100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Recht H3 €4,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Recht H3

 88 keer bekeken  1 keer verkocht

In deze samenvatting wordt er gekeken naar de verschillende wetgevingen rondom productie.

Voorbeeld 2 van de 7  pagina's

  • Nee
  • H8, h14
  • 28 maart 2018
  • 7
  • 2016/2017
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (18)
avatar-seller
fleurcrijnen
Samenvatting Recht H3

Hoofdstuk 8, Rechtmatige en onrechtmatige daad

8.2 Onrechtmatige daad

De verbintenis die uit een onrechtmatige daad ontstaat, bestaat over het algemeen uit een
schadevergoedingsverplichting. Degene die schade moet betalen is de schuldenaar, degene die
recht heeft op schadevergoeding is de schuldeiser.
Een schadevergoedingsverbintenis ontstaat in dit geval omdat de wet dat zegt. Het is niet de
bedoeling van de handelende persoon om een verbintenis in het leven te roepen. Deze ontstaat als
rechtgevolg van zijn handelen. Het handelen van de desbetrefende persoon brengt schade toe aan
anderen. Deze schade moet dus worden vergoed door de schadetoebrenger.

Er is pas sprake van een onrechtmatige daad als er aan een aantal vereisten is voldaan (Art 6:162
BW):

- Daad: doen of nalaten
- Onrechtmatigheid
- Toerekenbaarheid
- Schade en causaal verband
- Relativiteit

8.2.1 Daad: doen of nalaten

Een daad kan bestaan uit een ‘doen’ dat een soort onrechtmatige daad oplevert, maar ook uit een
nalaten.

8.2.2 Onrechtmatigheid

De volgende vraag die gesteld moet worden is wanneer een daad onrechtmatig is. Er zijn volgens
de wet 3 factoren die bepalen of een daad onrechtmatig is:

1. Een inbreuk op een recht  hierbij maak je inbreuk op de eigendomsrechten van een
ander.
2. Een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht  soms staat in de wet geregeld of je
onrechtmatig handelt. Bijvoorbeeld als je door rood rijdt of inbreuk maakt op iemands
auteursrechten.
3. Een doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens het ongeschreven recht in het
maatschappelijk verkeer betaamt  het staat niet in de wet, maar uit de waarden en
normen blijkt duidelijk dat het niet is toegestaan.

Een rechtvaardigheidsgrond maakt dat een bepaalde daad, die onder de defnitie van
onrechtmatige daad valt, toch niet onrechtmatig is. Dit betekent dat de dader niet aansprakelijk is
en daarom ook geen schadevergoeding hoeft te betalen. Dit is bijvoorbeeld het geval als iemand
handelt in een noodtoestand.

Rechtvaardigingsgronden:
1. Overmacht in de zin van noodtoestand, art. 40 Sr
2. Noodweer, art. 41 lid 1 Sr
3. Wettelijk voorschrift, art. 42 Sr
4. Bevoegd gegeven ambtelijk bevel, art. 43 lid 1 Sr
5. (Buiten wettelijke) Het ontbreken van de materiele wederrechtelijkheid


Kelderluik criteria:

- Mate van waarschijnlijkheid dat het slachtofer het gevaar niet tijdig onderkent
- Kans op ongeval
- Ernst van mogelijke gevolgen
- Bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen -> hoe veel kost het om
maatregelen te nemen en hoe groot is het risico. Door een lint had het voorkomen kunnen
worden.


8.2.3 Toerekenbaarheid van de onrechtmatige daad

, Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend indien het te wijten is aan zijn
schuld, krachtens de wet of in het verkeer geldende opvattingen. De toerekenbaarheid van een
onrechtmatige gedraging hangt af van:

- Risico
- Schuld

Schuld is verwijtbaar gedrag. Risico is datgene wat krachtens de wet en de verkeersopvattingen
toerekenbaar is. Er wordt hier gesproken van enerzijds schuldaansprakelijkheid en anderzijds van
risicoaansprakelijkheid.

Bij schuldaansprakelijkheid moet de benadeelde bewijzen dat de dader schuldig is, en dat er sprake
is van verwijtbaar gedrag van de dader. Bij risicoaansprakelijkheid is de dader schuldig, de dader
mag dan bewijzen dat er bijvoorbeeld sprake was van overmacht.

Bij risicoaansprakelijkheid kan iemand:

- Aansprakelijk zijn op grond van zijn eigen gedragingen
- Aansprakelijk zijn voor andere personen en aansprakelijk zijn als bezitter van een zaak. (Art
6:169 t/m 179 BW)

Risicoaansprakelijkheid voor eigen gedraging

Er is volgens de wet in twee gevallen sprake van risicoaansprakelijkheid voor eigen gedragingen:

1. Als er sprake is van een geestelijke of lichamelijke tekortkoming
2. Als iemand deel uitmaakt van een bepaalde groep

Iemand die ouder is dan 14 jaar is aansprakelijk als de daad is verricht onder invloed van
geestelijke of lichamelijke tekortkoming. (Art 6:165 BW) Als iemand bijvoorbeeld een hartaanval
krijgt onder het auto rijden en daardoor iemand aanrijdt, dan is deze persoon op basis van risico
wel aansprakelijk.

Een persoon die deel uitmaakt van een bepaalde groep, is ook aansprakelijk voor het onrechtmatig
toebrengen van schade door een van de tot die groep behorende personen. Als de personen de
kans hadden om deze persoon te weerhouden van zijn gedragingen. De benadeelde kan in zo’n
geval iedere persoon die tot de groep behoort aanspreken voor de volledige schade. Er ontstaat
dus hoofdelijke aansprakelijkheid voor de leden van de groep. (Art 6:166 BW)

Kwalitatieve aansprakelijkheid

Kwalitatieve aansprakelijkheid betekent dat personen aansprakelijk zijn in een bepaalde kwaliteit,
namelijk als:

- Ouder of voogd: Art 6:169 BW. Als een kind 14 of 15 jaar is, dan zijn de ouders en het kind
beide aansprakelijk. De ouders moeten dan bewijzen dat hun niet kan worden verweten dat
zij de gedragingen van het kind niet hebben belet.
- Werkgever: Art 6:170 BW degene in wiens dienst de ondergeschikte stond is aansprakelijk
voor de schade die foor een fout van de ondergeschikte bij de uitoefening van zijn
werkzaamheden is veroorzaakt. Als eerste eis geldt hier dat er sprake moet zijn van een
fout van de ondergeschikte.
- Opdrachtgever voor een niet-ondergeschikte: Art 6:171 BW, iemand die niet ondergeschikt
is voert opdrachten uit voor een ander. De ander is hiervoor aansprakelijk.
- Vertegenwoordigde: Art 6:172 BW, een vertegenwoordiger is iemand die bevoegd is voor
rekening van een ander rechtshandelingen te verrichten.




8.2.4 Schade en causaal verband

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fleurcrijnen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 71498 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen