Interne geneeskunde
Bronvermelding
Titel : Interne geneeskunde
Druk : 5
J.T.E. de Jong, IJ.D. Jüngen, M.J.
Auteur : Zaagman-van Buuren en D.J.M. de Vries
Uitgever : Bohn Stafleu Van Loghum
ISBN (boek) : 9789031349654
Aantal hoofdstukken (boek) : 10
Aantal pagina’s (boek) : 453
De inhoud van dit uittreksel is met de grootste zorg samengesteld. Incidentele onjuistheden kunnen niettemin voorkomen. Je
dient niet aan te nemen dat de informatie die Students Only B.V. biedt foutloos is, hoewel Students Only B.V. dat wel nastreeft.
Dit uittreksel is voor persoonlijk gebruik en is bedoeld als wegwijzer bij het originele boek. Wij raden aan altijd het bijbehorende
studieboek te kopen en dit uittreksel als naslagwerk erbij te houden. In dit uittreksel staan diverse verwijzingen naar het studieboek
op basis waarvan dit uittreksel is gemaakt.
Dit uittreksel is een uitgave van Students Only B.V. Copyright © 2012 StudentsOnly B.V. Alle rechten voorbehouden. De uitgever
van het studieboek is op generlei wijze betrokken bij het vervaardigen van dit uittreksel. Voor vragen kun je je per email wenden
tot info@studentsonly.nl.
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Klinisch redeneren 3
Hoofdstuk 2 Infectieziekten 4
Hoofdstuk 3 Reumatische ziekten 11
Hoofdstuk 4 Bloed 15
Hoofdstuk 5 Bloedvaten 19
Hoofdstuk 6 Hart 21
Hoofdstuk 7 Ademhaling 25
Hoofdstuk 8 Spijsvertering 30
Hoofdstuk 9 Nieren en urinewegen 37
Hoofdstuk 10 Hormonaal stelsel 42
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden.
Bron : Interne geneeskunde – J.T.E. de Jong e.a.
, Hoofdstuk 1 Klinisch redeneren
1.1 Anamnese: speciële en algemene anamnese
Klinisch redeneren is het proces waarbij op grond van theoretische kennis, praktische kennis en
observaties, informatie wordt afgewogen, zodat er een besluit kan plaatsvinden over de te
ondernemen acties voor het verkrijgen van een verantwoorde diagnose. Een anamnese (herinnering)
van een patiënt bestaat uit een weergave van zijn klachten en ervaringen, het beloop van de klachten
en de betekenis van deze klachten. Als de verschijnselen van de patiënt door anderen worden verteld,
is er sprake van een heteroanamnese. Een anamnese verloopt gestructureerd. Men onderscheidt
drie fasen: deel één, bestaande uit de verkenning van de hulpvraag en hoofdklachten (a), deel twee,
waarbij de hulpverlener gericht vragen stelt ter bevestiging of verwerping van zijn hypothese, zodat
een probleemlijst samengesteld kan worden en er een werkdiagnose kan worden vastgesteld (b),
de derde fase, bestaande uit het geven van info en uitleg, het bespreken van het beleid, het stellen
van de differentiaaldiagnose en het uitvoeren van het beleid. Een anamnese kent derhalve een
speciële anamnese (klacht uitdiepen), een algemene anamnese (geheel verkennen en vaststellen)
en de tractusanamnese (selectie meest belangrijke aspecten) (zie casus p. 24). Zij benoemen drie
aspecten van een speciële anamnese: het uitdiepen van de klachten volgens acht dimensies (1),
hypothesetoetsende vragen met behulp van grondige anatomische en pathofysiologische kennis
(2), het exploreren van de hulpvragen en verwachtingen (3). Het eerste deel bevat de volgende acht
dimensies: voorgeschiedenis, aard of karakter van de klacht, lokalisatie en eventuele uitstraling,
ontstaan, beloop in tijd, ernst, begeleidende verschijnselen, verergerende en verzachtende factoren
(p. 25-28). De speciële anamnese gaat via een duidelijk geformuleerde opmerking van de
hulpverlener over naar de algemene anamnese als de klacht voldoende verhelderd is. De algemene
anamnese bestaat uit vragen behorende bij de tractusanamnese. De tractusanamnese is afhankelijk
van de hoofdklacht. Zo zullen klachten betreffende de circulatie onderzocht worden aan de hand
van vragen over het circulaire stelsel (tractus circulatorius) (p. 29-30). De algemene symptomen
worden bestudeerd via vragen passend bij de symptomen. Vaak zullen andere verschijnselen
samengaan met de algemene symptomen. Nieuwe klachten, opgemerkt tijdens de tractusanamnese,
zullen wederom via de acht dimensies worden bestudeerd.
1.2 Lichamelijk en specieel onderzoek, klinisch redeneren, diagnose, behandeling
De klachten van de patiënt worden bestudeerd via lichamelijk en specieel onderzoek. Een
verpleegkundige speelt hierbij een belangrijke rol. Afwijkingen tijdens het lichamelijk onderzoek
die niet direct behoren bij de voorlopige diagnose, zullen toch opgetekend worden, omdat zij in
een latere fase van betekenis kunnen zijn. Een lichamelijk onderzoek kent vier onderdelen: inspectie,
auscultatie, percussie en palpatie. Specieel onderzoek bestaat uit aanvullend onderzoek, zoals
laboratoriumonderzoek, radiologie, endoscopieën, scintigrafieën en doppleronderzoek. Een
verpleegkundige zal de resultaten moeten kunnen interpreteren, een arts zal de resultaten beoordelen.
Voor een uitwerking van een casus volgens de systematische methode bij het klinisch redeneren,
amvil, wordt verwezen naar De Jong et al. (2007) p. 32-35. Een diagnose wordt definitief gesteld
zodra alle onderzoeksuitslagen verkregen zijn. Doordat er sprake kan zijn van meerdere aandoeningen
waarbij de symptomen zich niet volgens de leerboeken hoeven te openbaren of atypisch zijn, kan
het stellen van de diagnose moeilijk zijn. Verpleegkundige diagnosen leiden doorgaans direct tot
actie (verpleegkundige handelingen, waarschuwen arts). Een behandeling kan preventief van aard
zijn, voorlichtend, ter bestrijding van symptomen (symptomatisch), of ter bestrijding van de oorzaak
(causaal).
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. 3
Bron : Interne geneeskunde – J.T.E. de Jong e.a.