Behandeling: interventies binnen de orthopedagogiek
In deze samenvatting worden beloning/belonen en reinforcer/reinforcement door elkaar gebruikt.
Ze staan echter voor hetzelfde.
Hoofdstuk 1
Zoals zal blijken uit dit hoofdstuk is behavior modification bruikbaar voor al het menselijk gedrag.
What is behavior?
Eerst zal er worden gekeken naar wat gedrag nou eigenlijk is. Veel gebruikte synoniemen van gedrag
zijn:
o Activiteit o Prestatie o Respons
o Actie o Reageren o Reactie
In essentie is gedrag alles wat een persoon doet of zegt. Technisch gezien is gedrag alle musculaire,
glandulaire of elektrische activiteit van een organisme.
Producten van gedrag zijn de uitkomsten die veroorzaakt worden door gedrag. Als voorbeeld: het
halen van een 10 voor je tentamen of 10 kg afvallen. Dit zijn de producten van gedrag. Het
daadwerkelijke gedrag is het hard studeren of het gezonder eten en meer bewegen.
Overt (zichtbaar) gedrag is het gedrag dat zichtbaar is en vastgelegd kan worden bij ieder individu
anders dan de persoon die het gedrag uitvoert.
Covert gedrag is het gedrag dat niet direct geobserveerd kan worden door andere. Private of covert
gedrag gaat niet alleen om het gedrag dat privé of in het geheim wordt uitgevoerd (naar het toilet gaan
met de deur op slot, spieken bij een examen). Het gaat vooral om gedrag dat in iemands lichaam
gebeurt, denk hier aan gedachtes, gevoelens.
Zowel overt als covert gedrag kan worden beïnvloed door de technieken van behavior modification.
Private self-talk: het denken in woorden. Is een covert gedrag, kan ook worden gezien als cognitief
gedrag.
Dimensies van gedrag: karakteristieken van gedrag die gemeten kunnen worden. De duur is de tijd
dat het gedrag aanhoudt, de frequentie is het aantal keer dat het gedrag zich in een bepaalde tijd
voordoet. De intensiteit of kracht is de lichamelijke kracht of energie die het kost om het gedrag uit
te voeren.
Summary Labels for Behavior
Men kan summary labels geven. Deze labels (zoals eerlijk, zelfstandig, etc.) zijn labels voor
menselijke acties, maar niet voor menselijke gedrag. Je beschrijft er namelijk niet precies mee wat
iemand doet, al zullen andere mensen wel begrijpen wat je bedoelt. Zo zal bij de label ‘nerveus’
iemand best snappen wat je bedoelt, maar niet precies weten of het individu op zijn nagels aan het
bijten is of met zijn benen wiebelt.
Traditionele specialisten die niet zijn getraind voor behavior modification, gebruiken vaak deze
summary labels. De specialisten die er wel voor zijn getraind, praten preciezer over gedrag.
Psychologische termen zoals ontwikkelingsstoornissen, autisme, etc. zijn labels voor een bepaalde
manier van gedragen. Ze verwijzen niet naar de onzichtbare mentale tekortkomingen. Voor de
diagnose van zo’n label wordt gekeken naar het gedrag dat iemand vertoont. Waarom worden deze
labels zo vaak gebruikt in de psychologie?
o Het is makkelijk om snel algemene informatie over een individu en zijn gedrag te geven.
o Labels kunnen impliceren dat een bepaald behandelprogramma werkzaam kan zijn.
Nadelen van deze labels:
o Ze kunnen leiden tot pseudo-verklaringen van gedrag, het kan zijn dat er hele andere
verklaringen zijn voor het gedrag dat het kind laat zien.
1
, o Labels kunnen ervoor zorgen dat het individu negatiever behandeld wordt.
In dit boek zijn ze vooral voorstander om het gedrag te definiëren in termen van:
o Behavioral deficits: laat bepaald gedrag te weinig zien.
o Behavioral excesses: laat bepaald gedrag te veel zien.
Om het gedrag als deficient of excessive te bestempelen, moet altijd de context waarin het gedrag
plaatsvindt meegenomen worden.
Ze maken dit onderscheid vanwege de volgende redenen:
o Ze willen vermijden dat er algemene labels gebruikt worden.
o Het gaat om het gedrag dat zorgen veroorzaakt, het is dan ook het gedrag dat aangepakt moet
worden om het probleem op te lossen.
o Er zijn specifieke procedures beschikbaar om het gedrag aan te pakken in alle mogelijke
situaties. Deze technieken samen vormen behavior modification.
What is behavior modification?
Het belangrijkste kenmerk van behavior modification is: de sterke nadruk op het definiëren van
problemen in termen van meetbaar gedrag. Voor het oplossen van het probleem moet het gedrag
aangepakt worden. Een ander belangrijk kenmerk: de behandelprocedures zijn manieren om de
huidige omgeving van het kind te veranderen om het individu te helpen beter te kunnen functioneren.
Stimuli zijn de mensen, objecten en gebeurtenissen in de omgeving van een individu die het gedrag
kunnen beïnvloeden.
