Onderdeel: Literatuur
A
Ab ovo
Vanaf het begin vertellen (vanuit het ei)
Acconsonantee/medeklinkerrijm/m
Overeenko/mst van alleen de /medeklinkers, /midden in of aan het einde van een woord (aan het begin
van een woord = alliterate = beginrijm/m).
Acrostchonenaa/mdicht
Gedicht waarbijm de beginleters van de regels een naa/m vor/men. Middeleeuwse teksten, rederijmkers.
Adolescentenliteratuur
Literatuur die zich richt op adolescenten (jmong volwassenen).
Allegorie
Een tekst waarin personages en handelingen een diepere, sy/mbolische betekenis hebben. Het beeld
waarvoor zijm staan wordt in de hele tekst volgehouden. Didactsche bedoeling, so/ms ook /moralistsch.
Door beeldspraak een universele waarheid leren. Er wordt so/ms gebruikge/maakt van speaking na/mes
(na/men zijmn genoe/md naar het beeld waar ze voor staan).
Alliterateebeginrijm/m
De /medeklinkers aan het begin van bekle/mtoonde letergrepen zijmn hetzelfde.
Alwetende vertellereauctoriale verteller
Kent de gedachten en gevoelens van alle personages. Staat buiten de verhaalde gebeurtenissen en is
dus zelf geen deelne/mer aan het verhaal. Hijm ziet, weet en hoort alles van iedereen.
A/mbiguïteit
Dubbelzinnigheid
Anafoor
Vor/m van herhaling. Aan het begin van opeenvolgende regels worden dezelfde woorden of
woordgroepen herhaald.
Vb: Klein is de druif: …
Klein is de parel, …
Klein is uw /mond: …
Anapest
Kle/mtoon: v v – (onbekle/mtoond, onbekle/mtoond, bekle/mtoond)
Antcli/max
Aan het eind niet het verwachte hoogtepunt.
,Ant/metrie
Het doorbreken van het vaste /metru/m in een /metrisch gedicht. De dreun in het gedicht wordt
daar/mee voorko/men. Extra nadruk leggen op bepaalde woorden.
Antthese
Twee woorden of zinnenestrofen die in hun betekenis tegenovergesteld zijmn, staan tegenover elkaar.
Vb: reeds wikken tussen zwart begraven, wit cre/meren.
Assonanteeklinkerrijm/m
Overeenko/mst van klinkers van bekle/mtoonde letergrepen.
Vb: de olijmke olifant.
Asyndeton
Een opso/m/ming zonder verbindingswoorden, /maar alleen /met een ko/m/ma ertussen.
Vb: Brabants paard van toen, paarden, een oude schuur, wollig van /mos, een geur …
Autobiografsch verhaal
Autobiografe van de schrijmver, het verhaal is op het leven van de auteur gebaseerd.
Avant-garde
Jonge generate kunstenaars en schrijmvers die op innoverende /manieren werkten.
B
Ballade
Danslied. De volksballade en de rederijmkersballade (beide heel verschillend). Volksballade = lang,
verhalend verhaal over liefde en dood, /met veel dialogen, geen details. Rederijmkersballade =
beschouwend gedicht van /meestal drie strofen (acht regels per strofe).
Beeldspraak
Leterlijmk het spreken in beelden. Vor/m van indirect (fguurlijmk) taalgebruik.
Belevend ik
Vertelt over de gebeurtenissen in het verhaalheden (ww kan in verleden tjmd staan). Geef geen
co/m/mentaar achteraf op zijmn handelingen.
Vijmfigers (experi/mentelen)
Groep auteurs (vooral dichters) die in /meerdere en /mindere /mate experi/mentele poëzie schrijmven.
Vernieuwing van de poëzie. Het volledige leven willen ze tot uitdrukking brengen na WOII. Geen
parlando (spreektaal), geen booschapgedichten, geen tradites. Vrijme versvor/men, weglatng
interpuncte, beeldspraak. Auteurs: Lucebert, Si/mon Vinkenoog, Jan Hanlo.
Bijmfguur
Personage op de achtergrond dat nauwelijmks een rol speelt.
, Bildungsro/man
Psychologische ro/man over de ontwikkeling van een persoon (/mentaal). Bewustwording van eigen
identteit, rol in de wereld enzovoort.
Binnenrijm/m
Volrijm/m van woorden binnen dezelfde regel.
Vb: schateren wijm in kieren, laten scharnieren.
C
Chias/meekruisstelling
Twee qua betekenis vergelijmkbare woorden worden gekruist. Tegenovergestelde van parallellis/me.
Vb: dof violet is ’t west en paarsig grijms
Chronologie
Logische volgorde van begin naar einde.
Chuteevolta
Verandering in een sonnet tussen het octaaf en sextet. Dit punt heet chute of volta.
Cliché
Veel gebruikte uitdrukkingen en woordco/mbinates.
Cliffhanger
Een hoofdstuk of verhaallijmn wordt op een heel spannend /mo/ment beëindigd.
Cli/max
Hoogtepunt binnen het verhaal waar steeds naartoe is gewerkt.
Close reading
Alleen de woorden en pagina’s doen ertoe en er wordt geen rekening gehouden /met de auteur als
persoon. Kritek op de vor/m.
Cobragroep
Copenhagen – Brussel – A/msterda/m. Kunstenaars van de Cobragroep waren een inspiratebron voor
schrijmvers uit de Vijmfigers. Karel Appel, Corneille, Constant.
Co/mposite van de ro/man
Structuur van de ro/man.
Cultuurhistorisch /motef
Blauwbaard/motef (verboden ka/mer en vrouwen/moordenaar), Don Quichot-/motef (strijmden voor het
goede, /maar gaat wel eens /mis), Faust/motef (overhalen o/m iets slechts te doen), Kafaësk (Kafa:
eigen lot niet in handen, wordt speelbal), Lolita/motef (oude /man wordt verliefd op jmong /meisjme of