PART 7: PSYCHOLOGISCHE STOORNISSEN EN BEHANDELING
HOOFDSTUK 15: PSYCHOLOGISCHE STOORNISSEN
1. Problemen bij het identificeren van psychische stoornissen
1.1. Wat is een psychische stoornis?
DSM-5: Veelgebruikte afkorting voor de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, Fifth Edition, uitgegeven door de
American Psychiatric Association, die een breed scala aan psychische stoornissen definieert en criteria vaststelt voor het
diagnosticeren ervan.
- Om volgens de DSM-5-normen als een psychische stoornis te worden beschouwd, moet een syndroom (reeks onderling
samenhangende symptomen) een klinisch significante schade met zich meebrengen, afkomstig zijn van een interne bron
en niet onderworpen zijn aan vrijwillige controle. Hoewel deze richtlijnen nuttig zijn, is "psychologische stoornis" nog
steeds een vaag concept.
- Een stoornis is een syndroom, dat betekent dat het gaat om een verzameling van verschillende symptomen.
- Er is pas sprake van een stoornis als de symptomen klinisch significant zijn. Dat betekent dat er sprake moet zijn van
klinisch significante lijdensdruk of beperkingen, het dagelijks functioneren op sociaal of beroepsmatig gebied of bij
andere belangrijke bezigheden dient sterk verstoord te zijn.
- Symptomen hebben betrekking op cognitieve functies (aandacht, concentratie, geheugen, inhoudelijk consistent denken),
de emotieregulatie (omgaan met en uiten van emoties) of het gedrag van een persoon.
- De symptomen zijn een uiting van onderliggende disfuncties in de psychologische, biologische, of
ontwikkelingsprocessen. Het gaat er dus om dat de bron van de symptomen in de persoon zelf zit en dat de symptomen
niet veroorzaakt worden door de situatie of de omgeving.
1.2. Categoriseren en diagnosticeren van psychische stoornissen
- Classificatie en diagnose (het toekennen van een label aan de psychische stoornis van een persoon) zijn essentieel voor
klinische doeleinden en voor wetenschappelijk onderzoek naar psychische stoornissen.
- De ontwikkelaars van de DSM hebben steeds meer gewerkt aan het aantonen van betrouwbaarheid (de kans dat
onafhankelijke diagnostici het eens zijn over de diagnose van een persoon) door gebruik te maken van objectieve
symptomen. Validiteit is een complexere kwestie
- Omdat het labelen van een persoon negatieve gevolgen kan hebben (bijvoorbeeld het verlagen van het gevoel van
eigenwaarde of de achting van anderen), moeten labels alleen op de stoornis worden toegepast, niet op de persoon. Pas
op voor de ziekte van medische studenten.
1.3. Culturele variaties in stoornissen en diagnoses
- Cultuur: gebonden syndromen zijn uitingen van geestelijke nood die beperkt zijn tot specifieke culturele groepen.
Voorbeelden zijn anorexia en boulimia nervosa (in culturen die beïnvloed zijn door moderne westerse waarden).
- Cultuur heeft ook invloed op de soorten gedragingen of kenmerken waarvan wordt aangenomen dat ze een diagnose van
een psychische stoornis rechtvaardigen Tot 1973 werd homoseksualiteit in de Verenigde Staten officieel geclassificeerd
als een psychische stoornis.
- De grote toename van de diagnose ADHD (aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit) in de Verenigde Staten kan niet
alleen het gevolg zijn van een beter begrip van de stoornis, maar ook van de toegenomen nadruk van de cultuur op
schoolprestaties en verminderde mogelijkheden voor krachtig spel,
ADHD: Gemeenschappelijk acroniem voor aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit, een vaak gediagnosticeerde aandoening
bij kinderen, gekenmerkt door impulsiviteit en moeilijkheden om de aandacht op taken te richten.
2. Oorzaken van psychische stoornissen
2.1. De hersenen zijn betrokken bij alle psychische stoornissen
- Chronische psychische stoornissen zoals het syndroom van Down en de ziekte van Alzheimer komen voort uit
onomkeerbare hersenstoornissen.
- Alle andere aandoeningen die in het hoofdstuk worden besproken, zijn episodisch.
- Oorzaken kunnen zijn: erfelijke invloeden op de biologie van de hersenen, aanvallen van de omgeving op de hersenen en
effecten van leren.
Downsyndroom: Een aandoening die het gevolg is van het hebben van een extra chromosoom 21, gekenmerkt door een
specifieke reeks lichamelijke symptomen en matige tot ernstige verstandelijke beperking.
Ziekte van Alzheimer: Een aandoening die voornamelijk voorkomt bij oudere volwassenen, gekenmerkt door progressieve
verslechtering van het cognitief functioneren en de aanwezigheid van afzettingen in de hersenen die amyloïde plaques worden
genoemd.