Burgerlijk Recht III
Aantekeningen hoorcolleges
Inhoudsopgave
Hoorcollege 1: 19-04-2018.........................................................................................................2
Hoorcollege 2: 20-04-2018.........................................................................................................7
Hoorcollege 3: 26-04-2018.......................................................................................................15
Hoorcollege 4: 03-05-2018.......................................................................................................20
Hoorcollege 5: 04-05-2018.......................................................................................................25
Hoorcollege 6: 17-05-2018.......................................................................................................33
Hoorcollege 7: 18-05-2018.......................................................................................................37
Hoorcollege 8: 24-05-2018.......................................................................................................42
Hoorcollege 9: 25-05-2018.......................................................................................................47
Hoorcollege 10: 31-05-2018.....................................................................................................52
Hoorcollege 11: 01-06-2018.....................................................................................................56
1
,Hoorcollege 1: 19-04-2018
Arresten:
- Conclusie A-G niet verplicht, tenzij opgegeven
- Annotatie (noot),, de refectie op de uitspraa,, is +el verplicht
Onderscheid in de fasen van onrechtmatige daad:
1. Vestigingsfase: vaststelling van de onrechtmatige daad. Is hier spra,e van een
onrechtmatige daad en aanspra,elij,heid?
2. Omvangsfase: begroting van de schadeverplichting die op de aanspra,elij,e persoon
rust.
Opbou+ van de colleges:
- Eerste 5 colleges: vestigingsfase onrechtmatige daad
- Daarna 4 colleges: omvangsfase onrechtmatige daad
- 1 college over Europese dimensie
- 1 college over overige verbintenissen uit de +et
- 1 afsluitend college
Ieder draagt in beginsel zijn schade: iedereen moet in beginsel zijn lot aanvaarden, tenzij (…),
Die ‘tenzij’ is de ,ern van dit va,: er moet een goede grond zijn om die schade af te
+entelen.
Gronden voor af+enteling:
- Onrechtmatige daad
- K+alitatieve aanspra,elij,heid: gebre,,ige opstal, gebre,,ige za,en
- Rechtmatige daad: onverschuldigde betaling, ongerechtvaardigde verrij,ing
- Schadeverplichtingen die voortvloeien uit +anprestatie
Risicoaanspra,elij,heid: +aarom moet iemand ergens het risico voor dragen? Daar speelt
het profijtbeginsel een rol. Haalt iemand voordeel uit een bepaalde zaa,, dan draagt hij daar
oo, het risico voor.
Verze,eringen spelen oo, een rol, maar dat is niet de bedoeling, dat zie je oo, in nr. 6 van
het boe,. De reden dat het vergoed +ordt, is geen reden om iets toe te re,enen.
Wissel+er,ing verze,eringen en aanspra,elij,heid: verze,erbaarheid van risico’s is
een discussie. Als nieu+e risico’s +orden meegenomen of oude risico’s +orden
meegenomen, dan ,an de verze,ering onder dru, ,omen.
Voorbeeld: aanspra,elij,heid van ouders voor ,inderen tot 16 jaar is gestrand, omdat de
verze,eraars dat niet ,onden verze,eren. Dat is dus een belangrij, ,nelpunt: de +etgever
,omt in de ,nel omdat verze,eraars +eigeren te vergoeden. Dat is vreemd: verze,eraars
hebben dus invloed op de +etgeving op dat gebied.
Anderzijds zijn verze,eringen belangrij, in het ,ader van slachtoferbescherming: +e +illen
geen onverze,erde voertuigen op de +eg, je moet so+ieso WA verze,erd zijn. Dat is ter
bescherming van slachtofers, zodat zij so+ieso schade ,unnen verhalen.
2
,Functies van aanspra,elij,heidsrecht:
1. Compensatiedoel: aanspra,elij,heid is bedoeld dat geselecteerd +ordt +el,e vormen
van schade gecompenseerd +orden.
2. Preventie: het feit dat je +eet dat iets aanspra,elij,heid oplevert, zorgt ervoor dat
mensen bepaalde dingen niet doen.
a. Discussie: doet verze,erbaarheid niet af aan deze doelstelling? Als je
verze,erd bent, +ord je dan roe,elozer?
3. Rechtshandhaving
4. Er,enning van leed en onrecht (ventielfunctie),
5. Genoegdoening (art. 6:106 BW),: immateriële schadevergoeding, hoe begroot je dat?
Strafen ,an oo, door iemand geld te laten betalen, maar is dat +el genoegdoening
voor immateriële schade?
6. Strafen en ontneming van voordeel (art. 6:104 BW),: punitief element van
aanspra,elij,heid. Gebrui, je het civiele recht dan als een t+eede strafrecht?
Civielrecht is het rechtzeten +at ,rom is tussen t+ee private partijen, daar zit geen
publie, belang aan. Dat is dus interessant omdat je door strafen +el een publie,
element toevoegt.
