100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting levenslooppsychologie (Tieleman, 2015) €4,53   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting levenslooppsychologie (Tieleman, 2015)

11 beoordelingen
 286 keer bekeken  32 keer verkocht

Samenvatting van alle colleges van levenslooppsychologie. Aan het eind van de samenvatting staan hele belangrijke oefenvragen, die in het tentamen kunnen voorkomen. Ik heb namens deze samenvatting een 8,8 gehaald voor dit tentamen :) Het gaat om het boek van Tieleman 2015

Voorbeeld 4 van de 17  pagina's

  • Ja
  • 16 april 2018
  • 17
  • 2018/2019
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (3)

11  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: saronghidey • 5 jaar geleden

Wil geld terug zie vorige mail is een samenvatting van de colleges niet van het boek

review-writer-avatar

Door: denisevandenburg • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: robin0299 • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: ntouwslager • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: linda-weghel • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: melissa_3234 • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: nancy_91 • 6 jaar geleden

Ik heb niet het idee dat alles erin staat

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
bsph
Samenvatning levenslooppsycholoingie

,  Voor een SPH’er is het van belang of een volwassen mens zelfstandiing/ autonoom kan functoneren in
de samenleving.

 Psycholoingie: Beschrijft en verklaart het gedrag van de mens en de gevoelens en gedachten die de
mens ervaart bij zijn gedrag en de omstandigheden waarin het plaatsvindt

 Ontwikkelining: Een reeks progressieve veranderingen die tot hogere niveaus van diferentate en
functoneren leiden. Deze veranderingen verlopen trapsgewijs (discontnu)

Wat betekent ontwikkeling bij de mens?
Waardoor kom je van ene fase in de andere?
 GROEI: toename van cellen en een toename van lengte en gewicht. De mate is sterk erfelijk bepaald. Van
klein naar groot (groei) van eenvoudig naar complex (diferentate)
 RIJPING: Het in staat zijn om nieuwe functes te vervullen (lichamelijk proces). Rijping verloopt in
opeenvolgende fases in bepaalde volgorde
 LEREN: verwerven van kennis en vaardigheden op basis van intelligente en ervaring door actef in contact
te treden met de omgeving. Omgeving heeft invloed op rijping van het zenuwstelsel.

Doel van de wetenschap:
 Het doel van de wetenschap Levenslooppsychologie: observate, beschrijving en verklaring van
ontwikkelingsprocessen gedurende de menselijk levensloop.
 Uitkomsten gaan altjd over de gemiddelde mens!
 Wijze van Onderzoek: Dwarsdoorsnede/Longitudinaal

Visies op ontwikkeling gedurende de levensloop:
 Het lastge aan deze wetenschap is dat er verschillende visies zijn op menselijke ontwikkeling. Denk
daarbij bijvoorbeeld aan de verklaring van mensen die vanuit een bepaalde religie denken. In de
psychologie bestaan de volgende stromingen/ paradigma’s en de wetenschappelijke grondleggers die
daarbij horen:

 Psychoanalyse (Freud/Erikson): De mens wordt gestuurd door driften en de pogingen deze te
onderdrukken. Vroegkinderlijke ervaringen staan centraal.
 Coingniteve ontwikkeliningsmodel (Piainget/ Kohlbering): Gedrag van kinderen weerspiegelt hun denk - en
kennisniveau
 Behaviorisme(Skinner)/sociale leertheorie (Bandura): Menselijk gedrag is aangeleerd. Psychologie moet
zich richten op waarneembaar gedrag. Invloed omgeving is belangrijk

Vervolg visie:
 Omingeviningspsycholoingie(Hall): ontwikkeling van de mens wordt bepaald in wisselwerking tussen de
sociale en de ruimtelijke/materiele omgeving
 Etholoingie/Bioloingische stromining (Darwin, Bowlby): Menselijk gedrag dient een evolutonair doel.
“Survival of the fiest”, elke generate verandert door aanpassing aan een veranderende omgeving
 Humanistsche stromining (Roingers): Individuele beleving, ruimte voor noodzakelijke zelfontplooiing,
eigen verantwoordelijkheid/autonomie

Stadia in de ontwikkeling:
1. Prenatale fase (3 trimesters)
2. Babyperiode (0-18maanden)
3. Peuterperiode (1,5-4 jaar)
4. Kleuterperiode (4-6 jaar)
5. Schoolperiode (6-11 jaar)
6. Adolescente (11-22 jaar)
7. Jonge volwassenheid
8. Volwassenheid
9. Ouderdom

,Prenatale ontwikkeling:
 Eerste trimester (embryonale fase):
Germinale fase: twee weken innesteling van bevruchte eicel (zygote) daarna de aanleg van bv. centrale
zenuwstelsel, hersenen, hart, ogen en oren
 Tweede trimester (4 tot 6 maanden): ontwikkeling zenuwverbindingen tussen de hersenen en belangrijke
organen en refexen
 Derde trimester: volgroeien van de foetus tot geboorte

Risicofactoren tjdens zwangerschap:
 Middelen die van buiten komen en een schadelijke invloed hebben op de prenatale ontwikkeling
noem je teratogeen.
 Teratogene factoren kunnen leiden tot vertraagde groei, gedrags - en functestoornissen.
 Voorbeelden: gebruik van drank, medicijnen en drugs, infectes en andere ziektes, de leeftijd van de
aanstaande moeder en stralingsgevaar.

