Plusminus 80 begrippen voor het vak Groepsdynamica. Ik heb hier alleen de begrippen genoteerd die ik noemenswaardig achtte. De begrippen waar je met een beetje logisch nadenken uitkomt heb ik achterwege gelaten :)
Evocatie: het gedrag van een persoon roept reacties op bij de omgeving.
Theorie van beredeneerd/gepland gedrag: het gedrag van mensen wordt bepaald door de
intentie om het gedrag te vertonen.
Subjectieve norm: sociale normen over waargenomen gedrag in de omgeving.
Waargenomen gedragscontrole: mate waarin mensen denken het betreffende gedrag te
kunnen vertonen.
Cognitieve dissonantie: tegenstrijdigheid tussen attitude en gedrag. (je bent tegen roken maar
toch rook je).
Cognitieve dissonantietheorie: mensen merken een verschil tussen hun gedrag en hun
gevoel (cognitie) en voelen hierbij innerlijke spanning.
Zelfbeeld: bestaat uit zelfkennis en zelfwaardering.
Zelfschema-theorie: zelfgevormde mentale structuren over de eigenschappen die iemand
kenmerkend/belangrijk vindt voor zichzelf.
Zelfcategorisatie-theorie: sociale identiteit (het gedrag wat je toont om bij een groep te horen.
Is flexibel en afhankelijk van de context.
4 motieven voor het zoeken van informatie die relevant is voor je zelfbeeld:
1. Zelfverheffing en Better-than-average-effect.
2. Zelfverificatie: zoeken naar info die gelijk staat aan je zelfbeeld.
3. Zelfassessment: naar objectief beeld over jezelf streven.
4. Zelfverbetering.
Mood congruence-effect: behoefte hebben aan informatie die gelijk staat aan je stemming op
dat moment.
Discrepantietheorie: 4 zelfbeelden van jezelf:
1. Werkelijke zelf
2. Ideale zelf
3. Moeten zelf
4. Gevreesde zelf
Zelf-activatie: het gevoel hebben om in staat te zijn je werkelijke zelfbeeld te veranderen.
Sociale categorisatie: bij de eerste waarneming bepaal je onbewust bij welke sociale groep
iemand hoort. Daarna worden typische kenmerken van die groep toegewezen aan die persoon.
Oftewel, het stereotype wordt toegepast.
Self-fulfilling prophecy: omdat je verwachtingen hebt bij een ander, gedraag jij je zodanig dat
de ander ‘het verwachte gedrag’ gaat tonen.
Stereotype: verwachtingen, kennis, ideeën die mensen hebben over een sociale groep.
Vooroordeel: conclusie die wordt getrokken op basis van een stereotype, toegepast op een
bepaalde situatie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kerrarhamza. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.