Fout: toere,enbare onrechtmatige daad. In die toere,ening zit voor een deel het
schuldelement, vooral bij persoonlij,e aanspra,elij,heid. Het gaat bij persoonlij,e
aanspra,elij,heid oo, om het eigen onrechtmatige gedrag.
Risicoaanspra,elij,heid: aanspra,elij,heid in een bepaalde hoedanigheid, bijv. ouder,
+er,gever, beziter. Het gaat dus om een ,+aliteit: hoedanigheid. Dus in de hoedanigheid
van ouder ben jij aanspra,elij, voor de schade die door een ,ind +ordt veroorzaa,t. Zelf heb
je niet onrechtmatig gehandeld. Enige reden +aarom je aanspra,elij, bent, is dat je een ,ind
hebt ge,regen.
Scheiding is niet zo stri,t als het lij,t (§4.2 boe,),. Er is bijv. in het ,ader van de
foutaanspra,elij,heid bij de toere,ening in toenemende mate spra,e van toere,ening op
grond van ver,eersopvatngen, daarbij speelt de schuld van de persoonlij,e onrechtmatige
daad +at af. Toere,ening ,an op grond van de schuld of ver,eersopvatngen, dus als je
ver,eersopvatngen opneemt, dan neemt de schuld soms +at af.
Vervaging van de grens tussen risicoaanspra,elij,heid en foutaanspra,elij,heid.
Vereisten van art. 6:162 BW:
1. Onrechtmatigheid
2. Toere,ening
3. Causaliteit
4. Relativiteit
5. Schade
Art. 6:162 lid 2 BW geef drie sma,en:
1. Inbreu, op een recht
2. Strijd met een +etelij,e plicht
3
, 3. Strijd met het ongeschreven recht dat in het maatschappelij, ver,eer betaamt
(zorgvuldigheidsnorm),
Er zijn oo, rechtvaardigingsgronden die de onrechtmatigheid +egnemen (onderscheiden van
schulduitsluitingsgronden, die nemen de toere,enbaarheid +eg)),
- Nood+eer
- Overmacht
- Noodtoestand
- Bevoegd gegeven ambtelij, bevel
Je ziet hier een lin, met het strafrecht. Deze rechtvaardigingsgronden zien dus op het eerste
criterium van de onrechtmatige daad: onrechtmatigheid van de gedraging.
Inbreuk op een recht: gaat om subjectieve rechten, zoals
- Absolute vermogensrechten (auteursrechten, beslagen),
- Persoonlij,heidsrechten (zoals recht op lichamelij,e integriteit, vrijheid,
mensenrechten),. Persoonlij,heidsrechten spelen in de verhouding tussen t+ee
individuen, en grondrechten +er,en verticaal: tussen burger en overheid. Er zijn +el
lin,en tussen grondrechten en persoonlij,heidsrechten, maar dit onderscheid moet
je +el ,ennen. Grondrechten hebben +el steeds meer horizontale +er,ing, dat is
indirecte +er,ing tussen privaatrechtelij,e partijen.
- Relatieve vermogensrechten
Inbreu, op een recht is niet per definitie voldoende voor onrechtmatige daad (verhouding
tussen inbreu, op een recht en de maatschappelij,e betamelij,heid: 1 en 3),
- Z+iepende ta, en Leer Smits: zie uitspraa, rechtban, onder 7. Er is een verband
tussen de inbreu, op een recht en de strijd met ongeschreven recht dat i het
maatschappelij, ver,eer betaamt.
- Oo, in het arrest Taxus speelt de vraag of spra,e is van een inbreu, op een recht.
Daar geldt hetzelfde als bij Z+iepende ta,: degene die de taxus neerlegde, +ist of
behoorde niet te +eten dat taxus gevaarlij, +as. Daarom +as het geen onrechtmatig
gedrag: het +as niet ver+ijtbaar (toere,ening),.
o Toere,ening valt hier oo, +eer samen met de onrechtmatigheid (,omen +e
op terug in college 3),.
Strijd met een weteeijke peicht: niet iedere +etelij,e plicht dat geschonden is vormt oo,
meteen een onrechtmatige daad, daar is meer voor nodig. Oo, hier geldt het extra vereiste
van relativiteit. Komt in college 3 uitgebreid terug.
Verhouding tussen strijd met de +etelij,e plicht en de maatschappelij,e betamelij,heid (2
en 3),. Refex+er,ing: +er,ing van +eten en analoge toepassing op andere, soortgelij,e
situaties. Schending van de +et ,an door+er,en in de zorgvuldigheidsnorm en toch tot een
onrechtmatige daad leiden. Dat ,omt oo, in college 3 aan de orde.
Zorgvuedigheidsnorm: is geïntroduceerd in het arrest Lindebaum Cohen, +ant toen stond
dat nog niet in de +et. In het arrest Zutphense +aterleiding hield de Hoge Raad nog vast aan
de +et: er +as geen recht geschonden en dus +as er geen onrechtmatige daad.
Heef uiteindelij, geleid tot het Kelderlui,arrest en de bijbehorende criteria voor
gevaarzetng.
4