Geschiedenis samenvattingen H9 en H10
10.1 conservatisme en politiek liberalisme
- de opkomst van emancipatiebewegingen
- voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan
het politiek proces
- de opkomst van politiek maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme,
confessionalisme en feminisme
restauratie (herstel) reactie op democratische reacties en de napoleontische tijd
Edmund Burke
- reflections on the revolution in France waarschuwd aanhangers franse revolutie
- voorspelling daar de macht op straat zou komen liggen en iemand de poging zou doen om de
macht te grijpen
- revolutionair fanatisme was weinig goeds volgens hem
- geschiedenis had laten zien dat strak vasthouden aan (eeuwen) oude rechten en wetten een
goede basis was voor een geleidelijk groeiende inspraak van burgers en parlement
- Frankrijk liet zien dat piepjonge abstracte vrijheid en mensen rechten niet zo stabiel waren
(misbruikt door opstandige heethoofden om het volk op te stoken)
napoleon
- verloren in 1814 en 1815 slag op Waterloo
- mengeling van revolutionaire idealen en autoritair bestuur ze
- bij zijn verovering einde gemaakt aan eeuwenoude privileges van adel
- verslagen: oude koningen vonden dat alles zoveel mogelijk terug moest naar hoe het was en
ook moesten ze nieuwe revoluties voorkomen
congres van Wenen
- wat moeten we met Europa nu het niet meer gedomineerd wordt?
- Restaureren terug naar hoe het was
1. Machtevenwicht: hoofddoel geen land meer zijn die zo machtig was als Frankrijk alle
grote machten moeten even machtig zijn aan elkaar
2. Compensatie beginsel: landen moesten gecompenseerd worden als een land een ander land
verliest. Verlies je een land krijg je er een ander land voor terug (score blijft gelijk)
3. Legitimiteitsbeginsel vorsten die voor napoleon de macht hadden krijgen het weer terug
4. Omringingspolitiek: Frankrijk moet sterke buren om zich heen hebben
2 ideologieën tegen elkaar
Conservatisme: regering houden zoals het is veranderd niet of nauwelijks ze steunden restauratie
Liberalisme: Het liberalisme heeft als uitgangspunt zo veel mogelijk vrijheid van het individu zolang
hij de vrijheid van anderen niet beperkt.
- Hechten grote waarde aan fundamentele rechten zoals vrijheid van meningsuiting en
drukpers en vergadering en deze rechten moeten gegarandeerd zijn in de grodwet
Nieuwe revoluties
- Succes van restauratie duurde niet lang
, - Liberale burgers verlangde naar meer inspraak
- 1830 nieuwe Franse revoluties met een burger koning en een koning die wegvluchtte ook
weer in 1848
- Gevolg Frankrijk werd (als het eerste land in Europa) een republiek met een algemeen
kiesrecht voor mannen.
- In midden Europa moesten ook andere landen stukje bij beetje hun macht afstaan aan de
gegoede burgerij
- Nieuw gevaar: besluiten werden niet meer door de koning genomen maar door een
meerderheid in de gekozen volksvertegenwoordiging
- Er kwam een tirannie van de politieke meerderheid
John Stuart Mill
- Wees mensen op dit gevaar (zie hierboven)
- Pleite voor optimale vrijheid van het individu
- Mensen met afwijkende ideeën waren heel belangrijk voor de maatschappij en konden haar
verder brengen.
- Overheid dwang zou leidden tot onderdrukking verstarring en economische achteruitgang
- Uitzondering: wanneer gedrag gevaar opleverde voor anderen mocht de wet
gehoorzaamheid afdwingen.
Koninkrijk der Nederlanden
- 1795 was de oude republiek met Franse steun vervangen door een revolutionaire staat
namelijk de Bataafse republiek (eenheidsstaat)
- In 1806 heeft Napoleon er een monarchie van en heeft hij zijn broer Lodewijk koning van
Holland gemaakt.
- 1813 Nederlanders hadden genoeg van Franse idealen
- Willem Frederik oranje Nassau kwam aan het hoofd soeverein vorst bij congres van Wenen
Oostenrijkse Nederlanden (ze omringde Frankrijk met krachtige bufferstaten)
Bestuurlijke inrichting
- Anders dan oude republiek: grondgebied was groter en bestuurlijk anders
- Constitutionele monarchie: de koning is het staatshoofd maar hij was gebonden aan een
grondwet(constitutie) de grondwet garandeerde bepaalde vrijheden zoals vrijheid van
drukpers
- Ministers werden regeert door een parlement dat indirect door een deel van de bevolking
werd gekozen
- Koning had veel macht hij kon een kritisch parlement naar huis sturen
- Censuskiesrecht: kiezers (uitsluitend mannen) mochten alleen stemmen als ze een bepaalde
hoeveelheid belasting betaalde
- Provinciale politici kozen leden van de 2e kamer
- Eerste kamer waren geen verkiezingen
- Koning Willem kon ook koninklijke besluiten nemen zonder toestemming van de ministers
- 1848: angst voor revolutie invoeren liberale grondwet
- Er kwam een ministeriele verantwoordelijkheid: alleen ministers waren verantwoordelijk
voor regeringsbeleid
- Er was nu vrijheid voor onderwijs en vrijheid van vereniging en vergadering kiesrecht bleef
wel beperkt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lizzytenklooster. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,65. Je zit daarna nergens aan vast.