Uitgebreide samenvatting van het boek Als opvoeden niet vanzelf gaat van Liesbeth van Hoof en Marleen de Vries.
Duidelijk omschreven en bevat alle belangrijke informatie.
Hoofdstuk 1, 3.4, 7, 8, 9, 10, 11 en 12 (toetsstof jaar 1 SPH)
Inclusief voorbeeld toetsvragen met antwoorden!
Opvoeden is een proces dat zich binnen een bepaalde gemeenschap of cultuur afspeelt tussen ouders en
kinderen.
Een opvoedingsimpasse (ontwikkeling van het kind stagneert) verloopt in de volgend fasen:
- De opvoeder constateert dat de ontwikkeling van het kind niet in de gewenste richtng verloopt.
- De opvoeder probeert de ontwikkeling te beïnvloeden in de gewenste richtng.
- De opvoeder slaagt hier niet in.
- De opvoeder ziet geen middelen meer om te ontwikkeling te beïnvloeden.
- Er is geen verwachtng dat het zelfstandig binnen een acceptabele termijn lukt deze middelen te
vinden.
- De opvoeder ervaart door dit besef pijnlijke emotes.
Van Dale: Opvoeden is lichamelijk en geestelijk vormen, grootbrengen (te eenzijdige defnite).
Kok: Opvoeden is een wezenlijk aspect het menselijk bestaan waarmee mensen het humane
voortbestaan mogelijk maken.
Bij opvoeden is sprake van wederzijdse beïnvloeding, het is een dynamisch proces. Het kind heef een
innerlijke drang om te ontwikkelen. De opvoeder speelt in op de opvoedingsbehoefen van het kind en
groeit mee in die ontwikkeling. Het belangrijkste accent in de opvoeding is de dagelijkse omgang met
elkaar en de sfeer (functoneel karakter van opvoeden).
De Winter: Opvoeden is meer dan behavioristsche ingrepen om gedrag te reguleren. Het gaat om
vorming van de persoonlijkheid, ontdekken ven identteit en de zin van je bestaan en je plaats in cultuur
en samenleving.
Kok: Opvoeden is het in relate staan van opvoeders en opvoedingen. De opvoeder creëert door zijn
mens-zijn een klimaat en leefsituate dat de persoonlijkheidsgroei bevordert en kansen biedt voor
zelfontplooiing. Het gat om de kwaliteit van de opvoedingsrelate en niet om het opvoeddoel. Er is geen
meetbaar eindstadium vast te stellen van opvoeden en dit is altjd tjd- en plaatsgebonden.
Twee centrale opvoedingswaarden zijn autonomie (westers, zelfstandigheid) en conformiteit (niet-
westers, aanpassing aan omgeving).
Opvoeders perspectef: Hoop en verwachtng op een toekomst waarin vervuld gaat worden wat gewenst
en gehoopt wordt en wat er nu nog niet is.
Kind perspectef: Datgene wat al sluimerend aanwezig is maar gedurende de ontwikkeling steeds meer
gaat ontwaken.
,Mensen worden geboren met een startpakket van ontwikkelingsmogelijkheden. Door opvoeding
ontwikkeld de eigenheid van het kind. Als de opvoeder sensitef en responsief is verloopt dit proces
beter. De relate is de basis van de opvoeding.
Functoneel karakter van opvoeden: Contnue onderlinge betrokkenheid. Vanuit geborgenheid kan een
kind de wereld gaan ontdekken.
Intentonele/doelgerichte karakter van opvoeden: Bewuste handelingen in de opvoeding om iets te
leren.
Opvoeden gaat naarmate het kind ouder wordt over in begeleiding. Het kind krijgt meer eigen
verantwoordelijkheid.
Pedaingoingiek
Pedagogiek bestaat uit pais (kind) en agoogè (opvoeding). Het is de bestudering van de opvoeding, het
onderwijs en de hulpverlening aan kinderen en jeugdigen met het oog op verbetering van de parktjk.
