Dit is een uitgebreide samenvatting van de literatuur (!) van de Case of David voor Blok 3.6. De volgende literatuur is erin verwerkt: McDonald, Wright, Ziino, Michel en Kolb H16 en 22. Voor de blokopdracht heb ik met name informatie gehaald uit H16. Succes met de opdracht!:)
McDonald et al. (2002). Executive dysfunction following traumatic brain injury: Neural substrates and
treatment strategies.
Executieve dysfunctie is een belangrijk component van neurobiologische verstoring volgend op
traumatisch breinletsel (TBI), vaak leidend tot significante functionele beperkingen. De integriteit van
executieve functies (EF) volgend op TBI demonstreren significante associaties met kritische
levensuitkomsten zoals beroepssucces en sociale autonomie. De meerderheid van de TBI-gevallen hebben
verstoring in frontale-subcorticale systeem functioneren, wat mogelijk resulteert in beperkt executief
vermogen. Zulk letsel omvat directe schade aan frontale kwabben (bv. door coup) en indirecte schade door
laesies in regio’s met afferente of efferente frontale connecties of verstoringen van deze neurale connecties.
Definitie van executieve functies
Lezak karakteriseerde EF als bestaande uit vier componenten:
1. Volition (=wil): het vermogen om doelen te formuleren en een plan te vormen om die doelen te
bereiken of de capaciteit voor intentioneel doelgericht gedrag. Dit vermogen kan beperkt zijn door
iemands inzicht in behoeftes, gebrek aan motivatie voor die behoeftes of moeilijkheden in het initiëren
van gedrag nodig voor het uitvoeren van het actieplan.
2. Planning: het vermogen om stappen te organiseren die nodig zijn om een actie te voltooien, om voor
te bereiden voor verschillende terugvallen of moeilijkheden in het uitvoeren van het plan en om het
nodig materiaal en de vereiste skills te verzamelen om het plan uit te voeren. Hier is foresight voor
nodig om zich voor te bereiden op verschillende problemen. Vereisten voor planning zijn onder andere
adequate geheugen skills, sustained attention capaciteit, motivatie, wil, bewustzijn, impulscontrole etc.
TBI-individuen rapporteren moeilijkheden in vooruit denken en anticiperen op mogelijke problemen.
1. Doelgerichte actie: het individu initieert, behoud, switcht en stopt sequenties van complex gedrag in
een geordende en geïntegreerde manier. Het is belangrijk is te zien dat het vermogen om te handelen
niet gelijk is aan doelgericht gedrag. Zelf als component 1 en 2 goed zijn, kan dit alsnog het gedrag
belemmeren. De capaciteiten om gedrag uit te voeren is dus niet gelijk aan doelgericht gedrag.
Doelgericht gedrag is ook meer betrokken bij nieuwe handelingen i.p.v. routines waar je geen plannen
voor nodig hebt. Moeilijkheden met verschillende aspecten zullen zorgen voor verschillende resultaten
bv. als iemand moeite heeft met het initiëren van een actie, kan je wel een plan maken maar deze
wordt nooit uitgevoerd. Doelgericht gedrag kan ook beïnvloed worden door verstoord bewustzijn. Hier
heb je dan bv. geen inzicht over de emotionele reacties of cognitieve tekorten of eigen fysieke staat of
gelimiteerde herkenning van gepaste externe omgevingscues. Geen goede sociale bewustzijn kan zich
uiten in ongepaste interpersoonlijke grenzen en interacties of slechte verzorging en manieren. Al deze
aspecten zijn van belang voor het voltooien van een taak. Deze componenten zijn niet mutually
exclusive. Mensen met TBI vertonen beperkingen in meer dan 1 gebied.
3. Effectieve prestatie: dit bevat aspecten van het uitvoeren van acties, zoals self-monitoring en self-
correction. De kwaliteit van de fouten die een individu begaat is hier van belang. Mensen met TBI met
executieve dysfunctie maken mogelijk fouten omdat ze het niet herkennen dat zij een fout maken,
omdat ze deze error kunnen herkennen maar niet de hun cognitieve set niet kunnen shiften om dit op
te lossen of vanwege het gebrek aan motivatie om het te corrigeren.
Bij executief functioneren horen ook aandacht en ideational fluency. Ideational fluency is het snel
bedenken van nieuwe ideeën. Morse en Montgomery zagen executief functioneren als processen en
capaciteiten om een doel te volbrengen en een probleem te herkennen. Mentale flexibiliteit en
dwangmatigheid zijn ook van belang voor de genoemde functies. Dwangmatigheid stelt dat ze geen
response inhibitie vertonen. Mensen kunnen ook elke keer op dezelfde manier reageren, hoewel de situatie
verandert. Ze kunnen hun aandacht niet richten op nieuwe info of hun reactie aanpassen. Ze kunnen wel
aangeven dat hun reactie fout is.
1
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper karoliengarritsen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.