.
De ontwikkeling van ons empathisch vermogen verloopt in een aantal fasen die elk gekenmerkt worden door een andere
emotionele reactie op het verdriet van andere kinderen.
- Vanaf twee tot drie dagen oud reageren baby's al reflexief op het huilen van een andere baby. Ze worden er onrustig van
en gaan meestal zelf ook huilen. Deze neiging om ongemak te voelen in reactie op het ongemak van anderen wordt
gezien als de basis voor de ontwikkeling van empathie.
- Rond zes maanden wordt de reactie op anderen minder reflexief. Rond deze leeftijd gebeurt het minder dat babies zelf
ook gaan huilen als ze een ander horen huilen, maar keren ze zich naar de huilende ander toe en kijken ze verdrietig.
- Daarna vertonen zij, tot ongeveer vijftien maanden, een vorm van egocentrische empathie. Zij keren zich af van een
huilend kind en zoeken vooral troost voor zichzelf.
- Vanaf ongeveer vijftien maanden gaan kinderen pogingen doen om het andere kind te troosten en rond de leeftijd van
twee jaar beginnen zij daar ook succesvol in te worden.
- Hoewel kinderen pas vanaf een jaar of twee echt succesvol worden in het toepassen van hun empathische vermogens,
vertonen zij al veel eerder tekenen van sociale cognities. In het beroemde 'still face'-experiment van Tronick (1975) werd