Behavior modification is meer dan praat therapie. Verschillen tussen behavior modifiers (BM) en praat
psychologen:
o BM zijn bezig met het herstructureren van de omgeving om zo het positieve gedrag te
versterken, praat psychologen zijn meer bezig met het in kaart krijgen van het verleden van een
cliënt. Het verleden kan nuttige informatie geven, maar info over de huidige omgeving van de
cliënt is nodig om effectieve gedragstherapie uit te kunnen voeren.
o BM geven vaak huiswerk mee waarin ze hun huidige omgeving aanpassen voor therapeutische
doeleinde.
Een derde kenmerk van behavior modification is dat de methodes erg precies beschreven kunnen
worden waardoor het gerepliceerd kan worden door collega’s. Het maakt het ook makkelijk om
behavior modification te onderwijzen aan andere.
Als gevolg van dit kenmerk ontstaat het vierde kenmerk: technieken van behavior modification
worden vaak door individuen gebruikt in het alledaagse leven.
Het vijfde kenmerk is dat de technieken voortkomen uit de onderzoeken naar leren in het algemeen en
gemaakt zijn op basis van de principes van operant en Pavlovian conditioneren.
Het zesde kenmerk: behavior modification benadrukt wetenschappelijke demonstraties dat bepaalde
interventies verantwoordelijk waren voor bepaalde veranderingen in het gedrag.
Het zevende en laatste kenmerk: er is veel verantwoordelijkheid voor iedereen die betrokken is bij de
programma’s: cliënten, staf, administratoren, consultants, etc.
What is behavioral assessment?
Target behaviors: het gedrag dat verbeterd moet worden in een behavior modification programma.
Behavioral assessment: omvat het verzamelen en analyseren van informatie en gegevens om:
1. Target behaviors te identificeren en beschrijven;
2. Mogelijke oorzaken in kaart te krijgen;
3. Geeft informatie voor het kiezen van de juiste behandeling;
4. Geeft de mogelijkheid om de uitkomsten van behandeling te evalueren.
Functional analysis is een vorm van behavioral assessment dat erg belangrijk is geworden. Het omvat
het isoleren van oorzaken van probleemgedrag door middel van experimenten, om deze vervolgens te
verwijderen of om te keren.
2
,Behavior modification and applied behavior analysis
Behavior analysis verwijst naar de wetenschappelijke studie van wetten die het gedrag bepalen van
mensen en dieren. Het is de wetenschap waarom behavior modification gebaseerd is.
Applied behavior analysis is een term die nauw verwant is aan behavior modification. Voordat het
verschil tussen deze twee termen uitgelegd wordt, allereerst een stukje geschiedenis over de
ontwikkeling van behavior modification en applied behavior analysis.
In 1968 werd de eerste Journal of Applied Behavior Analysis gepubliceerd. Baer, Wolf en Risley
schreven hier over dimensies van applied behavior analysis. Zij omschreven dit als:
o Focus op meetbaar gedrag dat sociaal significant is;
o Een sterke nadruk op het leerprincipe aangeduid als operante conditionering om
behandelingsstrategieën te ontwikkelen;
o Een poging om te bewijzen dat de applied behandeling verantwoordelijk was voor de
verbetering in het gedrag dat werd gemeten;
o Een demonstratie van generaliseerbare en langdurige verbeteringen in het gedrag.
Dit komt dus sterk overeen met de kenmerken van behavior modification. Echter, behavior
modification maakt gebruikt van operant EN Pavlovian conditionering, terwijl de applied behavior
analysis vooral gebruikt maakt van operante conditionering.
De term behavior modification omvat de termen behavior therapy en cognitieve behavior therapy.
Behavior modification, behavior therapy, and cognitive behavior therapy
De term behavior therapy ontstond in de late Jaren ’50 en verwijst naar de behandelingsprocedures
gebaseerd op Pavlovian conditioneren om angststoornissen te behandelen.
De term cognitive behavior modification of cognitive behavior therapy ontstond doordat ze in de
jaren ’70 begonnen te focussen op het behandelen van disfunctioneel gedrag door het onproductieve
gedrag en denkpatronen, die verantwoordelijk geacht werden voor het disfunctionele gedrag, aan te
pakken.
De term behavior modification omvat de termen applied behavior analysis, behavior therapy en
cognitieve behavior therapy. Het omvat alle expliciete toepassingen van gedragsprincipes om
zichtbare en verborgen gedrag van een individu te verbeteren.
Hoofdstuk 2
De waarde van behavior modification technieken voor het verbeteren van gedrag is in duizenden
onderzoeken bewezen. De toepassing van behavior modification kan gebruikt worden voor vele
verschillende gebieden (educatie, social work, klinische psychologie, etc.).
Parenting and child management
Er zijn verschillende toepassingen van behavior modification om ouders manieren te leren om de
opvoeding van de kinderen te verbeteren. Zo kunnen technieken gebruikt worden om kinderen dingen
aan te leren (zindelijk worden), maar ook om slecht gedrag af te leren (nagels bijten). Sommige ouder
en kind problemen zijn zo complex dat het probleemgedrag direct wordt aangepakt door de klinische
psychologen.
