Filosofie
Hoorcollege 1: Epicurus
(H1 denken helpt)
Waarom filosofieles in de pedagogiek opleiding?
Je wordt een betere pedagoog als je filosofieles krijgt. Later kom ik hierop terug.
Het belang van juiste kennis
o ‘Competenties beschrijven de adequate uitvoering van een beroepstaak op basis van de
juiste kennis.’
Het gaat niet alleen dat je die kennis aangereikt krijgen, maar je moet ook iets doen met
die kennis. Want hoe zorg je dat de kennis die je gebruikt in een situatie de juiste kennis
is? Daar moet je dus een oordeel over vellen.
In filosofie noemen we dit een epistemologisch uitspraak.
(Betekent in het Grieks kennis)
Dus in de juiste situatie, op het juiste moment, op de juiste manier jouw kennis
toepassen.
Om de juiste kennis te benutten is wijsheid nodig. En wijsheid is hetzelfde als filosofie,
want filosofie betekent liefde voor wijsheid. Een ander woord voor filosofie ook wel
wijsbegeerte. Filosoferen = ook voelen.
Filosoof is iemand die opzoek is naar wijsheid. Een filosofisch vraag is een vraag die gericht is
op het zoeken naar wijsheid, het gaat vaak over begrippen die je niet kan vastpakken (Wat is
liefde? Of rechtvaardigheid)
Filosoferen is voor iedereen
Filosoferen is niet alleen denken, maar ook voelen
Filosoferen versterkt de pedagoog in zijn kerntaken
Filosoferen is het kunnen wisselen van denkbrillen
Filosoferen gaat over wereldbeeld, mensbeeld en ethiek
De relevantie van filosofie voor pedagogen:
1. Hulpverlening is ook altijd denkhulpverlening.
Dus een goede pedagoog probeert de denkwereld van de ouder, kind, opvoeder goed
te leren kennen en ook een relatie, connectie te maken en op die manier verder te
komen.
2. Een pedagoog filosoof
Filosofie is een hulpmiddel voor pedagogen, maar dat er geen filosofen van gemaakt
worden, want er is een groot verschil tussen een pedagoog en filosoof;
3. Theorie én praktijk
De pedagoog staat altijd met 1 been in de praktijk. Dus theorie in één hand en
praktijk in de andere hand. En dit is bij filosofen anders, want hun denken na over
, theorie zonder ooit in de praktijk hebben meegemaakt, dus vanaf een afstandje de
wereld bekijken. Het overeenstemmen tussen praktijk en theorie dat is een uitdaging
die wij gaan meemaken, want de kennis die wij in onze rugzakken hebben worden
relevant op het moment dat het te doet.
Als pedagoog sta je op de rug van een berg, en dus kan je 2 kanten op kijken. In pedagogiek
kijk je zowel in de praktijk en dat je het kan benutten uit de theorie.
Denken helpt Dit is een claim, een bewering.
Filosofie werkt aan de hand van beweringen. Dus filosofen doen uitspraken (beweringen), of
ander woord proposities, en die moeten ze vervolgens bewijzen, dus met goede redenen en
argumenten onderbouwen.
Maar helpt denken wel? En als het zo helpen, waar helpt het dan voor? En in welke situatie
helpt denken altijd of alleen soms?
Wij kijken naar de werkelijkheid door een (figuurlijke) bril. De roze bril, dat betekent dat je
alles heel positief zien. Filosofen hebbe ter aller tijden een bril op hebben waarmee we de
werkelijkheid tegemoet kijken.
Maar die bril kan je niet zomaar afzetten, en als we die bril zouden kunnen afzetten dan
zou je in de filosofie de ‘view from no where’ hebben oftewel het godsperspectief, namelijk
het idee dat je vanuit een volledig neutraal punt overzicht kan hebben.
De claim van Jan drost We kunnen als mensen de wereld af en toe door een andere bril
bekijken.
De eerste bril
Wie was Epicurus?
(342 -271 v.Chr.)
Liefdevolle en grappige filosoof.
Hij wilde genieten, maar dat lukte niet omdat hij bang was.
Angst was voor hem de meest grootste spelbederver van geluk.
Kerntaak voor Epicursus als filosoof Het doorgronden van de aard van de werkelijkheid
om daarmee de mens van zijn angsten te bevrijden. Als we gelukkig willen zijn dan moeten
we van de angst afkomen.
o 306 v.C. : Sticht Epicurische school
Hij richtte eigen school op.
o ‘die van de Tuin’
De school was geen gebouw, maar een tuin. In deze tuin werd er de tijd genomen om na
te denken met elkaar over de wereld. Genot werd hier als hoogste goed werd gezien.
o Lust en genieten (genot)
Straks bij het mensbeeld wordt dit meer uitgelegd.
o Een school gebaseerd op vriendschap
,o Geen standsverschillen, ook slaven en vrouwen zijn welkom
o Veel misvattingen en onbegrip rondom Epicurus
Doordat hij die tuin had en dat er slaven en vrouwen kwamen dachten mensen dat die
daar allemaal dingen deed, zoals seksorgieën.
