Kirsten Jasmijn Fredriks
Pedagogiek – 2023/2024
1
,Kirsten Jasmijn Fredriks
Pedagogiek – 2023/2024
Inhoudsopgave
Samenvatting ontwikkelingspsychologie kennistoets H1................................................................................3
Een inleiding in de ontwikkeling van het kind.......................................................................................3
Samenvatting ontwikkelingspsychologie kennistoets H2................................................................................6
Theoretische perspectieven en onderzoek............................................................................................6
Samenvatting ontwikkelingspsychologie kennistoets H3..............................................................................15
Het begin van het leven.....................................................................................................................15
Samenvatting ontwikkelingspsychologie kennistoets H4..............................................................................23
De geboorte en het pasgeboren kind..................................................................................................23
Samenvatting ontwikkelingspsychologie kennistoets H5..............................................................................28
De fysieke ontwikkeling in de babytijd...............................................................................................28
Samenvatting ontwikkelingspsychologie kennistoets H6..............................................................................34
De cognitieve ontwikkeling in de babytijd..........................................................................................34
Samenvatting ontwikkelingspsychologie kennistoets H7..............................................................................41
De sociaal-emotionele ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling in de babytijd.......................41
Samenvatting ontwikkelingspsychologie kennistoets H8..............................................................................48
De fysieke ontwikkeling in de peuter- en kleutertijd...........................................................................48
Samenvatting ontwikkelingspsychologie kennistoets H9..............................................................................54
De cognitieve ontwikkeling in de peuter- en kleutertijd......................................................................54
Samenvatting ontwikkelingspsychologie kennistoets H10.............................................................................60
De sociaal-emotionele ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling in de peuter- en kleutertijd...60
Samenvatting ontwikkelingspsychologie kennistoets H11.............................................................................67
De fysieke ontwikkeling in de schooltijd.............................................................................................67
Samenvatting ontwikkelingspsychologie kennistoets H12.............................................................................71
De cognitieve ontwikkeling in de schooltijd........................................................................................71
Samenvatting ontwikkelingspsychologie kennistoets H13.............................................................................79
De sociaal-emotionele ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling in de peuter- en kleutertijd...79
Samenvatting ontwikkelingspsychologie kennistoets H14.............................................................................84
De fysieke ontwikkeling in de adolescentie........................................................................................84
Samenvatting ontwikkelingspsychologie kennistoets H15.............................................................................90
De cognitieve ontwikkeling in de adolescentie....................................................................................90
Samenvatting ontwikkelingspsychologie kennistoets H16.............................................................................96
De sociaal-emotionele ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling in de adolescentie................96
2
,Kirsten Jasmijn Fredriks
Pedagogiek – 2023/2024
Samenvatting ontwikkelingspsychologie kennistoets H1
Een inleiding in de ontwikkeling van het kind
Alle paginanummers die je ziet aan het einde van elke begrippenlijst van een hoofdstuk zijn pagina's die ik zelf als
eerstejaars pedagogiekstudent zou doorlezen.
1.1 Een oriëntatie op de ontwikkelingspsychologie:
Ontwikkelingspsychologie of ook wel levenslooppsychologie genoemd is de wetenschappelijke
studie naar patronen van groei, verandering en stabiliteit bij mensen vanaf de conceptie helemaal
tot ouderdom, maar met een accent op de jaren tot de volwassenheid waarin veranderingen elkaar
het snelst opvolgen. Het bestuderen van groei, veranderingen en stabiliteit kent in de
ontwikkelingspsychologie een wetenschappelijke benadering. Ontwikkelingspsychologie richt
zich op de menselijke ontwikkeling. Sommige ontwikkelingspsychologen proberen dan ook de
universele ontwikkelingsprincipes te doorgronden, terwijl anderen specifieker kijken.
Ontwikkelingspsychologen houden zich niet alleen bezig met de manier waarop mensen tijdens hun
leven groeien en veranderen, maar ook met de stabiliteit in het leven van kinderen,
adolescenten en volwassenen.
