100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Praktisch fiscaalrecht/Belastingrecht €9,79
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Praktisch fiscaalrecht/Belastingrecht

2 beoordelingen
 240 keer bekeken  34 keer verkocht

Samenvatting van het boek Praktisch Fiscaalrecht van het vak Belastingrecht. Met deze samenvatting heb ik een 9,7 gehaald op het tentamen.

Voorbeeld 4 van de 41  pagina's

  • Ja
  • 7 januari 2024
  • 41
  • 2023/2024
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (8)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: s1193401 • 8 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: laurencereckers • 10 maanden geleden

avatar-seller
Simooonxx
H1 – belastingrecht in Nederland

Waarom betaal je belasting?  de overheid zorgt voor voorzieningen waar iedereen in Nederland
gebruik van kan maken, zoals wegen, onderwijs, gezondheidszorg en cultuur. De overheid betaalt dit
doordat Nederlanders belasting betalen. Ook heeft de overheid inkomsten uit aardgas en
winstuitkeringen door bedrijven waar de overheid eigenaar van is

Ook heeft de overheid inkomen uit premies sociale verzekeringen, met deze premies worden de
sociale uitkeringen betaalt.

Profijtbeginsel = degene die profijt heeft van een bepaalde voorziening, moet er ook voor betalen
(bijv. automobilisten betalen wegenbelasting en niet-automobilisten niet)

Draagkrachtbeginsel = hoe hoger het inkomen, hoe meer belasting er betaalt moet worden (de
sterkste schouders kunnen de zwaarste lasten dragen)

Soorten belastingen
- Inkomstenbelasting (IB)  wordt betaald over inkomsten van natuurlijke personen. Hoogte
van de belasting is afhankelijk van de hoogte van het inkomen (Wet IB)

- Vennootschapsbelasting (VPB)  wordt betaald over de winst van rechtspersonen (Wet VPB)

- Loonbelasting (LB)  wordt berekend over het loon van een werknemer. De werkgever
brengt de loonbelasting in mindering op het brutoloon en betaalt deze aan de
belastingdienst. Loonbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting (op de betalen
inkomstenbelasting mag de loonbelasting in mindering worden gebracht). (Wet LB)

- Omzetbelasting (OB)  (BTW) wordt in rekening gebracht door ondernemers.
Omzetbelasting wordt geheven over de levering van goederen en dienste van ondernemers.
(bijv. als je iets koopt in de winkel betaal je omzetbelasting aan de ondernemer, de
ondernemer betaalt het aan de belastingdienst) (Wet OB)

- Dividendbelasting (Div)  betaal je over de winstuitkering op aandelen (winst = dividend).
Dividendbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting. (Wet dividendbelasting)

- Erfbelasting  wordt betaald over een erfenis. (Successiewet (SW))

- Schenkbelasting  betaal je als je een schenking krijgt. (Successiewet (SW))

- Kansspelbelasting  wordt betaald over gewonnen prijzen(geld).

- Overdrachtsbelasting (OVB)  betaal je bij de verkrijging van onroerend goed, bijv als je een
huis koopt. (Wet op belastingen van rechtsverkeer)

- Motorrijtuigenbelasting  wordt betaald bij het hebben van een auto of motorrijwiel.

- Belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM)  betaal je bij registratie van een
auto of motorrijwiel.

- Accijnzen  wordt geheven op bijv. alcohol en tabaksproducten.

, - Milieuheffingen/belastingen op milieugrondslag  belasting op leidingwater, kolenbelasting
en energiebelasting.

- Rijksbelastingen  loonbelasting, inkomstenbelasting, omzetbelasting en
vennootschapsbelasting
- Provinciale belastingen  milieuheffingen
- Gemeentelijke belastingen  onroerendezaakbelasting en hondenbelasting
- Waterschapsbelastingen  verontreinigingsheffingen

Materiële belastingwetgeving = wie belastingplichtig is, waarover je belasting moet betalen en
hoeveel (bijv. Wet IB, Wet OB, Wet LB enz...)

Formele belastingwetgeving = de wijze waarop de belasting uiteindelijk bij de overheid moet komen.
(wat de burger kunnen en moet doen en wat de overheid kan en moet doen). Dit wordt geregeld in
de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR).

Een uitvoeringsregeling of uitvoeringsbeschikking en uitvoeringsbesluiten worden gemaakt door de
minister van Financiën (behandeling in de 1 e en 2e Kamer is niet nodig, maar WEL de ministerraad en
Raad van State)

Uitvoeringsbesluit = Algemene maatregel van bestuur (AMvB)
Uitvoeringsregeling = Ministeriële regeling

Vertrouwensbeginsel  een burger moet erop kunnen vertrouwen, dat een bepaalde toezegging van
de belastingdienst ook nagekomen wordt.
Gelijkheidsbeginsel  de belastingdienst moet iedereen gelijk behandelen

Via een resolutie (= een besluit) geeft de staatssecretaris aan hoe bij een bepaalde situatie het
wetsartikel moet worden uitgelegd, de belastingdienst moet deze resoluties volgen.

Dit geldt ook voor vraag-en-antwoordbesluiten, als de belastingplichtige het niet eens is met de uitleg
in een resolutie of antwoord in een vraag-en-antwoordbesluit, dan zal dit tot een rechtszaak leiden.

,H2 – formeel belastingrecht

Materieel belastingrecht = wie belastingplichtig is, waarover je belasting moet betalen en hoeveel
(bijv. Wet IB, Wet OB, Wet LB enz...)

Formeel belastingrecht = de manier waarop de aanslagen worden vastgesteld, hoe en wanneer we
aangifte moeten doen en wanneer moet worden betaald. Dit wordt geregeld in de Algemene wet
bestuursrecht (Awb) en Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR).
!! AWR gaat voor Awb !!

Natuurlijke personen zijn volgens art 2.1 Wet IB belastingplichtig als:
1. Ze in Nederland wonen, of
2. Ze NIET in Nederland wonen maar wel Nederlands inkomen hebben

Vennootschapsbelasting wordt geheven op lichamen (nv/bv) die in Nederland zijn gevestigd (art. 2
Wet VPB)

Art. 4 lid 1 AWR bepaald de vestigingsplaats
Art. 5a AWR bepaald de partner

Belastingaangifte (art. 6 AWR)  de inspecteur kan degene die naar zijn mening belastingplichtig is
uitnodigen tot het doen van een aangifte. In deze aangifte vraagt de belastingdienst gegevens die van
belang zijn voor het vaststellen van de te betalen belasting. (iedereen die wordt uitgenodigd aangifte
te doen moet dit ook daadwerkelijk doen).
De aangifte is voldaan als alle gevraagde gegeven duidelijk, stellig en zonder voorbehoud worden
ingevuld, ondertekend en naar de belastingdienst is verzonden. (art. 7 en 8 AWR)

Termijn aangifte  art 9 en 10 AWR (meestal 1 maand, inkomstenbelasting vóór 1 mei)
(omzet- en loonbelasting moeten vaker per jaar worden gedaan)

Aanslagbelastingen:
Als de aangifte is gedaan, zal voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting een aanslag volgen.
Door de gegevens die in de aangifte zijn vermeld, wordt berekend hoeveel belasting er moet worden
betaald. Dit te betalen bedrag = de aanslag

Aanslagbelastingen:
- Inkomstenbelasting
- Vennootschapsbelasting

Aangiftebelastingen:
- Omzetbelasting
- Loonbelasting
*het belastingbedrag moet de belastingplichtige zelf uitrekenen*

Het vaststellen van een aanslag gebeurt door het opmaken van een aanslagbiljet, welke naar de
belastingplichtige wordt gestuurd (art. 5 en 11 lid 1 AWR).

