Minor Acute Zorg
Module 1: Airway
HC 1 – ABCDE en Airway
De student kent de ABCDE-methodiek en weet hoe deze gebruikt wordt bij de opvang van de vitaal
bedreigde patiënt.
Airway (O2 in longen/CO2 uit de longen), Breathing (O2 naar bloed/CO2 uit bloed), Circulation (O2
transporteren naar weefsels), Disability (aansturing lichaamsprocessen/brein), Exposure
ABCDE = een systematische 1e beoordeling èn behandeling van vitaal bedreigde zorgvragers. Het
zorgt voor structuur in acute situaties, terugdringen mortaliteit en morbiditeit (‘Treat first what kills
first’), uniformiteit.
Opvang vitaal bedreigde patiënt:
1. Primary assessment (survey) – eerste beoordeling volgens ABCDE en levensreddende handelingen
2. Re-assesment – nog een keer ABCDE, kijken of alles stabiel is
3. Secondary assessment (survey) – Top tot teen beoordeling, aanvullende onderzoeken
De student weet hoe de luchtweg beoordeeld wordt.
Kijk/luister/voel:
- Bewustzijn
- Beweging borst en buik
- Geluiden (bij in- en uitademing) -> snurken, heesheid, gorgelen, stridor (piepen – hoge
luchtweg, niet zoals bij astma). Een normale ademhaling maakt geen geluid. Let op: volledige
obstructie kan ook een niet-hoorbare ademhaling geven.
- Luchtstroom door mond/neus
- Inspectie mond/keel/hals
De student begrijpt vanuit de anatomie en (patho-)fysiologie welke problemen een bedreiging
voor de luchtweg zijn.
Mogelijke problemen:
Primaire obstructie:
- Corpus alienum: gebitsdelen, voedsel
- Bloed, slijm, braaksel
- Zwelling (verbranding, ontsteking, allergie)
- Uitwendige compressie (bloeding, tumor, abces)
Secundaire obstructie:
- Door bewustzijnsdaling kan tong naar achter zakken
Bij trauma, let op eventueel CWK-letsel!!
CWK = cervicale wervelkolom
Herkenning problemen:
Look, listen, feel (oor boven mond van patiënt):
- Bewustzijn
- Beweging borst en buik
- Geluiden (bij in- en uitademing)
, o Snurken: tong naar achteren gezakt
o Heesheid: vernauwde larynx
o Rochelen: slijm in keelholte of bovenste luchtwegen
o Stridor: Inademen/inspiratoire stridor – bovenste luchtwegen,
Uitademen/expiratoire stridor – lagere luchtweg opstructie. Geluid: piepen – vaak
hoge luchtweg, niet zoals bij astma. Een normale ademhaling maakt geen geluid.
Let op: volledige obstructie kan ook een niet-hoorbare ademhaling geven.
- Luchtstroom door mond/neus
- Inspectie mond/keel/hals
Luchtweg vrijmaken:
- Luchtwegopeningshandeling; head-tilt/chin-lift of jaw thrust
- Uitzuigen
- Stabilisatie CWK: manuele In Line stabilisatie, wervelplank, hoofdblokken, traumamatras
- Hulpmiddelen: o.a. Guedell (mayotube)
- Verstikkingsprotocol
De student begrijpt de principes van triage en kan het belang hiervan bij de opvang van de vitaal
bedreigde patiënt uitleggen.
Triage = sortering/selectie/urgentiebepaling van vitaal bedreigde patiënt.
Op basis van een aantal gegevens worden patiënten ingedeeld in verschillende urgentieklassen
Triage:
1. Probleemomschrijving (=ingangsklacht) kiezen
2. Vitale functies (ABCDE) observeren/meten
3. Korte anamnese (AMPLE):
– Allergie
– Medicatie
– Past (=voorgeschiedenis)
– Last meal
– Events (=toedracht)
WC 1.1 – Klinisch Redeneren
Wat de redeneerstappen volgens het model van Proactive Nursing (Bakker, 2014) zijn.
1. Oriëntatie op situatie – SBAR
2. klinische probleemstelling – disfunctionele orgaansystemen
3. Aanvullend klinisch onderzoek
4. Interventies en klinisch beleid
5. Klinisch verloop
6. Nabeschouwing
Hoe de redeneerhulpen SBAR, AMPLE, EWS en SCEGS bij het klinisch redeneren gebruikt worden.