100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Literatuursamenvatting Materieel Strafrecht €8,99
In winkelwagen

Samenvatting

Literatuursamenvatting Materieel Strafrecht

 0 keer verkocht

De samenvatting bevat alle belangrijke studie-elementen.

Voorbeeld 3 van de 16  pagina's

  • Ja
  • 18 januari 2024
  • 16
  • 2023/2024
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (75)
avatar-seller
AnoniemeStudent010
Samenvatting literatuur Materieel strafrecht

Week 1: Culpa en roekeloosheid

Plaatsbepaling van het culpoze delict door de wetgever
Culpoze delicten, waarin schuld als bestanddeel is opgenomen, zijn meestal als misdrijf
gekwalificeerd en hebben steeds als tegenhanger een doleuze variant met een doorgaans
zwaarder strafmaximum. Ook bij overtredingen komen wel een culpa-vereisten voor, zie bijv.
art. 425 sub 2, 429 sub 3 en 441 Sr.

De schuld als bestanddeel wordt ook wel culpa genoemd. De afwezigheid van opzet brengt
het bestaan van schuld niet mede. Het normatieve oordeel is dat in de vaststelling van culpa
besloten ligt (behoren, gebrek).

Maar de culpa heeft ook een duidelijke psychische component. Er worden twee soorten
schuld onderscheid: (1) onbewuste schuld en een hogere graad van schuld; (2) bewuste
schuld. Die bewuste schuld is aanwezig, wanneer op het ogenblik van de daad de
mogelijkheid der uitkomst voor den geest zweeft, maar toch zo dat de dader, ook blijkens de
voorzorgsmaatregelen die hij neemt, hoopt dat het door zijne handigheid en bijzondere
maatregelen gelukken zal die uitkomst te beletten. Ook onbewuste schuld (niet-nadenken)
kan in zekere zin als een geestgesteldheid worden geplaatst.

Voor culpa is grove schuld vereist. Het gaat erom dat; men minder nadacht, wist, beleidvol
was dan de mens in het algemeen (culpa lata). Verdere gradaties binnen de grove schuld is
de mate van schuld. Roekeloosheid is een wettelijke strafverzwaringsgrond binnen de culpa.
Daarbij gaat het om de zwaarste vorm van het culpoze delict waarin sprake is van zeer
onvoorzichtig gedrag waarbij welbewust en met ernstige gevolgen onaanvaardbare risico’s
worden genomen.

Inhoud van de culpa
Wil er van culpa sprake zijn, dan moet er sprake zijn een min of meer grove of aanmerkelijke
schuld, de kern lijkt gelegen in verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid. Er moet ook
voldoende verwijtbaarheid zijn. Kortom, culpa betekent aanmerkelijke verwijtbare
onvoorzichtigheid.

Voor culpa moest de dader, materieelrechtelijk gezien, anders handelen en kon hij ook
anders handelen. Men spreekt in dit verband ook over vermijdbaarheid en verwijtbaarheid
of over de objectieve en de subjectieve kant van de culpa.

Bij de normatieve beoordeling van schuld spelen onderwerpen als wederrechtelijk,
geoorloofd risico (bijv. schuld tijdens sport- en spelsituaties) en Garantenstellung (bijv.
overtreding van gedragsvoorschrift) een belangrijke rol.

,De subjectieve component die in zekere zin ook bij culpa hoort, komt tot uiting in de
noodzakelijke voorzienbaarheid: verwijtbaarheid veronderstelt dat de verdachte moest
kunnen voorzien dat bepaald gedrag (handelen of nalaten) onvoorzichtig zou zijn en tot
bepaalde gevolgen zou kunnen leiden. In de wetsgeschiedenis spreekt men dan over
misplaatste onoplettendheid, niet-nadenken of welbewust en lichtzinnig onaanvaardbare
risico’s nemen.

Nadere uitwerking in de tenlastelegging
Elke vervolging voor een culpoos gevolgsdelict wordt gekleurd door de nadere omschrijving
van de culpa in de tenlastelegging. ‘Redelijkerwijs had kunnen begrijpen of vermoeden’ is
voldoende feitelijk voor de schuld op een bijkomende omstandigheid.

Naast de feitelijke, kunnen in de tenlastelegging de soort schuld, maar vooral ook de mate
van schuld variëren. ‘Aanmerkelijk’ of ‘grof’ zijn passende uitdrukkingen in dit verband,
terwijl een kwalificatie als hoogste de vereisten voor het bewijs opschroeft.

Het normatieve karakter van culpa
Het Verpleegster-arrest uit 1963 is een belangrijke en illustratieve beslissing omdat veel
aspecten van culpa erin naar voren komen. In deze zaak is geen deelnemingsconstructie
gebruikt. Door de structuur van het culpoze delict bestaat er weinig behoefte aan
deelnemingsfiguren: de eigen schuld en daarmee het eigen plegerschap staan bij dit type
delict sterk op de voorgrond. Het arrest illustreert ten slotte dat bij het culpoze delict houvast
aan specificerende bestanddelen kan ontbreken.

