Dit document bevat alle werkcolleges van het vak Successiewet en Estate planning. Dit document bevat de antwoorden op de vragen, maar bevat niet de vragen zelf.
Werkgroepen Successiewet en
estate planning
Werkcollege 1
Vraag 1
Je zou kunnen denken aan dubbele belastingheffing. Maar we kijken bij verkrijger en die
heeft er nog geen geld over betaald.
De belasting is er wel, maar we proberen er ook mee gelijke kansen te creëren.
Het is een efficiënte manier van belasting heffen, want uiteindelijk gaat iedereen een keer
dood. Overlijden moet binnen paar dagen worden ingeschreven en dan kan er dus belasting
worden geheven.
Er wordt vaak aangekaart dat de echtgenoot een onbeperkte vrijstelling moet hebben.
Echter is het dan belangrijk dat het ergens anders weer wordt geheven, dus waar zouden wij
dat dan moeten doen?
Vraag 2
Rijke mensen kunnen adviseurs betalen die kunnen helpen bij het ontwijken van betaling
van erfbelasting. De gemiddelde Nederlander heeft daar geen geld voor. In dat opzicht zou je
dus eigenlijk wel kunnen zeggen dat alleen rijken de erfbelasting kunnen omzeilen.
Het kan ook zijn dat gemiddelde Nederlander bepaalde toeslagen krijgt die rijken niet
krijgen. Als ze dan een rijke partner hebben zouden ze dan misschien wel niet willen
trouwen, zodat zij die toeslagen houden.
Emigreren kan ook nog zorgen voor veranderingen qua erfbelasting. Echter gaat dit
waarschijnlijk makkelijker als je rijk bent.
Vraag 3
a. Ja. Er zijn meerdere manieren om samen te wonen, zij hoeven bijvoorbeeld niet
ingeschreven te staan op hetzelfde adres, terwijl er wel sprake is van affectieve
relatie. Daar houdt de Successiewet geen rekening mee. Het voelt dan niet redelijk
dat je in een periode van rouw dan als derde wordt beschouwd.
Stiefkinderen worden als eigen kinderen beschouwd en daarvoor gelden ook gelijke
tarieven. Daar wordt dus een onderscheid gemaakt.
b. Voor 2010 had de Successiewet ook nog de mogelijkheid voor meerdere partners,
bijv. als er sprake was van een samenwoning met meerdere mensen. Zij kregen dan
een laag tarief maar wel een wat lagere vrijstelling. Dit zou weer terug kunnen
komen om aan te sluiten bij de huidige maatschappelijke wensen.
,Vraag 4
a. Verkrijgingsbelasting houdt in dat wordt belast bij degene wiens draagkracht
verhoogd. Het gaat dan dus om de verkrijger en niet de schenker of de erflater.
b. Art. 36 Sw bepaalt dat belasting wordt geheven bij de verkrijger.
c. Voor het bepalen of er sprake is van een belastbaar feit moet de erflater/schenker in
Nederland wonen (art. 1 lid 1 SW). Dit sluit eigenlijk niet aan bij de zuivere
verkrijgingsbelasting, want dan zou je ook moeten kijken naar de woonplaats van
verkrijger.
d. Er is sprake van boedelbelasting. Omdat de erfgenamen niet meteen in de
voetsporen treden van de erflater, heffen zij over de boedel.
,Werkcollege 2
Vraag 1
a. Er wordt schenkbelasting geheven over al wat krachtens schenking wordt verkregen
van iemand die op het moment van schenking in Nederland woont (art. 1 lid 1 sub 2
SW). De heer Janssen woont ten tijde van de schenking in Nederland. Er is daarom
sprake van een belastbare schenking. Er is ook sprake van een schenking van een
geldbedrag (verrijking, verarming, liberaliteit).
b. Om te weten wat het belastbare bedrag is, haal je eerst de vrijstelling van de
schenking/erfenis af en dan weet je in welke kolom je moet kijken.
Kleinkinderen, achterkleinkinderen, en verder vallen ook in de eerste categorie, maar
zij hebben een tarief van 10/20% vermeerder met 80%. Dit wordt dan 18% en 36%.
Marieke is een afstammeling van de heer Janssen in rechte lijn, namelijk een dochter.
Er is sprake van een schenking van €50.000. Er is daarom sprake van een tarief van
10% (art. 24 lid 1 SW).
c. Ja, ouders kunnen €6.035 vrij aan hun kinderen schenken per jaar (art. 33 lid 1 sub 5
SW).