Niveau 1 van opvoeden zijn de ouders, opvoeders en leerkrachten. Zij proberen aanpakken uit en er
ontstaan standaardvoorbeelden. Niveau 2 zijn beroepskrachten die algemene wetenschappelijke kennis
inzetten en hebben praktjkkennis. Het 3 e niveau is het wetenschappelijk niveau waarbij onderzoek
wordt gedaan voor algemene theorievorming.
Orthopedaingoingiek
Orthopedagogiek is de wetenschap die zich bezighoudt met bijzondere of specifeke opvoeding bij een in
zijn ontwikkeling belemmert kind. Het levert een bijdrage bij complexe problemen die de ontwikkeling
en opvoeding beïnvloeden. Het onderscheid zich van kinder- en jeugdpsychiatrie doordat het richt op
opvoeding(problemen). Het onderscheid zich van pedagogiek door het zich richt op
aangepaste/specifeke opvoeding. Orthopedagogiek richt zich op beschrijven en verklaren van
opvoedingsproblemen, maar ook op veranderen en voorkomen hiervan. Het is een
handelingswetenschap.
Er zijn veel vragen over de waarde van de orthopedagogiek:
- Orthopedagogiek is een jonge wetenschap en maar in een beperkt aantal landen bekend.
- Orthopedagogiek is ontwikkeld vanuit de medische wetenschap en later de
ontwikkelingspsychologie en maakt gebruik van kennis uit andere disciplines.
- Het werk- en onderzoeksterrein is divers.
In de vorige eeuw ging orthopedagogiek zich losmaken van de medische kant en meer richtng de
pedagogiek. Beide richten zich op kinderen die een appel doen op de opvoeders. Wanneer hierbij
speciale kennis en een speciale aanpak vereist is komt orthopedagogiek erbij kijken.
,Bleidick beschrijf paradigma’s (gezichtspunten) op de problemen die orthopedagogiek bestudeert:
- Individueel theoretsch: Beperking als medische categorie. Opvoedingsproblemen door kenmerk
kind (stoornissen).
- Interactoneel theoretsch: Handicap wordt gezien als etket. Kind voldoet niet aan
verwachtngen maatschappij en krijgt een ongunstge identteit toegeschreven en wordt
bejegend vanuit dit verwachtngspatroon.
- Systeemtheoretsch: Handicap is consequente van eisen van het systeem. Omgeving kan niet
afstemmen op van individu nodig heef.
- Maatschappijtheoretsch: Handicap is een product van de samenleving. Men plaats hen in een
uitzonderingsposite en de persoon raakt geïsoleerd.
Bladergroen (jaren ’70): Orthopedagogiek is de leer van de opvoeding van het afwijkende kind.
Leermoeilijkheden zijn symptomen van grotere stoornissen en dit is behandelbaar.
Vliegenthart (jaren ’70): Een handicap van een kind levert een opvoedingsbelemmering op maar ook
belemmerende subjecteve beleving van het kind door het ‘anders zijn’. Of er orthopedische zorg nodig is
hangt af van de aard en ernst van de stoornis, of er speciale technieken/hulpmiddelen nodig zijn om
negateve gevolgen te beperken en of het kind hulp nodig heef om met de stoornis te leven.
De Ruyter (jaren ’80): Niet het kind met zijn beperking, maar de (stagnerende) opvoeding is het centrale
aspect van de orthopedagogiek. Het probleem is dat opvoeders niet goed kunnen aansluiten op de
opvoedingsvraag van het kind.
Ter Horst (jaren ’80): Introduceert het begrip Problematsche Opvoed Situate (POS). De situate tussen
opvoeder en kind wordt als perspecteeoos ervaren. Opvoedingsproblemen zijn het object van de
orthopedagogiek.