Belang refexen:
 Reflexen zijn onbewuste en automatsche fysiologische reactes op prikkels en veranderingen in de
omgeving.
 Reflexen komen voort uit natuurlijk instnct om te overleven.
 Reflexen zijn belangrijk om eerste 6 maanden te overleven.
 Voorbeelden: Mororefex, Babinsky refex, grijprefex, sucking refex

Geboorte:
1. Meer dan 3 weken te vroeg: prematuriteit.
2. Gemiddeld 40 weken zwanger: 3000-3500 gram en 50 cm.
Onder 2500 gram: dysmaturiteit.
3. Meer dan een week over tjd: serotniteit.

Apingarscore is een beoordeling van vijf vitale kenmerken die een indicate geven van de fysieke condite van de
baby:
 Appearance, Pulse, Grimace, Actvity, Respiraton
 Drie belangrijke levensfunctes na geboorte: slapen, eten, huilen

Visies op pasgeboren mens:
Behaviorisme: Psychoanalytsche stromining:
Passief, je moet prikkels krijgen en beloond worden Actef, zelf iets meegebracht hebt, driften, geest,
ziel, je bent al iets.
Nurture, van buiten op kind afgestuurd worden, kind Nature
reageert erop


 CEFALOCAUDALE GROEI
(Je groeit van boven naar beneden, (neus naar je staart))

 PROXIMODISTALE GROEI
(Van je romp naar je uiteinden, (centrum naar buiten))
De ontwikkeling van het leren

, De ontwikkeling van het leren:
LEREN “een blijvende verandering in wat iemand kan of weet of grond van ervaring (via motoriek en
zintuigen; horen, zien, ruiken, voelen en proeven)”



Motorische ontwikkeling:
Sensomotorische ervaringen  habituatieieiel (pen in je hand voel je na tjd niet meer)
Peifieintieieie (grote en kleurrijke voorwerpen zijn
interessanter dan kleine vage voorwerpen)
Ciecueaieil eiactil (per ongeluk iets doen, is het leuk, doe je het
nog een keer)
Oeiëntatieieie (er gebeurt iets, dan ga je ernaar kijken, je
oriënteert je aan de dingen om je heen en daar reageer je op)

Cogniteve ontwikkeling:
Piainget:
Sensomotorische fase (0-2 jaar)
 Denken is verbonden met handelen (grijpen, kruipen)
 Handelen met doel/intente
 Circulaire reactepatronen (primair (je doet iets per ongeluk, heeft een bepaald efect) , secundair (bepaald
efect, reacte is leuk dus nog een keer, tertair( je denkt eerst na en daarna handel je hierna))
 Objectpermanente (9 mnd-15/18 mnd) en cogniteve representate (in je hoofd een beeld van iets, zonder
dat het d.m.v je zintuigen aanwezig is).

Pavlov & Skinner:
 Conditoneren: klassiek en operant (bekrachtging van gedrag)
 Generalisate transfer it discriminate

Taalontwikkeling:
-Tateren (2-3 maanden) (universeel, kijken wat je kan)
-Brabbelen (3 maanden) (zit al bijvoorbeeld een vragende toon in, zie je de taal waarin ze opgevoed worden
terug)
-Eenwoordszinnen (1 jaar)
-Tweewoordszinnen (18-20 maanden): pivot-woord en open woord
-Drie- of meerwoordzin (2 jaar), woordenschat: 200-300 woorden.
-Linkerhersenhelft.

FEITJES:
- Kinderen leren al eerder gebaren dan taal.
- Passieve taal: wat je van anderen aangeleerd krijgt (losse woorden)
- Acteve taal: kun je zelf woorden samenvoegen en gebruik maken van...(zinnen)

Hechtng:
Je spreekt van ingehechtheid/ atachment als er sprake is van een:
Duurzame gevoelsmatge (afecteve) relate tussen een kind en een of meer specifeke personen waarmee het
kind regelmatg omgaat (Bowlby)
 Hoeven dus niet per se de biologische ouders te zijn
 Instnctef (Lorenz) en bij veel diersoorten
 Inprentngsinstnct/hechtngsmechanisme

Ontwikkeling in gehechtheid:
0-5 maanden: geen diferentate

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bsph. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,53. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75632 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,53  32x  verkocht
  • (11)
  Kopen