Inhoudsopgave
Hoofdstuk 21: Restauratie, hervorming en revolutie, 1814 – 1848 .............................................................2
Hoofdstuk 22: nationalisme en politieke hervorming, 1850 – 1880 ............................................................9
Hoofdstuk 23: het tijdperk van het optimisme, 1850 - 1880........................................................................ 16
Hoofdstuk 24: imperialisme en escalerende spanningen, 1880 – 1914 .................................................. 21
Hoofdstuk 25: Oorlog en Revolutie, 1914 – 1919 ............................................................................................. 28
Hoofdstuk 26: de illusie van stabiliteit, 1919-1930 ......................................................................................... 36
Hoofdstuk 27: het martelende decennium, 1930-1939 .................................................................................. 41
Hoofdstuk 28: het tijdperk van de Tweede Wereldoorlog, 1939-1949 ................................................... 48
Hoofdstuk 29: Het tijdperk van de Koude Oorlog (KO), 1949-1989 ......................................................... 54
Hoofdstuk 30: Een voortdurend experiment: het westen en de wereld sinds 1989 .......................... 62
1
,Samenvatting Nieuwste geschiedenis
Hoofdstuk 21: Restauratie, hervorming en revolutie, 1814 – 1848
• De revoluties van 1848 hebben hun ideologische oorsprong in de ononderdrukbare krachten
die ontketend werden in de Franse revolutie van 1789.
• De oude orde werd hersteld zie hoorcollege
• Nationalisten wilden enerzijds grotere politieke eenheid creëren (Italië en Duitsland),
anderzijds wilden ze onafhankelijkheid van de buitenlandse heerschappij (Griekenland).
• Er ontstonden nieuwe stromingen, die algehele restoratie van de oude orde voorkwamen.
- Definitie van een ideologie = een gestructureerde, georganiseerde set van ideeën die het
denken van een groep over het leven of de maatschappij reflecteert.
Restauratie en reactie, 1814 – 1830
VRAAG: wat was het doel van de restauratie en wat waren de bronnen van weestand ertoe?
Hoe: de grenzen terugbrengen om een balans van macht te herstellen + het her installeren van
traditionele funderingen en de hiërarchie.
Congres van Wenen, 1814 – 1815
Belangrijkste persoon bij het Congres = de Oostenrijkse minister van buitenlandse zaken, prins
Clemens von Metternich. NB veelzeggend dat het Congres in Wenen plaatsvindt, aangezien
Oostenrijk de machtigste staat was van continentaal Europa. (Blauw = hoorcollege
aantekeningen)
Doel: lange termijn stabiliteit op het Europese continent, met als VRAAG: hoe moest de Franse
macht in de toekomst ingeperkt worden? En, wat gaan de nieuwe grenzen worden?
De afspraken die gemaakt werden:
Terug bij af:
Frankrijk De oudste overlevende broer van Lodewijk XVI werd Lodewijk XVIII, daarnaast
ging Frankrijk terug naar de grenzen hoe ze eruit zagen in de vroege 1790s, waarmee de
Nederlandse, Spaanse en Portugese onafhankelijkheid hersteld werd.
Spanje Ferdinand VII kwam terug op de troon
Nieuwigheden:
Duitsland Het ontstaan van de Duitse confederatie. Verwarrend is dat een deel van Pruisen
ook hoort bij de Duitse confederatie, maar een deel niet.
Italië Vermindering van het aantal onafhankelijke staten
Nederland België wordt samengevoegd met Nederland, als tegenmacht richting Frankrijk
Oostenrijk, Pruisen en Rusland kregen een aantal gebieden erbij
GB Had als doel niet om gebied erbij te krijgen in Europa, maar was meer wereldwijd
georiënteerd, met als doel om hun rijk wereldwijd gezien uit te breiden. Het doel was dus
bijvoorbeeld om betere vaarroutes te krijgen.
Gezamenlijk Zorgen voor het inperken van revolutionaire ideeën/oproepen
We zien hier dus het begin van nieuwe moderne relaties opkomen, zoals wij ze nu nog
kennen. Er ontstaat een balans van macht om te voorkomen dat er één macht erg
machtig zou worden.
Aan het begin van de conferentie werd Frankrijk gezien als vijand, maar aan het eind ervan werd
het gezien als één van de vijf grote mogendheden van Europa. De andere grote mogendheden
waren: Rusland, Oostenrijk, Pruisen en Groot-Brittannië. Opvallend is hierbij de vergelijking
tussen het verlies van Napoleon aan Franse zijde en een eeuw later het verlies van Duitsland na
de Eerste Wereldoorlog, de andere machten waren toen allesbehalve coulant jegens Duitsland,
terwijl ze bij het Congres van Wenen dus wel coulant waren jegens Frankrijk.
2
,De herstelde monarchen in West-Europa
Frankrijk (constitutionele monarchie)
• De Bourbon dynastie kwam opnieuw aan de macht in Frankrijk, eerst onder Lodwijk XVIII
en vervolgens onder Karel X. beiden waren niet lang aan de macht en Karel perkte de
politieke structuur nog meer in tact dan het al was. Dit zorgde voor grote woede en
protesten.
• Desondanks bleef de Napoleontische Code in tact. De restauratie ging dus niet terug tot
1789, maar eerder tot 1791.
• Er ontstond een lagerhuis, genaamd de Kamer van Plaatsvervangers, en een hogerhuis
genaamd de Kamer van Vakgenoten
Groot-Brittannië (constitutionele monarchie)
• De Corn Laws, 1815: wetten aangenomen door het Britse parlement waarbij tarieven
werden geplaatst op geïmporteerd buitenlands graan om de binnenlandse graanproductie te
beschermen van internationale competitie.