Ambtshalve vastgestelde aanslag = als een aangifte niet ingevuld en ondertekend wordt
teruggestuurd (de vereiste aangifte wordt niet gedaan). De inspecteur kan dan toch een aanslag
opleggen, hij gaat daarbij uit van een redelijke schatting van het inkomen (d.m.v. de al bekende
gegevens) (art. 11 lid 2 AWR)

, Navorderingsaanslag  achteraf vorderen van te weinig betaalde belasting.
Als de aanslag later dan 3 jaar na het ontstaan van de belastingschuld is opgelegd, is deze te laat (art.
11 lid 3 AWR) De termijn van 3 jaar wordt verlengd als er uitstel is aangevraagd door de
belastingplichtige.
Wanneer de belastingschuld is ontstaan  art. 11 lid 4 AWR

Voorlopige aanslag (art. 13 en 14 AWR) = wordt opgelegd binnen enkele weken na het indienen van
de aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting, hierbij wordt nog NIET gekeken naar de
juistheid van de aangifte. Er moet altijd een definitieve aanslag volgen.

Je kan zelf ook een voorlopige aanslag aanvragen aan het begin van het nieuwe jaar  hoe later je
betaalt, hoe hoger de rente. (je hebt een lagere belastingrente)

Als een aanslag een negatief bedrag vermeldt (bijv. -200 euro), krijg je geld terug van de
belastingdienst.
Geeft de aanslag een te betalen bedrag, dan moet je deze binnen een bepaald termijn betalen welke
staat vermeldt op het aanslagbiljet.

De voorlopige aanslag die over het komende jaar is vastgesteld, mogen in termijnen worden betaald.
Maar als je het bedrag in een keer betaald krijg je een korting.

Aangiftebelastingen:
Omzetbelasting en loonbelasting. De belastingplichtige rekent zelf het bedrag uit en moet deze gelijk
bij het doen van de aangifte betalen.

Ten minste een maand na het einde van het tijdvak moeten de aangiften zijn ingevuld en
ondertekend zijn toegestuurd (meestal maandelijks of per kwartaal)(art. 10 AWR). Jaarlijkse aangifte
is ook mogelijk (art. 19 AWR).

Bij de aangiftebelasting bestaat er GEEN voorlopige of definitieve aanslag. Maar er wordt een
naheffingsaanslag opgelegd (art. 20 AWR)  als er geen aangifte wordt gedaan of als deze niet wordt
betaald. 5 jaar na het einde van het jaar waarin het tijdvak is gelegen, kan GEEN naheffingsaanslag
meer worden opgelegd over dit tijdvak (art. 20 lid 3 AWR). De termijn van 5 jaar wordt verlengd als er
uitstel is aangevraagd door de belastingplichtige.

Navorderingsaanslag  kan alleen worden opgelegd bij aanslagbelastingen, inkomstenbelasting en
vennootschapsbelasting als er te weinig belasting is betaald.
Art. 16 AWR: ‘’Een feit, dat de inspecteur bekend was of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn, kan
geen grond voor navordering opleveren’’ = er moet sprake zijn van een nieuw feit (een feit dat dat bij
de inspecteur niet bekend was of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn), is er GEEN sprake van een
nieuw feit dan kan er niet worden nagevorderd.

‘’behoudens in de gevallen waarin de belastingplichtige ter zake van dit feit te kwader trouw is’’ = als
er GEEN sprake is van een nieuw feit kan er alsnog een navorderingsaanslag volgen, als de
belastingplichtige te kwader trouw is (hij wist dat hij te weinig belasting betaald heeft).

Art. 16 lid 2 AWR  wanneer er ALTIJD kan worden nagevorderd (nieuw feit/te kwader trouw maakt
niet uit)

Onderzoeksplicht = de inspecteur heeft een onderzoeksplicht als hij vermoedt dat de aangifte onjuist
is.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Simooonxx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,79. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52928 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€9,79  34x  verkocht
  • (2)
In winkelwagen
Toegevoegd