1.1.1 De reikwijdte van het vakgebied:
Ontwikkelingspsychologen houden zich met uiteenlopende onderwerpen bezig. Ze specialiseren
zich meestal in een thema of leeftijdscategorie:
Thematische gebieden binnen de ontwikkelingspsychologie:
- Fysieke ontwikkeling
- Cognitieve ontwikkeling
- Sociaal-emotionele ontwikkeling
- Persoonlijkheidsontwikkeling
De fysieke ontwikkeling is vooral gefocust
op de invloed van gedrag op ons lichaam. Denk
aan bijvoorbeeld de hersenen, het
zenuwstelsel, de spieren en zintuigen, maar ook
eten, drinken en slaap. De cognitieve
ontwikkeling is vooral bezig met het begrijpen
hoe groei en verandering in intellectuele
vermogens ons gedrag beïnvloedt.
Cognitieve ontwikkelingspsychologen houden zich bezig met denken, leren, probleemoplossing en
intelligentie. De sociaal-emotionele ontwikkeling gaat het om de manier waarop de interacties
van mensen en hun sociale relaties in de loop van hun leven groeien, veranderen en stabiel blijven,
en om de manier waarop zij in toenemende mate hun emoties bewust ervaren en greep krijgen op
hun emoties. Bij de persoonlijkheidsontwikkeling wordt gekeken naar stabiliteit en verandering
in de karaktereigenschappen die het ene individuen van het andere onderscheiden. De morele
ontwikkeling kan hierbij een speciaal aandachtsgebied zijn, zoals in een studie naar invloed van
het ouderlijke gedrag op de ontwikkeling van het besef va goed en kwaad bij kinderen.
Ontwikkelingspsychologen specialiseren zich niet alleen vaak in een thematisch gebied,
tegelijkertijd kijken ze meestal ook naar specifieke leeftijdsgroepen. Een sociale constructie is
een idee over de realiteit dat weliswaar breed geaccepteerd is, maar afhangt van de maatschappij
en de cultuur op een bepaald moment. De puberteit wordt door sommige
ontwikkelingsspecialisisten op een meer specifieke manier gehanteerd, het wordt gezien als een
specifiekere ontwikkelingsperiode. De puberteit begint bij meisjes rond hun elfde of twaalfde
en bij de jongens rond hun dertiende of veertiende. De puberteit vormt in feite het begin van de
adolescentie. Een ander voorbeeld van een specifiekere ontwikkelingsperiode is de prepuberteit.
Dat is de periode die voorafgaand aan de puberteit, waarin al (hormonale) veranderingen in het
lichaam optreden, maar deze nog niet van buitenaf zichtbaar zijn. Een ander voorbeeld van een
specifiekere ontwikkelingsperiode is de opkomende volwassenheid, die loopt van de late
tienerjaren tot midden twintig. In deze fase zijn mensen niet langer adolescenten, maar hebben ze
evenmin de verantwoordelijkheden van de volwassenheid volledig op zich genomen. Als
ontwikkelingspsychologen het over leeftijdsgroepen hebben, is het dus essentieel om te beseffen
dat zij het over (vaak westerse) gemiddelden hebben.
3
, Kirsten Jasmijn Fredriks
Pedagogiek – 2023/2024
Ieder mens behoort tot een specifieke cohort: een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde
plek zijn geboren. Belangrijke sociaalhistorische gebeurtenissen, zoals oorlogen, economische groei
en crisis, hongersnoden en epidemieën, hebben mogelijk een bepaalde gemeenschappelijke
invloed op leden van een cohort. Met normatieve gebeurtenissen worden hier gebeurtenissen
bedoeld die zich voor de meeste individuen binnen een groep op dezelfde manier voltrekken.
Normatieve gebeurtenissen kunnen historisch, leeftijdsgebonden of sociaal-cultureel gebonden zijn.
Invloeden van cohorten op de ontwikkeling, zogenoemde cohorteffecten, zijn voorbeelden van
historisch bepaalde invloeden: omgevingsinvloeden en biologische invloeden die verbonden zijn
aan een specifiek historisch moment (voorbeeld: vuurwerkramp in Enschede, de ontwikkeling van
kinderen werd beïnvloed door deze historisch bepaalde gebeurtenis).