• Politieke rechten werden uitgebreid naar meer mensen, maar wel in beperkte mate. De roep
om gelijke rechten voor zowel mannen als vrouwen, werd hardhandig de kop ingedrukt door
het Britse leger/de overheid. Een voorbeeld hiervan = de Peterloo Massacre.
• Wat er gebeurd met de middenklasse is anders, wel: geleerde mannen met landbezit.
• 1815: beide huizen waren aristocratisch, 1830: meer en meer vraag om middenklasse
mannen die lid moesten konden worden van een van de Houses ging voor de
conservatieven veel te ver, waren bang voor politieke verandering.
• 1832: Hervormingsacte: NB hervorming, maar geen revolutie. 50% groei van mannen die
konden stemmen. Maar dit was nog wel erg beperkt, want er golden veel eisen voordat je
mocht stemmen.
• 1833: einde aan de slavernij in West-Indië (ondanks dat het leerlingschap en ongelijkheid
blijven bestaan)
• De Britse Chartist beweging waarin veel werkers gepassioneerd betrokken waren, demonstraties
plaatsvonden, er petities waren met de vraag om universele mannelijk kiesrecht. Vrouwen zijn
betrokken, maar Chartist vroegen niet om recht voor vrouwen om te mogen stemmen, dat was iets
voor later.
• 1838: petitie waarin men aangaf niet tevreden te zijn met de hervormingsacte van 1832,
omdat het mensen nog hopelozer achterliet dan voorheen. Ze spraken van ‘onze slavernij die
ingeruild is voor een stage op vrijheid’.
Er komt geen kritiek op (constitutionele) monarchieën, maar wel op absolutistische
monarchieën. Koning gebruikte parlement voor de dingen die hij in wilde voeren en voor zijn
eigen mening. Franse parlement was dus geheel ondemocratisch, kiesrecht gold maar voor een
selecte groep mannen. Geldt ook voor andere plaatsen zoals in bijvoorbeeld Duitse confederatie.
Constitutie was dus een soort ‘gift’ van de koning aan het volk?
Oost-Europa
Staten wilde graag de absolute regering in stand houden
Oostenrijkse rijk onder de Habsbrugers (autocratische monarchie)
- Heerser Francis I (r. 1792 – 1835): zei “rule and change nothing”
- Er ontstond een network van geheime politie en informanten om de imperial
onderwerpen in de gaten te houden
• In Duitse staten was men ontevreden over het bestaande systeem
- Er werden zogenaamde ‘brotherhoods’ gevormd, door universiteitsstudenten met als
motto ‘Honor, Liberty, Fatherhood’.
- Het gevolg = harde onderdrukking van deze ‘brotherhoods’ door de overheid
• Het meest autocratische van de Europese staten was tsaristisch Rusland, waar Alexander I
(r. 1801 – 1825) aan de macht was.
3
, - Hij wilde de horigheid wel afschaffen, maar dit lukte niet omdat het nadelig was voor de
belangen en privileges van de grootgrondbezitters.
- Er ontstaan geheime genootschappen met diverse ideeën. De overeenkomst tussen deze
genootschappen is dat ze allemaal de horigheid wilden afschaffen en een vrijere
maatschappij wilden.
- Alexander overlijdt er ontstaat onduidelijkheid over de opvolging de Decembrist
Uprising opstand mislukt Nicholas aan de macht
- Had je politieke interesses in Rusland, was dit heel gevaarlijk en was de kans groot dat je
naar Siberië verbannen werd. Om te voorkomen dat politieke activiteiten bestraft
werden zodat de gevestigde orde op z’n plek kon blijven.
Andere autocratische staten waren Pruisen en het Ottomaanse Rijk
Spanje en haar kolonies
• 1812: verkiezing van een nationaal parlement, genaamd de Cortes.
- Democratische constitutie die zorgde voor universele mannelijke kiesrecht
- Bewonderaars/aanhangers van de constitutie noemen we ‘Vrienden van de Vrijheid’
• 1814: Ferdinand VII (r. 1808 – 1833) weer aan de macht. Hij verbande de liberalen. Tevens
wilde hij de Spaanse kolonies heroveren, maar dit lukte hem niet.
• 1825: Alle Spaanse kolonies gelegen op het vasteland van Centraal- en Zuid-Amerika waren
onafhankelijk.
Ideologische confrontaties
VRAAG: welke grote ideologieën ontwikkelde er in de eerste helft van de 19e eeuw?
Ontstaan Ideologie Belangrijke personen Hoe
Conservatisme Tijdens en na de Terugkeren naar hoe • Edmund Burke (1729 –
Franse Revolutie het vroeger was 1797) was één van de
eersten die een
intellectuele aanval op de
Franse Revolutie gaf.
Schreef: Reflections on
the Revolution in France.
• Hannah More (1745 –
1833) pleitte voor piëteit
als een bolwerk tegen
rebellie. Schreef: Cheap
Repository Tracts.
Romanticisme 1760s als Was primair een Johann Wolfgang van Goethe Haalden
rebellie tegen expressie van de (1749 – 1832). Zei: “feeling is inspiratie uit
rationalistische kunsten, gebaseerd op everything”. Schreef: Sorrows de natuur
warden van de emoties en gevoelens. of Young Werther, het meest
Verlichting en gelezen boek van de eeuw.
ging door tot de Romanticisme =
1840s. culturele beweging,
latere 18e eeuw.
Hoogtepunt in eerste
helft van de 19e eeuw.
Tegenhanger van de
Verlichting. Gaan niet
terug naar Klassieke
Oudheid, maar eerder
naar de Middeleeuwen.
Neo-gotieke
4