HC 7 , FRANCOT
DN ouders hebben dus andere visies afhankelijk van hun context waardoor ze dit op andere manieren in de praktijk brengen.
Cultuur is niet de enige factor maar culturele minderheidsgroepen hebben een hoger risico tot een lager SES wat kan bijdragen aan
ongelijkheid.
Praktijken van ouders zijn ook afhankelijk van hun taalgebruik. Ouders moeten een keuze maken in hun taalgebruik thuis (visie)
Oplossingen: Deze zijn gebaseerd om ouders meer te betrekken in het onderwijssysteem. Er moet een vertrouwde relatie tussen ouders en
leraren zijn maar: Grote verschillen gevoel van exclusie verminderd vertrouwen verminderd presteren van kinderen
Om dit te voorkomen moet er een paradigma shift in onderzoek en praktijk plaatsvinden
- Ouders moeten als gelijkwaardiger worden gezien en een partner met leraar in de bron van ervaring en kennis
Bottom up strategieën:
- Ouders meedenken in het maken van beslissingen
- Het perspectief en ervaringen van ouders als core principes
- Geen one size fits all
Capotosto (2017) Conclusie: Thema 1: Inspanningen van ouders met betrekking tot de leesvaardigheid, motivatie en
Gezinsbetrokkenheid: Deel gewoonten van kinderen. In deze sectie werden zes activiteiten vaak gemeld door ouders: 1) Het
fonds besteden aan connectie veelvuldig communiceren van de waarde van lezen, 2) Actief luisteren, 3) Vragen stellen, 4) Een
school + thuis, bijv. thuissituatie creëren die gericht is op lezen, 5) Onafhankelijkheid in het lezen ondersteunen, 6)Lezen
leesprogramma’s. Een dominant toepassen in dagelijkse praktijken. Thema 2: De invloed van de leesmotivatie, vaardigheden,
kader binnen de literatuur over gedragingen en ontvankelijkheid van kinderen om te helpen bij de leesondersteuning van ouders. De
sociaal-culturele geletterdheid is aard van ouderlijke leesondersteuning was gevoelig voor individuele verschillen in de vaardigheid en
geletterdheid als sociale praktijk. wil van een kind om te lezen: ouders beschreven dat ze meer moesten motiveren en steigeren
Studies naar geletterdheid als wanneer kinderen een lagere motivatie om te lezen en meer leesproblemen vertoonden; ouders die
een sociale praktijk hebben ook hun kinderen als zeer gemotiveerde en bekwame lezers zagen, beschreven vaak dat ze hun kinderen
aangetoond dat gezamenlijk minder vaak moesten motiveren en helpen. Sommige ouders die hun kinderen als zeer gemotiveerd
lezen van boeken vaak verder beschouwden om te lezen, legden uit dat ze onafhankelijk lezen niet hoefden aan te moedigen
gaat dan de ouder-kind dyade Thema 3: Vindingrijke inspanningen van ouders om leesvaardigheden te bevorderen. Twee
om andere familieleden te betrokkenheidsstrategieën om te illustreren: de inspanningen van ouders om kinderboeken te
omvatten. Ouders passen hun verwerven en de opname door ouders van broers en zussen en volwassen familieleden om het lezen
praktijken vaak aan als reactie van kinderen te ondersteunen: Boeken kopen, vertrouwen op schoolmiddelen.
op de leesactiviteiten die op
scholen waardevol zijn. Ouders
besteden echter ook meer tijd
aan het luisteren naar hun
kinderen die lezen.
Prevoo, M. J. L., & Tamis-LeMonda, C. S. (2017) Communicatie accommodatie verwijst naar de mate waarin communicatie
Ouderschapswaarden: zijn de eigenschappen die ouders is kindgericht versus situatiegericht. Het betreft gedragsveranderingen die
belangrijk vinden bij de opvoeding. Culturen die worden mensen doorvoeren om hun communicatie af te stemmen op de ander.
gekenmerkt door individualisme hechten meer waarde Ouders van etnische minderheden verschillen van meerderheidsouders in
aan eigenbelang, autonomie en zelfredzaamheid bij de frequentie, kwaliteit en soort leeractiviteiten die zij thuis aan hun kinderen
kinderen. Culturen die worden gekenmerkt door aanbieden, als gevolg van verschillen in hulpbronnen en opvattingen over
collectivisme hechten meer waarde aan interdependentie ouderschap en de ontwikkeling van kinderen. Acculturatie en discriminatie
en aandacht voor de behoeften van anderen. Ouderlijke kunnen bronnen van stress zijn die leiden tot minder positief ouderschap. De
sensitiviteit verwijst naar het vermogen van een ouder acculturatie van ouders is over het algemeen geassocieerd met
om kindersignalen te interpreteren en snel en gepast te opvoedingspraktijken die meer in overeenstemming zijn met die van de
kunnen reageren. Autoritair: kinderen volgen gastcultuur, terwijl ouders met een sterke oriëntatie op hun herkomstcultuur
gedragsnormen, collectivistische gemeenschap, Stress, een verhoogd risico lopen om gediscrimineerd te worden. Ook post-
socio-economische achterstand, traditionele opvattingen traumatische stressstoornis kan een immigratiegerelateerde factor zijn die
over ouderschap, en een gebrek aan acculturatie. de interacties tussen ouders en kinderen beïnvloedt. Tevens kunnen
Autoritatief: leggen vaker de redeneringen achter de verschillende culturele oriëntaties ook naast elkaar bestaan en kunnen
regels uit en moedigen de input van hun kinderen aan, binnen een persoon of een familie verschillende culturele waarden
individualistische gemeenschap, gedragsproblemen, tegelijkertijd benadrukt worden.