Triple P Positive Parenting is een effectief programma dat ernstige gedrags-, emotionele en
ontwikkelingsproblemen bij kinderen voorkomt of behandelt.
Education: from preschool to university
Toepassingen van behavior modification in klassen hebben zich op verschillende domeinen
ontwikkeld. Veel toepassingen op de basisschool zijn ontwikkeld om het gedrag dat verstorend was
voor het leerproces van kinderen, te veranderen (zoals agressie, niet stil kunnen zitten, te veel
socializen). Andere toepassingen hebben zich meer gericht op gedrag dat directe invloed heeft op het
leerproces (lezen, schrijven, spellen, etc.). Er zijn ook succes behaald met behavior modification bij
kinderen met specifieke problemen (leerstoornissen, hyperactiviteit, etc.).
3
, Behavior modification heeft ook zijn toepassing gevonden in de lichamelijke opvoeding. De
progressie die daar gemaakt is bevat:
a. De ontwikkeling van betrouwbare observaties, daarmee kunnen de kinderen en de docent
geobserveerd worden om zo in kaart te krijgen wat er gebeurt in de gymzaal;
b. Meer acceptatie door docenten en schoolmedewerkers, ze accepteren steeds meer dat
gedragsgerichte onderwijsvaardigheden belangrijke componenten zijn voor lerarenopleidingen;
c. Toegenomen acceptatie voor het feit dat gedragsgerichte strategieën kunnen helpen bij kinderen
met verschillende gedragsmoeilijkheden.
Een belangrijke innovatie in de gedragsbenadering van het onderwijs is de Personalized System of
Instruction (PSI, of Keller Plan). Het bevat verschillende karakteristieken die het mogelijk maken
voor docenten om klassikale instructies te verbeteren door middel van behavior modification
principes. Het ziet er als volgt uit:
1. Door middel van studievragen het gewenste gedrag of de gewenste studiestof identificeren;
2. Het vereist van de leerlingen dat ze in kleine delen de studiestof leren;
3. Ze hebben regelmatige toetsen waar leerlingen hun kennis van de antwoorden van de studievragen
laten zien;
4. Er zijn criteria waaraan de leerling moet voldoen, voordat hij naar het volgende level kan;
5. Het is een niet straffende methode, studenten worden niet gestraft voor niet kunnen laten zien van
de kennis, ze moeten gewoon weer opnieuw studeren;
6. Maakt gebruik van anderen studenten die assistent zijn (proctors), zij kijken de test gelijk na en
voorzien de studenten gelijk van feedback;
7. Volgt het tempo van de student, ze leren op hun eigen tempo;
8. Lessen worden vooral gebruikt voor motivatie en demonstratie, niet om kinderen maar te voorzien
van nieuwe informatie.
Deze methode is veel werk voor docenten, daar iedere leerling zijn eigen tempo volgt. Doordat
computers nu veel over kunnen nemen, wordt de werkdruk voor deze methode een stuk minder.
Bovendien kunnen studenten vanaf andere locaties hetzelfde onderwijs volgen, docenten, leerlingen en
proctors hoeven niet meer in dezelfde ruimte te zijn om elkaar toch snel van feedback te kunnen
voorzien. Bovendien kan er bijvoorbeeld videomateriaal toegevoegd worden om de effectiviteit van
PSI te verhogen.
Developmental disabilities
Een van de grootste resultaten van behavior modification is bereikt bij kinderen met ernstige
gedragsrestricties als gevolg van een atypische ontwikkeling in de kindertijd. Voordat er ingegaan
wordt op twee specifieke type van gedragsrestricties, eerst een korte uitleg over de verschillende
terminologieën van de afgelopen jaren.
Tot halverwege de 20ste eeuw was het normaal om mensen met een intellectuele beperking aan te
duiden als mental retardation. De indeling was: diepe retardatie (IQ < 20/25), ernstige retardaties (IQ
20/25 – 30/35), matige retardatie (IQ 35/40 – 50/55) en milde retardatie (IQ 50/55 – 70/75). In de jaren
’90 werd deze term vervangen door ontwikkelingsstoornis, wat wordt beschreven als:
a. Te wijten aan een mentale of lichamelijke beperking of combinatie hiervan;
b. Is ontstaan voor de leeftijd van 22;
c. Gaat door voor onbepaalde tijd;
d. Beperking uit zich in drie of meer van de volgende gebieden:
1) Zorg voor zichzelf; 5) Zelfsturing;
2) Receptieve en expressieve taal; 6) Capaciteit om onafhankelijk te leven;
3) Leren; 7) Economische zelfvoorziening.
4) Mobiliteit;
e. Weerspiegelt de behoefte van een persoon voor een combinatie van speciale, interdisciplinaire, of
algemene zorg, behandeling of andere diensten die levenslang zijn en gemaakt zijn voor het
individu.
4