Hij geloofde niet dat alles ontstaan was door de krachten van goden, en hij was een
automist. Dit is iemand die stelt dat alles uit atomen bestaat.
Kernopgave epicurus Het doorgronden van de aard van de werkelijkheid om daarmee de
mens van zijn angsten te bevrijden.
Het wereldbeeld van Epicurus
‘Het is onmogelijk om de meest wezenlijke angsten weg te nemen, als men niet weet wat de
aard van het heelal is, en nog bang opziet tegen iets dat in de mythen thuishoort. Zonder
natuurwetenschap is het daarom niet mogelijk om puur te genieten.
Lust is vrij zijn van angst en pijn. Epicurus probeert om ons te leren dat het meest perfecte
manier van bestaan, zorgeloze bestaan is.
Denk aan een soort nullijn. Zodra we aan onze primaire levensbehoeften is voldaan bereiken
we een nullijn, waar we eigenlijk niet meer bovenuit kunnen komen. Beter dan nul, wordt
het niet. Als we niet in min zitten, zitten we maximaal in de plus. Nul is niet neutraal.
Dat wordt ook wel de Nullijn-theorie genoemd. Eigenlijk ben je gelukkig als je geen zorgen
hebt, geen pijn, fysiek en mentaal.
Voorbeeld; Na een bergwandeling in de brandende zon een groot glas koud water drinken,
dat is maximaal genieten. Je eindelijk na een lange dag in je bed laten vallen, ultiem geluk.
Het grootste geluk is de afwezigheid van gemist.
Iets toevoegen aan die nullijn dat doet er niet toe, want 0 is maximaal. Maar je kan wel nog
variëren en links of rechts op gaan. Van water, naar smoothies, fris en champagne,
bijvoorbeeld.
Dus zijn wereldbeeld was:
1. De kosmos (heelal) is een toevallige, tijdelijke ordening
Het is niet dat de Goden dat geschapen hebben met een bepaalde reden, nee het is
toeval. De wereld is niet geschapen, geen God die dit allemaal met bedoeling heeft
gemaakt. Het heeft geen bedoeling, want er zit geen bedoelder achter. Niks gebeurt met
een reden, alles gebeurt met toeval.
2. Alles bestaat uit atomen.
Onsnijbaar, ondeelbaar.
Atomen die aan elkaar bleven kleven, steeds groter, en grotere klont, en zo ontstond de
kosmos, de wereld waarin wij leven. Het was toeval dat dit gebeurde.
Wij ook als mensen, dus het moment dat wij sterven dan is er niks meer.
Conclusie: geen leven na de dood.
, 3. Het wereldbeeld werkt als begrenzend kader voor de ethiek.
Het is sturend voor zijn ethiek. De eerste twee principes zijn sturend voor de rest van zijn
filosofie. Als er geen god is, dan is er ook geen doel.
Heeft het dan nog wel zin om ethiek te doen? Volgens Epicurus wel, want het leven is
altijd welkom. Je moet er wat voordoen om gelukkig te leven. Een veilig heenkomen
bouwen in een onveilige wereld, Wat gebruiken we hiervoor? Ons verstand.
Doormiddel van goed nadenken onze wereld vrij van angsten denken.
Mensbeeld & ethiek
1. Zijn fysische wereldbeeld werkt door in zijn ethiek:
Binnen een eindig bestaan in een werkelijkheid die geen ‘natuurlijke woning’ is, een
eigen beperkte orde scheppen, waarin we ons even thuis kunnen voelen
(vriendschap). Dus er is geen boven natuurlijke zin in het leven, er is geen betekenis
anders die wij eraan gegeven en wij moeten zin maken. Hoe? Door vriendschap.
2. Zijn ethiek wordt hedonistisch genoemd (hedone: lust)
Dus telkens als je iets moet doen, dan doe je 2 begrippen naast elkaar; genot en pijn
of lust en onlust.
Hoeveel genot levert deze handeling mij op? En hoeveel pijn?
Lust of genot als criterium voor het handelen. Onze gevoelens van lust en onlust/pijn
zijn onbetwijfelbaar. Zonder zorgen de dag beginnen. Het denken van Epicurus eindigt
niet in somberheid.
Hedonistische calculus
Volgens epicurus:
Alle lust goed, alle onlust kwaad.
Maar iemand kan ook voor onlust kiezen, niet om de onlust zelf, maar om het
willen van lust.
Onlust die leidt naar lust.
Bijvoorbeeld, studeren toekomst, sportschool resultaat
Mogelijkheid om te genieten laten schieten omdat het korte termijn genot is, en
op langer termijn genot geen genoegen zal schenken.
Voorbeeld: liefdesrelatie kan zwaarder wegen dan een avondje vreemdgaan
(korte termijn).
Het uitrekenen van niet elke lust najagen en niet elke
pijn vermijden, wordt dus de hedonistische calcus
genoemd.