hyperactiviteit, en emotionele ontregeling.
Harkness et al. (2000) Cambridge ouders beschreven hun kinderen vaak in termen van hun
Afhankelijkheid: (1) aandacht zoeken; (2) fysiek intelligentie, Individualistische kwaliteiten. De Bloemenheim ouders
contact of affectie zoeken. Bloemenheim ouders: benadrukten daarentegen vooral de sociale kwaliteiten van het kind, kind
natuurlijk gedrag geen reden bezorgdheid ; Cambridge als sociaal wezen
ouders: afhankelijk gedrag niet normaal/wenselijk en
problematisch. Onafhankelijkheid: eigen wil hebben, Kagitcibasi ziet ‘agency’ en ‘separateness’ als de twee dimensies van
zelf vermaken. Cambridge ouders zagen onafhankelijk autonomie. Zij stelt dat er in sommige samenlevingen sprake is van zowel
gedrag vaak als een interne strijd van het kind. hechte emotionele relaties als individuele ‘agency’. Volgens deze interpretatie
Bloemenheim: zagen oppositioneel gedrag is het ‘autonome relationele zelf’ een betere oplossing voor de basale
daarentegen als natuurlijk proces van het ontdekken menselijke behoefte aan zowel verbondenheid als ‘agency’. Kagitcibasi’s
van eigen eigenheid, deze ontwikkeling aanmoedigen conceptualisatie van het autonome relationele zelf komt dus overeen met het
later zelf beslissingen nemen. culturele model van de Bloemenheim ouders van het kind. Waarschijnlijk zal
toekomstig onderzoek aantonen dat er niet één ‘westerse geest’ is, maar dat er veel
verschillende cultureel gestructureerde manieren zijn om het zelf te conceptualiseren.
, HC 6 , SLOT
SES is een hogere voorspeller van ongelijkheid dan migrantstatus. Verklarende factoren hiervoor zijn:
- Economisch kapitaal (financiën)
- Menselijk kapitaal (cognitief niveau)
- Sociaal kapitaal (hulpbronnen uit netwerk)
- Cultureel kapitaal
Er moet opwaartse mobiliteit gecreëerd worden zodat kinderen verder komen dan hun ouders. Dit kan deels door ECEC maar is afhankelijk
van de kwaliteit, duur en intensiteit. Niet alle kinderen hebben toegang hiertoe.
Over het algemeen zijn er 4 core domeinen binnen het Nederlands curriculum:
1. Fysieke en emotionele veiligheid
2. Aanmoediging persoonlijke competenties
3. Aanmoediging sociale competenties
4. Socialisatie van normen en waarden
Probleem; er is te weinig aandacht voor groepssocialisatie
Baysu et al. (2022) Conclusie: Er waren zowel individuele als collectieve percepties van een discriminerend
Er is gebleken dat allochtone leerlingen vaak schoolklimaat geassocieerd met lagere scores voor rekenen en lezen bij adolescenten uit
een minder positief schooldiversiteitsklimaat zowel etnische minderheids- als meerderheidsgroepen. Het is opvallend dat dit negatieve
ervaren dan hun leeftijdsgenoten uit etnische verband tussen prestatie en ervaren discriminerend klimaat gevonden kan worden bij alle
minderheidsgroepen, wat zich kan vertalen in leerlingen, ongeacht hun etnische minderheid of meerderheidsstatus, op individueel en
lagere schoolprestaties. Twee mogelijke schoolniveau, en in verschillende landen en scholen. Er werd ook onderzocht of het
psychologische mechanismen onderzocht, hierboven beschreven negatieve verband tussen waargenomen discriminerend klimaat
namelijk ergens bij horen en houding ten en prestaties meer gevolgen had voor leerlingen uit etnische minderheidsgroepen dan
opzichte van leren. Een positief voor leerlingen uit etnische meerderheidsgroepen. Er wordt gesteld dat het negatieve
diversiteitsklimaat op school kan een veilige indirecte effect van minderheid status op lagere testscores voor rekenen en lezen werd
omgeving creëren waarin leerlingen zich gedeeltelijk verklaard door een toegenomen perceptie van een discriminerend klimaat.
