Filosofie voor KI
Aantekeningen artikelen los van gestuurde samenvatting
J. R. Searle
Minds, brains and programs
Onderscheid tussen “zwakke en “sterke AI en de beweringen van sterke AI dat een
geprogrammeerde computer letterlijk cognitieve toestanden heeft en deze begrijpt. De
simulatie van verhalen door computers en hoe deze machines antwoorden kunnen geven op
vragen over restaurants.
Zwakke AI beschouwt computers als krachtige gereedschappen om hypotheses te formuleren
en te testen op een meer rigoureuze en precieze manier. Sterke Ai daarentegen beweert dat
de juist geprogrammeerde computer op een letterlijke manier over cognitieve staten
beschikt en daarom ook gezien kan worden als een geest/brein. In dit geval zijn de
programma’s niet alleen gereedschappen, maar dienen ze ook als een soort verklaring voor
menselijke cognitie.
Schank en de simulatie van verhalen bereiken: hij gebruikt zijn eigen programma’s om de
simulatie van verhalen te bereiken zoals de “script applier mechanism” en “conceptual
dependency”. Deze programma’s hebben voorkennis van het soort informatie dat betrokken
is bij het begrijpen van verhalen – zoals kennis van ‘scripts’ en de causaliteit, tijd, ruimte enz.
– en ze gebruiken deze kennis om relaties te construeren tussen de verschillende elementen
van het verhaal. Deze programma’s worden vervolgens gebruikt om vragen over de verhalen
te beantwoorden en de verhalen te genereren, waaronder het schrijven van verhalen in
natuurlijke taal. Volgens Searle hebben Schank’s machines een representatie van het soort
informatie dat menselijke wezens hebben over restaurants, waardoor ze in staat zijn om
vragen te beantwoorden over restaurants op een manier die we van menselijke vertellers
zouden verwachten. Wanneer de machine het verhaal over een restaurant krijgt en
vervolgens de vraag krijgt "heeft de man de hamburger gegeten?", zal de machine
antwoorden met "Ja, hij heeft de hamburger gegeten" omdat het 'begrijpt' wat dit betekent
in het kader van het verhaal over het restaurant, net zoals wij als menselijke wezens
hetzelfde zouden doen. Volgens de voorstanders van sterke AI bewijst dit dat de machine in
staat is om verhalen te begrijpen en vragen erover te beantwoorden, en dat dit ons begrip
van de manier waarop menselijke cognitie werkt, kan verduidelijken. Searle is het hier echter
niet mee eens en betoogt dat de twee claims die impliciet zijn bij deze redenering - dat de
machines letterlijk 'begrijpen' en dat deze de basis vormen van het menselijk begrip - niet
gerechtvaardigd zijn.
Searle’s standpunt ten opzichte van de beweringen van sterke AI: hij staat kritisch tegenover
sterke AI, zoals gedefinieerd als de bewering dat de juiste geprogrammeerde computer
letterlijk over cognitieve staten beschikt en daarom ook gezien kan worden als een
geest/brein. Searle betoogt dat het bestuderen van de geest/brein niet louter begrepen kan
worden in termen van machinefunctionaliteit. Sterker nog, hij betoogt dat de mentale
activiteit van een persoon veel meer behelst, namelijk waarneming, betekenisgeving enz.
waar machines geen equivalent van hebben. Volgens Searle kunnen computers weliswaar
blijk geven van intelligentie bij sommige taken, maar zij ontberen nog steeds het soort van
begrip en echte kennis dat mensen wel hebben. Zijn standpunt is dat de theorie die stelt dat
mindfuncties puur gebaseerd zijn op machinale functies, fundamenteel onjuist is.
, Tegenwerpingen die worden besproken:
- Searle’s argumenten bevatten een ontologische fout en gaan ervan uit dat er iets
mysterieus of onverklaarbaars is aan mentale processen. Sterke AI-modellen zijn
volgens deze tegenwerping juist in overeenstemming met de manier waarop onze
hersenen werken.
- Searle kan geen adequate alternatieven bieden voor sterke AI. Zijn kritiek op de
stelling van sterke AI is voornamelijk gericht op de beweringen dat de computers
letterlijk over geest/brein beschikken, maar biedt geen antwoorden op de vraag hoe
menselijke geest/brein precies functioneren.
- Searle’s chinese kamer gedachte-experiment wordt zelf verkeerd begrepen en dat er
andere interpretaties mogelijk zijn. Sommigen betogen bijvoorbeeld dat het
experiment in feite het gebrek aan begrip van de handelingscontext van de kamer-
operator aan het licht brengt, in plaats van tekortschietende machine intelligentie.
R. Descartes
Tweede meditatie
Wat kunnen we zeker weten over de wereld en onszelf, en hoe kunnen we dit bewijzen?
Descartes begint met het in twijfel trekken van alles wat hij eerder voor waarheid heeft
aangenomen. Hij realiseert zich dat zijn zintuigen hem soms bedriegen, dus hij twijfelt aan
de betrouwbaarheid van waarnemingen. Ook twijfelt hij aan de betrouwbaarheid van
dromen, omdat ze zo realistisch kunnen lijken, maar toch onwaar zijn. Dit leidt tot de
beroemde uitspraak "Cogito, ergo sum" (Ik denk, dus ik ben). Hij concludeert dat zelfs als al
zijn waarnemingen en gedachten bedrieglijk zijn, er ten minste één ding zeker is: dat hij
moet bestaan om te twijfelen. Het bestaan van twijfel impliceert het bestaan van een
denkend subject. Dit zelfbewustzijn, het bewustzijn van zijn eigen bestaan als een denkend
wezen, vormt voor Descartes het onbetwijfelbare fundament van zijn kennis.
G. Ryle
Descartes’ Myth
De officiële doctrine over de aard en plaats van de geest en de problemen die het oplevert
wordt behandeld. De doctrine komt voornamelijk van Descartes en stelt dat iedereen een
lichaam en geest heeft. Het lichaam wordt geregeerd door fysieke wetten is publiek, terwijl
de geest privé is en niet onderhevig is aan fysieke wetten en alleen direct wordt
waargenomen door de eigenaar van de geest.
De scheiding tussen lichaam en geest wordt vaak omschreven als de polariteit tussen
materie en bewustzijn. Materialistische objecten worden verondersteld in de fysieke ruimte
te bestaan terwijl mentale gebeurtenissen plaatsvinden in innerlijke geestelijke velden. Dit is
een metafoor omdat de beschrijving van de scheiding tussen lichaam en geest niet letterlijk
betekent dat ze volledig gescheiden zijn; noch dat er twee verschillende typen dingen zijn,
fysiek en mentaal, die bestaan in totaal onderscheiden gebieden. In werkelijkheid zijn het
lichaam en de geest zo sterk verbonden meet elkaar dat het merendeel van de mentale
processen afhankelijk is van het functioneren van het lichaam.
Een van de belangrijkste bezwaren die tegen de officiële doctrine worden ingebracht is dat ze
ervan uitgaan dat de geest iets immaterieels is en dus volgens sommige niet bestaat. Volgens
dit bezwaar is er geen scheiding tussen lichaam en geest omdat er alleen fysieke objecten of
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper iriscjansen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.