Taakgerichte hulpverlening in sociaal werk 2018
MWD
Hoofdstuk 1
Social casework is een onderdeel dat zich richt op het bieden van hulp aan gezinnen en personen.
Hierbij is aandacht vaan de binnen- en buitenkant van het probleem belangrijk, de methodes en de
empowerment van de cliënt.
Taakgerichte hulpverlening
De cliënt-situate gerichte hulpverlening is een wisselwerking tussen psychisch, sociaal, materieel,
immaterieel, situate en persoon.
De TGH gaat ervan uit dat de cliënt zelf het probleem en de doelen bepaalt en dat de cliënt zoveel
mogelijk op eigen kracht handelt om het doel te behalen.
De TGH biedt methodes voor de mw’er, de werkwijze kun je goed uitleggen, er is een partnerschap
met de cliënt en geef vaak een goed resultaat.
Methodes
Methode- een vaste en weldoordachte manier van werken.
Methodiek- dit zijn verschillende methodes bij elkaar.
Methodisch- werken volgens de voorgeschreven methode door gebruik te maken van nieuwe
inzichten, concepten en theorieën.
Werkmodel- alle methodes en aanwijzingen om het werk van de mw’er te verbeteren.
Ondersteunende theorie- biedt een verklaring voor het werkmodel.
Empirische grondslag- dit zijn onderzoeken over toepassingen van een methode of de geldigheid van
de ondersteunende theorie.
Waardepremissen- de richtlijnen (waarde/plichten/bescherming) waar de methode op gebaseerd is.
Sommige theorieën worden niet genoeg onderzocht en is dus ook niet helemaal gestructureerd.
TGH-werkmodel
TGH is problem-solving en geef de cliënt structuur. De cliënt moet ook actef meedoen om een
probleem op te lossen. De mw’er probeert de eigen krachten te stmuleren van de cliënt om
uiteindelijk te zorgen dat ze zelf een oplossing vinden.
Starten met TGH kan door zelf met een probleem te komen of doorverwezen worden via een
maatschappelijke instante. ls iemand wordt doorverwezen kan middels een intervente een cliënt
zelf ook het probleem inzien. ls dit niet gebeurd kan de mw’er ook niet beginnen met de
hulpverlening.
De cliënt moet zelf instemmen met de hulpverlening, dit wordt aan hem uitgelegd in een
startgesprek. Doordat het traject overzienbaar is, kort en doelgericht werkt dit vaak positef. In de
exploratiefase wordt al een scan gemaakt van mogelijke problemen en de omstandigheden waarin
een persoon zit. Er kunnen dan ook afgeleide doelen worden behaald.
In het contract staat welk doel iemand heef, wat de hoofdtaak is en in welke termijn dit gaat
gebeuren.
,Taakgerichte hulpverlening in sociaal werk 2018
MWD
TGH-werkmodel samenvatendd
Ondersteunende theorie
Elliot Studt kwam in 1968 met het behavorial concept (taakconcept) en zij experimenteerden met
gevangenen. Ze keken naar welke taken bij een bepaalde leefijd hoorden.
De TGH maakt veel gebruik van de theorieën van Vygotsky (denken kan niet zonder handelen en
handelen kan niet zonder kennis), Perlman (problem-solving-model), Hollis (interventes), Smalley
(zelfbepaling van cliënt), leertheorie, cogniteve gedragstheorie, etc.
Eclectsch integratef werken- gebruik maken van theorieën en deze te combineren wanneer dat
volgens jou het meest zinvol is. Dit kan komen doord
1. Problemen die niet kunnen worden verklaard met één theorie
2. Taken kunnen worden ontwikkeld op basis van interventes die door verschillende
benaderingen zijn ontworpen
3. De eclectsche praktjk kan soms zorgen voor verwarring maar TGH heef een heldere
structuur
Empirische grondslag
Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar het efect van TGH. Tussen 1964-1968 zijn er in New
York grote onderzoeken gedaan naar het verschil tussen lange en korte hulpverlening (Reid & Shyne).
Recente onderzoeken bouwen voort op deze onderzoeksresultaten.
Hulpverlenen
Criteria voor het zorgvuldig hulpverlenend
1. Het is dialogisch van karakter
2. Er is aandacht voor de objecteve, subjecteve en sociale aspecten van iemands leven
3. De mw’er kan zich verantwoorden over de handelingen
4. Het denken en handelen van de mw’er komt vanuit het binnen- en buitenperspectef
De sterke kanten komen vanuit de cliëntgerichtheid, de empowerment en het onderzoeksmiddel.
, Taakgerichte hulpverlening in sociaal werk 2018
MWD
Problemen
Probleemcategorieën (Reid & Epstein)d
1. Interpersoonlijk confict- problemen in de relate tussen personen (altjd ruzie tussen moeder
en zoon, niet met elkaar overweg kunnen als leraar en leerling).
2. Onvoldane sociale relate- de cliënt is niet tevreden met de relates met anderen of één
persoon (geen vrienden kunnen maken, gepest worden).
3. Problemen met formele organisates- moeilijkheden in de relate van de cliënt met instantes
(onterecht van school gestuurd, wordt altjd opgepakt door de polite).
4. Moeilijkheden met rolvervulling- de cliënt heef moeite met de sociale rol (mijn kinderen
luisteren niet, ik kan de rekeningen niet betalen).
5. Problemen in verband met de sociale situate- door de veranderingen van een situate vallen
oude zekerheden weg (opname in een verzorgingshuis, scheiding, ontslag).
6. Problemen met besluitvorming- de problemen ontstaan als je een bepaald besluit moet
maken (zal ik gaan scheiden? Zal ik van school gaan?).
7. Reacteve emotonele nood- negateve emotonele gevoelens die ontstaan in een bepaalde
situate (depressiviteit door ontslag, verlatngsangst).
8. Onvoldoende hulpbronnen- gebrek aan bijvoorbeeld steun van familie, geld, onderdak,
vervoer, etc.
9. Overig- alle andere problemen zoals verslaving, concentrateproblemen, afwijkende
gewoonten, etc.
Er kunnen meerdere categorieën horen bij één probleem, er wordt dan gekeken naar waar het
probleem zich het meest voordoet. Voorbeeldd iemand heef geldproblemen, dit kan horen bijd 3,
4, 5 of 8. Kijk dan wat het belangrijkste probleem is voor de cliënt. Deze persoon heef veel
schulden staan en schuldeisers dreigen te komen met deurwaarders, dit hoort meer bij 3.
Probleemverlichtng
Bij explorate gaat het om het onderzoeken van de feitelijke omstandigheden, de relate van de
cliënt met de omgeving, de overtuigingen/wensen/emotes en het gedrag van de cliënt.
Er wordt niet altjd gekeken naar de oorzaak van een probleem. Je kijkt meer naar wat er voor
factoren meerspelen en hoe je hier iets aan kan doen. Het is ook niet de bedoeling dat het
probleem wordt opgelost.
Misverstanden over TGH zijnd
1. lleen bruikbaar bij concrete en materiële problemen
2. Is een vorm van gedragstherapie
3. Is een vorm van directeve therapie
4. Een hulpverlener geef de cliënt taken (taakgericht)
5. Een TGH’er is een technische probleemoplosser en afstandelijk
6. Kent een rigide (=star/stjf) werkmodel