gerespecteerd en gewaardeerd voelen, het De bemiddelingsanalyses toonden aan dat wanneer adolescenten een discriminerend
gevoel van ergens bij te horen naar de mate schoolklimaat ervaarden, ze minder goed tot de school behoorden en minder waarde
waarin adolescenten zich geaccepteerd, hechtten aan leren en inspanning, wat op zijn beurt samenhing met lagere prestaties op
opgenomen en ondersteund voelen op het gebied van rekenen en lezen.
school. Betrokkenheid bij school in het algemeen,
of erbij horen als affectieve component, blijkt
hogere prestaties te voorspellen.
Cummins (2015) Inclusie: proces van het aanpakken en reageren op diversiteit van behoeften door deelname aan
Onderwijsachterstand: 1) Het leren, culturen en gemeenschappen te vergroten en uitsluiting binnen en van het onderwijs te
gebruik van verschillende taal verminderen en te elimineren. Sociale marginalisatie: vorm van acute en aanhoudende
thuis en op school, waardoor achterstand die is geworteld in onderliggende sociale ongelijkheden. Scaffolding verwijst naar
studenten de academische tijdelijke, adaptieve hulp door de docent, aangepast aan het niveau van de leerlingen. Stereotype
inhoud via een tweede taal dreiging: verwijst naar de verslechtering van de individuele taakuitvoering in contexten waarin
moeten leren. 2) Lage SES negatieve stereotypen over hun sociale groep aan hen worden gecommuniceerd.
geassocieerd met een laag
gezinsinkomen en/of een laag
Negativiteit tegengaan school: 1) Studenten met een migratieachtergrond en sociaal
niveau van ouderlijk onderwijs. 3)
Gemarginaliseerde groepsstatus gemarginaliseerde studenten aan te moedigen om hun moedertaal te gebruiken. 2) Het bevorderen
van kansen voor studenten om geletterdheid in hun moedertaal te ontwikkelen. 3) Studenten in
als gevolg van sociale
discriminatie en racisme in de staat te stellen literair en multimodaal creatief werk in meerdere talen te schrijven en te publiceren,
afhankelijk van de context en taalvaardigheid van de studenten.4) Het implementeren van projecten
samenleving als geheel. Ze
worden ze pas gerealiseerd als gericht op het genereren van onderzoek en kennis die studenten aanmoedigen om zowel hun
moedertaal als de schooltaak te gebruiken.
onderwijsachterstand wanneer
de school niet adequaat reageert Inclusie + gelijkheid bevorderen: 1) Scaffolding. 2) Het meertalige repertoire van leerlingen
of de negatieve impact van de aanmoedigen. 3) Academische taal in het curriculum versterken. 4) Printtoegang en geletterdheid
bredere sociale factoren maximaliseren. 5) Schoolinstructies verbinden met de levens van de leerlingen. 6) Identiteiten van
versterkt. leerlingen bevestigen in verband met geletterdheid.
Van Schaik et al. (2018) Onderzoek heeft aangetoond dat hoge kwaliteit educatie en zorg in de vroege kindertijd
Conclusie: Negatieve relatie werd gemeten (early childhood education and care; ECEC) de sociale en cognitieve vaardigheden van
tussen het CLASS domein voor steun bij kinderen stimuleert. 1) spelen en samenwerken met leeftijdsgenoten positief gerelateerd
leren en collaboratief spelen in kinderen , is aan de cognitieve en sociale competentie van kinderen. 2) echter is dat grote groepen
doordat steun van leraren bij leren ook gaat en hoge kinderen-tot-volwassenen ratio gerelateerd zijn aan stress en een verminderd
over leren waarbij er geen sprake is van welzijn. 3) aangetoond dat onderdeel zijn van een groep met leeftijdsgenoten positief
interactie tussen kinderen. Onderzoek toonde gerelateerd is aan kinderen hun cognitieve en sociale vaardigheden. 4) dat
aan dat de effecten van ECEC op de leeftijdsgenoten invloed kunnen hebben op kinderen hun academische ontwikkeling p=p,
ontwikkeling van kinderen sterker is wanneer n=n. 5) dat leraren verschillende strategieën kunnen toepassen om positieve interacties
kinderen meer tijd doorbrengen op met groepsgenoten te stimuleren, zoals sociale scaffolding, het bespreken van
vroegschoolse educatie. steun bieden bij gevoelens, en kleuters stimuleren om bij de groep te horen. Andere studies die dit
groepsprocessen in ECEC-klaslokalen hebben onderzocht tonen aan dat het stimuleren van contact tussen kinderen positief
collaboratief spelen cogniteve ontwikkeling gerelateerd is aan interacties die zij met leeftijdsgenoten hebben in ECEC-klassen.