Leeftijdsgebonden invloeden zijn biologische invloeden en omgevingsinvloeden die gelijk zijn
voor mensen in een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht waar of wanneer ze opgroeien. Het bereiken
van de puberteit is bijvoorbeeld een leeftijdsgebonden gebeurtenis, omdat het iedereen in
ongeveer dezelfde periode overkomt. Ontwikkeling wordt ook bepaald door sociaal-culturele
invloeden, zoals etnische afkomst, sociale klasse, lidmaatschap van een subcultuur en dergelijke.
Tot slot zijn ook niet-normatieve gebeurtenissen van invloed op de ontwikkeling. Dit zijn
specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van een bepaald persoon, terwijl de meeste
mensen hier niet mee te maken krijgen (bijvoorbeeld een kind die op zesjarige leeftijd beide ouders
verliest in een auto-ongeluk).
1.2.1 Vroege denkbeelden over kinderen
Philippe Ariés bestudeerde hoe kinderen en gezinnen op schilderijen en in andere kunstvormen
werden weergeven. Kinderen kregen pas rond 1600 een eigen status en werden zij voor die tijd
gezien als minivolwassenen. De kindertijd werd toen niet beschouwd als een stadium dat kwalitatief
anders was dan volwassenheid. Wetenschappers ontdekten de mechanismen achter de verwekking
van kinderen en genetici de mysteries van erfelijkheid te ontrafelen. Wetenschappers van diverse
origine (biologen, psychologen, pedagogen en filosofen) discussieerden over de relatieve invloed
van nature (erfelijkheid) en nurture (omgevingsinvloeden).
Een aantal centrale vraagstukken over de
ontwikkeling van kinderen domineert
tegenwoordig het vakgebied van de
ontwikkelingspsychologie. Bijvoorbeeld de
aard van de veranderingen tijdens de
ontwikkeling (continue of discontinu), het
belang van kritieke en gevoelige perioden,
het levensloopmodel versus gerichtere
benaderingen en het nature-nurturedebat.
Een belangrijke kwestie binnen de
ontwikkelingspsychologie is dus de vraag of
ontwikkeling zich op een continue of een
discontinue manier voltrekt. Bij continue
verandering is de ontwikkeling geleidelijk en
vloeien de prestaties op een bepaald niveau voort uit prestaties op de vorige niveaus. Continue
verandering is kwantitatief, oftewel heeft te maken met hoeveelheid. Veranderingen in lengte zijn
bijvoorbeeld continue, kinderen worden steeds langer. Discontinue verandering vindt plaats in
aparte stappen of stadia. Elk stadium levert gedrag op dat kwalitatief, dus qua inhoud en
hoedanigheid, anders is dan gedrag in eerdere stadia.
Een kritieke periode is een specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de
grootste – en zelfs onomkeerbare – gevolgen heeft. Kritieke perioden komen voor wanneer de
aanwezigheid van bepaalde soorten omgevingsstimuli noodzakelijk is voor een normale
ontwikkeling, of wanneer blootstelling aan bepaalde stimuli abnormale ontwikkeling tot gevolg
heeft. Stimuli zijn prikkels, oftewel veranderingen in de uitwendige of inwendige omgeving waarop
een organisme reageert. Momenteel overheerst de overtuiging dat mensen op veel vlakken
flexibeler zijn dan aanvankelijk aangenomen werd, met name op het gebied van cognitieve, sociaal-
emotionele en persoonlijkheidsontwikkeling. Op deze gebieden manifesteert zich een aanzienlijke
plasticiteit: de mate waarin een ontwikkelend gedragspatroon of fysieke structuur veranderlijk is.
Ontwikkelingspsychologen spreken tegenwoordig liever van gevoelige perioden. Tijdens een
gevoelige periode zijn organismen extra ontvankelijk voor een bepaalde soorten stimuli in hun
omgeving. Een gevoelige periode is de optimale periode voor bepaalde vermogens om zich te
ontwikkelen, een periode waarin mensen bijzonder gevoelig zijn voor omgevingsinvloeden.
4