Kwetsbaarheid wordt gedefinieerd als lichamelijke kwetsbaarheid, psychische
kwetsbaarheid en de sociale kwetsbaarheid. Iemand is psychisch kwetsbaar als de oudere
psychische aandoeningen heeft (dementie, depressie). Iemand is sociaal kwetsbaar als de
oudere een lage SES heeft en een slechte toegang tot de zorg.
Klinisch redeneren bij ouderen
H4.2 screenen en comprehensive geriatric assessment
Bij verpleegkundigen is een proactieve houding nodig om tijdig kwetsbaarheid te herkennen
en een screeningsinstrument uit te zetten.
Van screening naar interventie bestaat uit vijf stappen:
1. Screenen. Screenen is het in kaart brengen van de risicopopulatie voor een bepaalde
aandoening. Bij hoogrisicogroepen wordt altijd een vervolg gegeven, deze groepen
worden dan verder onderzocht. Er bestaan verschillende screeningsinstrumenten om
kwetsbare ouderen op te sporen: Groningen Frailty Indicator, Tilburg Frailty Indicator
en de Easycare-TOS.
2. Screenend geriatrisch assessment: een multidomeinbeoordeling. De problemen van
ouderen worden zoveel mogelijk opgespoord, beschreven en verklaart en de
capaciteiten en zorgbehoeften van de persoon onderzocht, om zo te komen tot een
gecoördineerd en integraal zorgplan voor het individu.
3. Prioriteiten en persoonlijke doelen formuleren. Na stap twee worden de uitkomsten
met de oudere besproken. Daarna volgt de fase van doelen stellen. Iedere oudere
heeft zijn persoonlijke doelen en prioriteiten die heel erg belangrijk zijn.
4. Diagnostisch geriatrisch assessment. hier worden de problemen verder uitgediept.
Daarbij wordt gekeken naar verstoringen in de orgaansystemen, geriatrische
problemen, maar ook naar de restcapaciteit en naar mogelijkheden voor
zelfmanagement, persoonlijkheidskenmerken, sociale functiekenmerken, cognitieve
functiekenmerken de levensloop en het gebruik van hulpmiddelen.
5. Opstellen van een zorgbehandelplan. In het zorgbehandelplan wordt verder
gespecificeerd wat de oudere en/of zijn mantelzorger zelf doet, wat de
verpleegkundige doet, wat de arts doet en welke andere hulpverleners nog worden
ingeschakeld.
Klinisch redeneren bij ouderen
H6.2 normale psychische veroudering
Baltes beschreef ontwikkeling als een dynamisch proces, waarbij zowel winst als verlies op
kan treden. Hij heeft ontwikkeling geherformuleerd als een proces waarbij selectieve
leeftijdsgerelateerde verandering plaatsvindt waarbij aanpassingsvermogen essentieel is.
Het model van ontwikkeling als verandering in adaptief vermogen geeft inzicht in strategieën
in zowel adaptief vermogen als succesvolle veroudering door gebruik te maken van drie
strategieën: selectie (het adaptieve vermogen om te focussen op de dingen die belangrijk
zijn voor een persoon), optimalisatie (strategieën waarmee de omgeving aangepast wordt
om voor iemand een gunstig resultaat te creëren) en compensatie (het gebruik van
alternatieven of om de prestatie op het gewenste niveau te houden).
Assimilatie- en accommodatietheorie: de theorie is gebaseerd op de gedachte dat je op
latere leeftijd veel biologische, sociale en psychische uitdagingen en verliezen ervaart die
een grote invloed op het individu hebben.
Assimilatiecoping beschrijft strategieën waarbij het individu actief probeert de omgeving te
veranderen in lijn met zijn eigen doelen en verwachtingen. Accommodatieve coping
, beschrijft strategieën waarbij doelen naar beneden worden bijgesteld door beperkingen die
een individu ervaart in de omgeving of zichzelf.
Ouderen hebben vaker moeite met het ophalen van namen of details over waar en wanneer
iets gebeurde. Ze ervaren minder problemen met herkenning en woordbetekenis. Ouderen
ervaren problemen in het kortetermijngeheugen en het episodisch geheugen (geheugen voor
gebeurtenissen). Ouderen zijn erg goed instaat om met negatieve emoties om te gaan en
hun beste beentje voor te zetten.
Klinisch redeneren bij ouderen
H6.3 normale sociale veroudering
Bij levensloopperspectieven hebben we het over belangrijke markeringen in iemands
leven. Tegenwoordig kunnen we veel beter voorspellen wanneer deze gebeurtenissen zich
voordoen dan vroeger. Aan de andere kant zijn sommige levensgebeurtenissen vandaag de
dag veel minder aan leeftijd gebonden dan vroeger. Toen het levensloopperspectief
onderdeel werd van wetenschappelijk onderzoek werden de levensfasen die mensen
doorliepen niet langer gezien als een logische volgorde, de psychologie probeerde ze te
verklaren als een natuurlijk proces dat zich allengs ontvouwt. Vandaag de dag wordt vooral
gedacht dat mensen veel positieve kwaliteiten met zich meebrengen bij het ouder worden,
waaronder een gevoel van betekenis.
De modernization-theorie geeft een verklaring voor het perspectief van de samenleving
over ouderen en stelt dat de status van ouderen minder wordt naarmate de samenleving
moderner wordt. De theorie suggereert dat de rol en de status van ouderen gerelateerd zijn
aan de technologische ontwikkeling. Modernisatie heeft veel veranderd in hoe we tegen de
oudere aankijken, maar het beeld dat we als samenleving hebben en de daadwerkelijke
situatie zijn nog nooit echt overeengekomen.
De disengagement-theorie kijkt naar ouderdom als een tijd waarbij zowel de oudere zelf als
de samenleving zich bezighoudt met wederzijdse scheiding. Dit proces van onttrekking wordt
gezien als een heel natuurlijke en normale neiging die ‘het ritme van het leven’ reflecteert.
Hoewel de originele theorie niet meer geaccepteerd wordt, is het idee van zich onttrekken
aan de samenleving, met daarbij horend gedrag, iets wat we nog steeds zien bij sommige
ouderen. Maar er is een groeiend aantal ouderen van wie niet gesteld kan worden dat ze
zich onttrekken aan de samenleving.
De activiteitstheorie stelt dat mensen meer tevreden zijn wanneer ze actiever zijn. De
continuïteitstheorie betekent hetzelfde, met als aanvulling dat ouder wordende mensen
geneigd zijn dezelfde gewoonten, persoonlijkheid en leefstijl te hanteren die ze eerder in hun
leven ontwikkeld hebben.
Klinisch redeneren bij ouderen
H7a ADL en IADL
Beperkingen in het functioneren ontstaan grofweg op twee manieren: als gevolg van een
chronische progressieve ziekte of als gevolg van een acute gebeurtenis.
Een aantal verstoringen in het cardiovasculair systeem kan problemen in ADL veroorzaken,
zoals ritmestoornissen (kunnen een collaps (flauwvallen) veroorzaken), verminderde
pompfunctie en een oedeem.
Verstoringen in het brein kunnen ook problemen in ADL veroorzaken, zoals dementie, delier,
CVA en een depressie.
Vanaf het 50ste levensjaar nemen de spieren gemiddeld met 1-2% af per jaar. Ouderen
hebben over het algemeen ook meer cytokinen in het bloed, die een aanslag doen op de
eiwitten van de spieren waardoor de spieren verder worden afgebroken. De cytokinen spelen
ook een rol bij het verlies van de botdichtheid.
Een afname van de spiermassa heeft ook gevolgen voor de glucoseregulatie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper meikedommerholt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.