Het Verpleegster-arrest biedt ook nog inzicht in de vraag of medeschuld van anderen de
culpa van de verdachte kan aantasten. Medeschuld van anderen is voor de vaststelling van
de strafrechtelijke culpa niet direct relevant, de eigen schuld staat centraal.

Culpa en strafuitsluitingsgronden
Is de afwezigheid van andere strafuitsluitingsgronden eveneens vastgesteld met het bewijs
van de culpa of ligt deze verhouding gecompliceerder? Het gaat er immers bij deze kwestie
vooral om of een beroep op een strafuitsluitingsgrond als een bewijsverweer moet worden
gezien of niet. Bij het honoreren van een dergelijk beroep gaat het daarbij om het verschil
tussen vrijspraak of ontslag van alle rechtsvervolging, bij het verwerpen om de grondslag van
de daarvoor geldende motiveringsvereisten.

‘Gewone’ schuld aan een gevolg
Veel van de gepubliceerde jurisprudentie over schuld heeft betrekking op het culpoze
verkeersdelict, dat vroeger in art. 36 en nu in art. 6 WVW is omschreven. Het culpoze
verkeersdelict kent op zichzelf al een zwaar strafmaximum, dat nog kan worden verdubbeld
in geval van roekeloosheid.

Men gaat er van uit dat de verwijtbaarheid in de culpa besloten ligt, maar het bewijs daarvan
in gewone omstandigheden vrij snel mag worden aangenomen. Volstaan kan worden met
het zoveel mogelijk aannemelijk maken van het normale karakter van de omstandigheden
van het geval.

, De hoofdregel voor dood door schuld is dus: schuld bij aanmerkelijk onvoorzichtig gedrag
tenzij omstandigheden zijn aangevoerd en aannemelijk zijn geworden waaruit volgt dat van
schuld niet kan worden gesproken. De beoordeling van een verkeersschuld komt neer op (1)
het geheel van gedragingen van de verdachte, (2) de aard en (3) de ernst daarvan en (4) de
overige omstandigheden van het geval.

Schuld aan een gevolg in de vorm van roekeloosheid
In 2006 is binnen de culpa een bijzondere schuldvorm roekeloosheid geïntroduceerd als
wettelijke strafverzwaringsgrond voor de belangrijkste culpoze gevolgsdelicten (art. 307 en
308 Sr en art. 6 en 175 WVW). In het algemeen zal bij roekeloosheid sprake moeten zijn van
bewustheid van het risico van ernstige gevolgen, waarbij op zeer lichtzinnige wijze ervan
wordt uitgegaan dat deze risico’s zich niet zullen realiseren.

Als maatstaf voor roekeloosheid wordt gegeven of (1) ‘door de buitengewoon
onvoorzichtige gedraging van de verdachte een zeer ernstig gevaar in het leven is geroepen,
alsmede (2) dat de verdachte zich daarvan bewust was, althans had moeten zijn’. Verder legt
de HR vooral nadruk op (3) de specifieke omstandigheden van het geval en (4) op een goede
motivering. Na de wetswijziging uit 2020 is in art. 175 lid 2 laatste volzin WVW bepaald dat
van roekeloosheid in elk geval sprake is als het gedrag tevens als een overtreding van art. 5a
lid 1 WVW kan worden aangemerkt.

Schuld aan een bijkomende omstandigheid
Een goed en praktisch gezien belangrijk voorbeeld van een culpoos delict waarbij de schuld
op een bijkomende omstandigheid betrekking heeft, is de schuldheling uit art. 417bis Sr.
Voor schuldheling is vereist dat de verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat zijn
handeling een door misdrijf verkregen voorwerp betreft. Ook bij schuldheling hangt het dus
uiteindelijk af van de omstandigheden van het geval of de voor het misdrijf vereiste grove
schuld kan worden bewezen.

Wetenschappelijk artikel: T. Blom ‘Roekeloosheid opnieuw beoordeeld’, DD 2020/30
De kritiek van Hullu op de definitie van roekeloosheid van de Hoge Raad is: dat ook het
normale spraakgebruik een ruimere opvatting over roekeloosheid lijkt te hanteren en
daarom een vrijspraak van roekeloosheid voor slachtoffers soms moeilijk te accepteren is.




Week 2: Opzet en voorbedachte rade

2.1 Over opzet in het algemeen
Het schuldbeginsel functioneert als instructienorm voor de wetgever om subjectieve
bestanddelen bij de misdrijven op te nemen en het stimuleert de strafrechter om
daadwerkelijk inhoud aan die bestanddelen te geven.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AnoniemeStudent010. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 68175 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€8,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd