Hfst 4 Voeding
Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Voedingsmiddelen: alles wat je eet of drinkt. Voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen.
Voedingstoffen: de bruikbare bestanddelen van voedingsmiddelen.
Sommige voedingstoffen worden als bouwstoffen gebruikt bij de vorming van cellen en weefsels.
Vooral voor groei en ontwikkeling van het lichaam en voor vervanging van afgestorven cellen zijn
bouwstoffen nodig.
Brandstoffen: voedingsstoffen die energie kunnen leveren. De energie is nodig om:
- Bewegen
- Lichaamstemperatuur op peil te houden
- Groei
- Ontwikkeling
- Herstel
Eiwitten
Eiwitmoleculen zijn opgebouwd uit aantal aan elkaar gekoppelde aminozuurmoleculen.
Eiwitmoleculen worden in het verteringsstelsel in het voedsel gesplitst in afzonderlijke aminozuur
moleculen die worden opgenomen in het bloed. Via het bloed worden aminozuren naar de
organen van het lichaam vervoerd. Daar worden ze in de cellen bij de eiwitsynthese weer aan
elkaar gekoppeld.
Essentiële aminozuren: de 8 aminozuren die essentieel zijn aangezien het lichaam ze niet
zelfstandig kan produceren. Het lichaam kan 20 aminozuren zelf maken.
Eiwitten zijn belangrijke bouwstoffen van cellen en weefsels. Eiwitten reguleren bijna alle
processen in een organisme. Ze zijn betrokken bij het transport van stoffen, bij celcommunicatie en
bij chemische reacties.
Je lichaam kan de aminozuren uit de eiwitten in je voedsel of de eiwitten uit je spieren omzetten in
glucose. Eiwitten worden dan gebruikt als brandstof. Dat gebeurt vooral als er neit voldoende
glucose beschikbaar is.
Als je een overschot aan eiwitten en aminozuren in je voeding hebt, wordt dit omgezet in glucose -
> brandstof .
Bij dissimilatie an eiwitten ontstaat ammoniak, dat wordt in de lever omgezet in ureum. Ureum
wordt uitgescheiden met de urine.
, Dierlijk voedsel bevat relatief weinig koolhydraten. Koolhydraten zijn belangrijke brandstoffen in je
lichaam. Door koolhydraten te eten, kun je het grootste deel van je energiebehoefte voorzien. Als
je te veel koolhydraten eet, wordt de overtollige hoeveelheid in je lichaam opgeslagen. Een klein
deel daarvan wordt omgezet in glycogeen - polysacharide. Het grootste deel van de overtollige
koolhydraten wordt omgezet in vet en opgeslagen onder de huid rond om organen.
Koolhydraten zijn ook bouwstoffen.
Voedingsvezels: stoffen die niet door enzymen uit het verteringsstelsel van de mens worden
verteerd. Het zijn voornamelijk koolhydraten afkomstig uit de celwanden van plantaardige
voedingsmiddelen. Een deel van voedingsvezels kan in de darmen wel door bacteriën worden
afgebroken.
Voedingsvezels zijn belangrijk doordat:
- ze bevorderen de darm werking en de stoelgang
- ze zorgen voor eerder een verzadigd gevoel -> gezond gewicht
Vetten (lipiden)
Vetmolecuul is opgebouwd uit een glycerol molecuul en drie vetzuurmoleculen -> verzadigd of
onverzadigd. Een molecuul van een verzadigd vetzuur bevat het maximale aantal H atomen en
heeft een rechte keten. Een molecuul van een onverzadigd vetzuur heeft een of meer dubbele
bindingen en geen rechte keten.
Enkelvoudig onverzadigd vetzuur: een dubbele binding in de keten
Meervoudig onverzadigd vetzuur: twee of meer dubbele bindingen
Plantaardige oliën - mais, soja, zonnebloem en vis - olie bevatten veel onverzadigde vetzuren.
Dierlijke vetten bevatten verzadigde vetzuren
Cholesterol
Cholesterol is een vet dat voorkomt in celmembranen en in het bloedplasma. Cholesterol wordt
aangemaakt door de lever, via voeding krijg je een klein deel binnen.
Verzadigde vetzuren (1binding) bevorderen de afzetting van cholesterol tegen de binnenwand van
bloedvaten waardoor ze nauwer worden -> hart en vaatziekten.
Onverzadigde vetzuren verminderen de afzetting van cholesterol en kunnen het afgezette
cholesterol in de bloedvaten minder laten worden.
Je lichaam kan glycerol en de meeste vetzuren vormen uit andere organische stoffen. Je voedsel
hoeft hierdoor weinig vetten te bevatten. Alleen essentiële vetzuren moeten in je
voedselvoorkomen -> linolzuur.
Vetten dienen als brandstoffen. Het vet onder de huid heeft een warmte isolerende functie. Vetten
dienen ook als bouwstoffen. Fosfolipiden vormen een bestanddeel van membranen.
Water
Water is een belangrijke bouwstof voor je lichaamscellen en een oplosmiddel voor allerlei stoffen.
Samen met de opgeloste stoffen bepaalt water de osmotische waarde van de vloedstoffen in het
lichaam. Water is ook een transportmiddel.
Water speelt een belangrijke rol bij de regulering van de lichaamstemperatuur. Door verdamping,
zweten, koel je af.
Ook uitgeademde lucht, urine en ontlasting raakt het lichaam water kwijt. Dit wordt aangevuld door
water wat uit dissimilatie ontstaat, en uit het voeding.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper loisneut. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.