Beroep sociaal werk samenvatting
Hoorcollege 1 2
Hoorcollege 2 6
Hoorcollege 3 11
Hoorcollege 4 16
Hoofdstuk 5: van dolhuis tot beschermd wonen 23
Hoorcollege 6: 1
Hoorcollege 7: 1
Hoofdstuk 8 1
Hoorcollege 9 1
Hoorcollege 10 1
Hoorcollege 11 1
Hoorcollege 12 1
https://portal.coutinho.nl/swnl/studiemateriaal/begrippentrainer/h1/zaken.html
OEFENEN
Pauperparadijs
De belangrijkste thema's en gebeurtenissen in "Het Pauperparadijs" van Suzanna
Jansen:
1. Armoede in de 19e en 20e eeuw: Het boek begint met een gedetailleerde
beschrijving van het harde leven van de armen in Nederland in de 19e eeuw.
Suzanna Jansen vertelt over de onmenselijke omstandigheden waarin arme
mensen leefden en hoe ze werden gedwongen om in armenhuizen en
werkinrichtingen te wonen. Deze inrichtingen waren bedoeld om de armen te
'hervormen', maar ze vaak onderwierpen aan strenge disciplinaire
maatregelen.
2. De geschiedenis van de familie Jansen: Suzanna Jansen traceert de
geschiedenis van haar eigen familie, die generaties lang in armoede leefde.
Ze beschrijft hoe haar voorouders, van wie sommigen als 'landlopers' werden
bestempeld, werden opgenomen in armeninrichtingen en werkinrichtingen. Dit
persoonlijke perspectief voegt een emotionele dimensie toe aan het boek en
laat zien hoe de geschiedenis van armoede persoonlijke levens heeft
beïnvloed.
3. Evolutie van het armenbeleid: Het boek onderzoekt hoe het Nederlandse
armenbeleid in de loop van de tijd veranderde. Het begint met de traditionele
armenhuizen en werkinrichtingen en gaat over naar een meer
welvaartsgerichte benadering in de 20e eeuw. Dit leidde tot de sluiting van de
armeninrichtingen en een verschuiving in het denken over armoede en
maatschappelijke verantwoordelijkheid.
, Sociale veranderingen: Het verhaal in "Het Pauperparadijs" weerspiegelt
bredere sociale veranderingen in Nederland, zoals de opkomst van de
welvaartsstaat en de verschuiving van traditionele waarden naar modernere
opvattingen over sociale rechtvaardigheid en individuele rechten.
4. Persoonlijke zoektocht van de auteur: Naast het beschrijven van
historische gebeurtenissen en maatschappelijke veranderingen, vertelt
Suzanna Jansen ook over haar persoonlijke reis om haar familiegeschiedenis
te begrijpen en te verwerken. Ze gaat op zoek naar archieven, documenten
en verhalen van familieleden om de puzzel van haar eigen afkomst op te
lossen.
Hoorcollege 1
Je kent en hebt inzicht in:
- intergenerationele processen en hun effecten met betrekking tot
naamgeving, genetica, financiën, gezondheid, cultuur en mobiliteit.
- de tegengestelde begrippen determinisme en vrije wil.
- de basisbegrippen loyaliteit, roulerende rekening en balans van geven
en nemen uit de contextuele therapie van Nagy.
- de betekenis van de mens als historisch wezen en hoe identiteit
beïnvloed wordt door historische gebeurtenissen..
- Je kunt daarnaast de theorie koppelen aan eenvoudige historische
voorbeelden, onder andere uit 'het Pauperparadijs'.
De mens als historisch wezen
• Mens heeft een geheugen en kan aan de hand van eerdere ervaringen ‘leren’.
• Mens vormt een zelfbeeld aan de hand van eigen herinneringen en overgedragen
herinneringen.
• Geheugen selecteert en manipuleert: sommige herinneringen worden bewaard,
verkleurd, verdrongen, vergeten, vaak in relatie met sociale verwachtingen
(bijvoorbeeld taboes) of fysieke beperkingen (dementie).
• Sociale groepen kunnen ook gezamenlijke interpretaties onderhouden over
herinneringen.
Zelfbeeld / identiteit kan informatie bevatten over
• Rol en opvatting over hiërarchie in groep
• Reden en oorzaak van bestaan (‘ontstaansgeschiedenis’): zingeving
,• Opvattingen over loyaliteit (aan wie en hoe)
• Opvattingen over goed en kwaad
• Omgangsvormen
• Historische rechtvaardiging van recht en onrecht
• De som van deze factoren wordt ook wel met de term ‘identiteit’ aangeduid.
Ons ‘erfgoed’
Vandaag kijken we vanuit een aantal perspectieven naar ons ‘erfgoed’.
Onder erfgoed verstaan we letterlijk alle materiële en niet-materiële ‘goederen’ die
we gewild of ongewild van onze voorouders erven en die we wel of niet kunnen of
willen ontvangen.
• Gedrag, normen, verwachtingen, religie > cultuur
• Genen/erfelijkheidsleer • Gezondheid?
• Kapitaal of schuld
Erfelijkheidsleer
• Onze genen bevatten DNA waarin onze erfelijke eigenschappen opgeslagen zijn.
• Bij voortplanting erven we de helft van de genen van onze ene ouder en de helft
van de andere.
• Sommig genetisch erfgoed vinden we positief, ander erfgoed zijn we niet zitten en
willen we ‘kwijt’.
• Vroeger was ons genetische erfgoed onontkoombaar, nu niet meer.
Duivels dilemma: ziekte van Huntington
• Wanneer 1 ouder het Huntington-gen heeft is de kans van 50% dat het kind het
ook heeft. • Openbaart zich rond het 35-40ste levensjaar en leidt binnen gemiddeld
16 jaar tijd tot de dood.
• Symptomen: steeds gebrekkiger wordende coördinatie, verstandelijke
achteruitgang, een scala aan psychische problemen: psychoses, wanen etc.
Oorzaak: aantasting van de hersenen.
• Tot 1993 kon men niet vaststellen of iemand het gen droeg.
• Dilemma: partnerkeuze (wie wil er een gezin starten met iemand die 50% kans
maakt op deze afwijking?), keuze voor kinderen binnen een relatie?
• Ziekte openbaart zich immers pas na de levensfase van partnerkeuze en
voorplanting.
• Als 1 van je ouders het heeft, ga je je laten onderzoeken? Met het risico op dat je
dan weet dat je een nare dood tegemoet gaat.
De toekomst: erfelijke belasting, een keuze?
• Door prenataal onderzoek en kennis van het menselijk genoom (de totale
genetische ‘bouwplaat’ van de mens) kunnen we al veel genetische afwijkingen
voortijdig onderkennen. • We kunnen dus steeds meer kiezen welk erfgoed we wel
en niet voor onze kinderen willen. Hoewel dit een individuele keuze lijkt, hebben
sociale normen hier veel invloed op.
, • VB: in India wordt een meisje als een financieel risico gezien, in het Westen is een
hoge intelligentie een wens.
• Doembeeld: ‘designerbabies’ voor de elite?
Psychologisch erfgoed: Contextuele therapie, Ivan Boszormenyi-Nagy
• ‘door geboorte is ieder mens in een niet te ontkennen, onomkeerbare verhouding
met zijn ouders gekomen. De basis hiervoor ligt voor een belangrijk deel in
biologische, erfelijke verwantschap.’
• ‘Zolang de mens leeft, blijft hij verbonden met zijn oorsprong. Wat er ook
voorgevallen mag zijn na de geboorte van het kind, wat ook de aard en de mate van
ouderlijke verantwoordelijkheid is geweest, de relatie van het kind tot zijn ouders blijft
bestaan.’
• Je staat altijd in het ‘krijt’ bij je ouders; zij hebben je het leven ‘geschonken’. Jij uit
je dankbaarheid daarvoor door de liefde die je naar je ouders uit en je ‘loyaliteit’. Je
ouders moeten dat ‘erkennen’: zien en waarderen. Gebeurt dit niet, dan raakt de
relatie uit ‘balans’ > balans van geven en nemen.
• ‘Iedere generatie geeft, op wat voor wijze dan ook, aan de volgende generatie door
wat van vorige generaties werd ontvangen. Dit proces omvat dus altijd drie
generaties.’ & ‘Wat uit balans is geraakt in 1 generatie, wil men in een volgende
generatie vereffenen’ > roulerende rekening
Voorbeelden:
• Loyaliteit:
• de vader die gebroken had met zijn zoon, die puberde en in zijn ogen het
verkeerde pad koos, wil op zijn sterfbed toch dat zijn zoon komt om in harmonie te
kunnen sterven.
• De jongen die op zijn tweede geadopteerd werd vanuit Colombia, wil op zijn 16de
met behulp van het programma ‘spoorloos’ zijn ‘echte ouders’ opsporen.
• Erfgoed:
• Een moeder die opgroeide in een arm eenoudergezin met 10 broers en zussen en
heeft meegekregen dat je niets mag weggooien, voedt haar eigen kinderen ook in
die gedachte op, ondanks dat haar eigen gezin kleiner is en er meer dan voldoende
geld is. Het huis staat nu vol met ongebruikte spullen.
• Diezelfde moeder ervoer liefdeloosheid en afstand van haar eigen moeder. De
kinderen ‘overkwamen’ haar en het huishouden was kil en onpersoonlijk. Zelf koos
ze ervoor om haar kinderen zorgvuldig te plannen en veel thuis te zijn om
gezelligheid en geborgenheid te creëren. Dus: ze probeerde te compenseren wat ze
zelf gemist heeft in haar eigen jeugd.
- loon kent hoge belastingen, erfenissen lage
Namen geven…
• Vroeger dacht men dat met namen ook de eigenschappen van overledenen
doorgegeven konden worden.