Omdat Marieke 42 jaar is, heeft zij niet de mogelijkheid om gebruik te maken van de
verhoogde vrijstelling dat je eens in je leven mag krijgen van je ouders.
d. €50.000 - €6.035 (vrijstelling) = €43.965
€43.965 x 10% (tarief) = €4.396,50
We ronden af naar beneden op hele euro’s = €4.396
e. Ja dan verschilt het antwoord.
Op grond van art. 5a AWR wordt een echtgenoot gezien als partner. Partners worden
voor schenkbelasting als een persoon aangemerkt. Als je getrouwd bent met iemand
dan word je gezien als een eenheid (art. 26 lid 1 SW).
Het gevolg hiervan is dat je altijd uit moet gaan van het meest positieve scenario. In
dit geval geldt dus de leeftijd van 38 jaar, ook al is de dochter al ouder.
Schoondochter/schoonzoon vallen dus ook onder het lage tarief (art. 19 lid 1 sub b
BW).
Besluit 29 november 2018 je mag aansluiten bij jongste leeftijd van de partners.
Op grond van art. 33 lid 5 sub 1 onder a SW kunnen zij recht hebben op een
vrijstelling van €28.947 of van €60.298 (voor studie), omdat Joël 38 jaar is en zij als
partners als een persoon worden aangemerkt.
€50.000 - €28.947 (vrijstelling) = €21.053
€21.053 x 10% = €2.105,30 (tarief) = €2.105
Let op: je moet wel bij de aangifte een beroep doen op de (verhoogde) vrijstelling.
, Het kan nog steeds een schenking zijn alleen aan mevrouw of zelfs onder
uitsluitingsclausule aan mevrouw, dan nog kan je meeliften op de leeftijd van de
partner.
Vraag 2
a. Er wordt schenkbelasting geheven over al wat krachtens schenking wordt verkregen
van iemand die op het moment van schenking in Nederland woont (art. 1 lid 1 sub 2
SW).
Vereist is dat de schenker in Nederland woont. Mevrouw Wittner heeft nooit in
Nederland gewoond, ze heeft de Duitse nationaliteit, dus er is geen Nederlandse
schenkbelasting verschuldigd.
b. Geen tarief van toepassing
c. Ja dat verschilt het antwoord.
Ieder die een schenking doet binnen een jaar nadat hij Nederland heeft verlaten,
wordt geacht de schenking te hebben gedaan terwijl hij in Nederland woont (art. 3 lid
2 SW). Mevrouw Wittner is binnen een jaar voor de schenking uit Nederland
verhuisd, dus daarom wordt zij geacht in Nederland te wonen ten tijde van de
schenking.
Omdat de schenker dan wel in Nederland woonde, geldt er dus dat er een belastbare
schenking is op grond van art. 1 lid 1 sub 2 SW. Op grond van art. 24 lid 1 SW geldt er
een tarief van 30/40% (groep II).
Er geldt een vrijstelling van €2.418 (art. 33 lid 1 sub 7 SW).
€150.000 - €2.418 = €147.582
Over 138.642 wordt 30% gerekend en over het meerdere van €8.940 wordt 40%
gerekend.
€138.642 x 30% = 41.592.
€8.940 x 40% = €3.576
Totaal is het dan €45.168
In de Successiewet wordt gekeken naar de waarde in het economisch verkeer (art. 21
SW).
Voor een schenking begint een verjaringstermijn pas te lopen bij overlijden van
schenker of van begiftigde en dan geldt een termijn van 12 jaar. Dan kan je dus lang
in onzekerheid moeten leven.
Vraag 3
a. Niet vrij van belastingen en kosten = de belastingen moeten worden betaald door de
begiftigde/erfgenaam/legataris. Wel vrij van belasting, dan betaalt erflater/schenker
de belasting. Daar zit dan ook eigenlijk weer een schenking in. Die schenking wordt
dan ook weer in de heffing betrokken.
Erfbelasting wordt geheven over alles wat krachtens erfrecht wordt verkregen van
iemand die ten tijde van zijn overlijden in Nederland woonde (art. 1 lid 1 sub 1 SW).
Mevrouw De Groot woonde ten tijde van haar overlijden in Nederland en het legaat
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper vanhemertjulia. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.