Kok (jaren ’80): Opvoeden is een proces waar opvoeder en kind actef in partciperen. Orthopedagogiek
moet dit proces optmaliseren door accenten in het leeflimaat, de relate tussen opvoeder en kind en
het hanteren van situates. Opvoedingsproblemen zijn een vraag van het kind om specifek opvoeden.
Van Acker (jaren ’80): Het geloof in ontwikkelingsmogelijkheden moet de kern zijn in de
orthopedagogiek. Opvoeders moeten pedagogische strategieën leren om het opvoedproces goed te
laten verlopen.
In de orthopedagogiek zijn twee tendensen. Enerzijds de verschuiving in het grensgebied tussen
pedagogiek en orthopedagogiek. Anderzijds de verschuiving in het grensgebied tussen orthopedagogiek
en de kinder- en jeugdpsychiatrie.
Hermanns: Er wordt bij opvoedingsproblemen té snel contact gezocht met hulpverlening waardoor het
aantal jongeren in de zorg hard groeit. Redenen hiervoor zijn:
- Laag jeugdtoleranteniveau: We kunnen weinig hebben. Wat vroeger kwajongensstreken waren
is overlast en probleemgedrag.
- Psychopathologisering van problemen: Problemen worden vertaald in psychopathologie en
stoornissen en men zoekt de oplossing buiten de opvoeding zelf.
- Criminalisering: Probleemgedrag wordt beschouwd als crimineel gedrag tot moet leiden tot
vervolging.
, Andere redenen zijn:
- Multproblematek.
- Medicalisering: Aantal kinderen met ernstge problemen stjgt niet maar bij lichte problemen
belanden gezinnen sneller bij professionele hulp.
- Verbetering signalering maar onvoldoende 1 e-lijns zorg.
- Perverse prikkels: Investeren in prevente wordt niet fnancieel gestmuleerd door huidig
fnancieringsstelsel.
- Maatschappij wordt complexer en onderwijs stelt hogere eisen aan kinderen.
Echter is er ook een sterke aandacht voor empowerment waarbij de opvoeder zelf gestmuleerd wordt
de problemen aan te pakken.
Verklaringen voor toename psychiatrische diagnoses bij kinderen en jongeren:
- Vergrote kennis op dit gebied en belang van tjdig herkennen.
- Toenemende aandacht voor biologische achtergronden van gedrag en
onderzoeksmogelijkheden.
- Hulp en voorzieningen pas mogelijk na diagnose.
Vermeij: Bij problemen die psychiatrisch zijn hoef niet enkel psychiatrische behandeling geboden te
worden maar er moet worden samengewerkt met de orthopedagogiek.
De psychiatrie richt zich vooral op het herkennen, verklaren en behandelen van stoornissen die met de
DSM geclassifceerd zijn en de orthopedagogiek richt zich meer op de opvoedingsvraag die hieruit
voortkomt. Door psychiatrische diagnoses zien ouders het gedrag als ziekte en niet meer als
opvoedingsvraag van het kind.
Hoofngdstuk 3.4
Orthopedaingoingische theorie van Kok
De theorie van Kok is op alle kinderen met ontwikkelingsproblemen van toepassing, ongeacht de aard
ervan. Hij benadert de behandeling van kinderen met ontwikkelingsproblemen en -stoornissen vanuit
een aangepaste opvoeding binnen het dagelijks leefmilieu of behandelmilieu. Kinderen vragen met hun
problematsche gedrag om een aangepaste vorm van opvoeden. Het gaat om begrijpen van de hulpvraag
van het kind. Orthopedagogiek is specifek opvoeden waarbij bepaalde over accentueringen worden
ingezet. Elk kind laat door middel van gedrag zien wat het nodig heef in de opvoeding. Ouders moeten
deze vraag leren lezen en erop inspelen.
Het opvoedingsproces
Opvoeding is een wederkerig proces. Het kind lokt reactes uit bij de opvoeder die hierop inspeelt
(opvoederspresentate). De opvoeder creëert voorwaarden waarbinnen het kind ontwikkeld.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Mieke1234. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.