Tentamen Strafprocesrecht Dwangmiddelen 13 juni 2017, 14:00 – 17:00
Lees dit aangepaste fragment:
Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht, Zitngnlscate trecht
Parketnummer: 16/659860-14 (P)
Vsnnin van de meervsudige ntrafamer van 24 auguntun 2015 in de ntrafzaak tegen Hendrik de Vrien,
gebsren sp [1963] in Ranquert , (…)
2 Tenlastelegging
De tenlantelegging in aln bijlage aan dit vsnnin gehecht. De verdenking ksmt er, ksrt en feitelijk
weergegeven, sp neer dat verdachte:
Feit 1: zich aln medepleger nchuldig heef gemaakt aan hennepteelt in de perisde van 1 januari 2003 tst
en met 5 juli 2014 (Opzetelijke svertreding van artkel 3, snder B sf C, js. art. 11 lid 2 van de
Opiumwet)
Feit 2: zich aln medepleger nchuldig heef gemaakt aan diefntal van elektriciteit dssr middel van
braak/verbreking in de perisde van 1 januari 2003 tst en met 5 juli 2014 (art. 311 nub 4 en 5 Sr)
(…)
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De sfcier van juntte heef gevsrderd het ten lante gelegde, te weten - ksrt gezegd - medeplegen
van hennepteelt en diefntal van elektriciteit, wetg en svertuigend bewezen te verklaren.
4.2 Het standpunt van de verdediging
Er in nprake van een vsrmverzuim in de zin van artkel 359a van het Wetbsek van Strafvsrdering
waardssr verdachte in zijn belang in genchaad en uitnluitng van het hierna vergaarde bewijn dient te
vslgen. Na het betreden van de wsning van de verdachte hebben de verbalinanten een dssrzseking
uitgevserd zsnder dat zij daartse waren gemachtgd dssr een ntellage te vernchuiven sm tsegang te
verkrijgen tst een daarachter gelegen ruimte. (…)
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Het verweer ntrekkende tst bewijnuitnluitng
Blijkenn het prscen-verbaal van bevindingen, spgensmen sp pagina 25, in de wsning van de
verdachte sp grsnd van art. 9 Opiumwet binnengetreden ter spnpsring en inbenlagneming. De in het
dsnnier spgensmen machtging tst binnentreden van de wsning zsnder tsentemming van de
bewsner vsldset aan de dssr de Awbi gentelde einen. Eenmaal in de wsning hebben de
verbalinanten een ntellage vernchsven sm de tsegang tst een daarachter gelegen deur vrij te maken
en vervslgenn de daarachter gelegen ruimte te betreden, alwaar een in werking zijnde
hennepkwekerij in aangetrsfen. (…)
1
, Tentamen Strafprocesrecht Dwangmiddelen, 13 juni 2017
Vraag 1 (max. 5 punten)
Wan het snderzsek in de wsning, zsaln genchetnt dssr de rechtbank, rechtmatgg mag ervan uitgaan dat
het betreden genchiedde sp verdenking van spzetelijke svertreding van art. 3 snder B sf C van de
Opiumwet.
Antwoord 1.
De betredingnbevsegdheid van art. 9 Opiumwet legitmeert niet tst doorzoeking, maar hssguit tst
zoekend rondkijken. De vraag in derhalve sf de verrichte snderzseknhandelingen – het in de wsning
vernchuiven van een ntellage teneinde een daarachter gelegen deur vrij te maken, en de daarachter
gelegen ruimte te betreden – al dan niet aln ‘dssrzseking’ mset wsrden aangemerkt. Dat in niet het geval.
Eenmaal bevsegd in de wsning hadden de verbalinanten recht tst doorgang in de wsning. Dit in vantgelegd
in de Awbi. Art. 9 Awbi bepaalt: “Degene die bevsegd in zsnder tsentemming van de bewsner binnen te
treden, kan zich de tsegang tst sf de dssrgang in de wsning vernchafen, vssr zsver het dsel van het
binnentreden dit redelijkerwijn vereint.” Zie vssr een beventging hiervan de arresten ‘Geforceerde
tussendeur’ en ‘Dozen verschoven’. Het niet betrekken van art. 9 Awbi in het antwssrd ksnte een punt.
(max. 5 punten)
2. Stel: In de wsning, vóór het msment van vernchuiven van de ntellage, trefen de verbalinanten sp een
tafel in de wssnkamer een glimmende LG G2 nmartphsne die van de verdachte blijkt te zijn. Nu uit
TCI-infsrmate wan gebleken dat de hennepkwekerij waarnaar werd gezscht dssr de verdachte en
een andere pernssn wsrdt gedreven, hspen de verbalinanten via de telefssn zicht te krijgen sp de
identteit van die andere pernssn. De telefssn wsrdt sp grsnd van art. 96 Sv in benlag gensmen en
sp het bureau snderzscht. In het kader van dat snderzsek hsefden de verbalinanten nlechtn de
gevserde Whatnapp-genprekken dssr te nemen, smdat uit die Whatnappgenprekken al nnel bleek
met welke pernssn de verdachte namenwerkt. De genprekken werden ‘gelsgd’ (gearchiveerd),
waarna de telefssn al nnel terug ksn wsrden gegeven aan de verdachte.
Ter zitng hsudt de raadnman van de verdachte een vlammend betssg, waarin wsrdt gecsncludeerd
dat het snderzsek van de nmartphsne van de verdachte snrechtmatg wan. Vslgenn de raadnman in
snderzsek dssr verbalinanten van een privacygevselige gegevenndrager aln de nmartphsne niet
tsegentaan; de wet biedt daartse geen sf snvsldsende banin.
Vraag 2 (max. 5 punten)
Geef aan de hand van recente (en vssrgenchreven) jurinprudente van de Hsge Raad gemstveerd aan, sf
het ntandpunt van de raadnman juint in. Betrek in uw antwssrd de spmerkingen van de raadnman.
Antwoord 2
Vslgenn het recente arrent ‘Onderzoek smartphone’ in snderzsek aan inbenlaggensmen vssrwerpen
tsegentaan, en zijn gegevenndragern – csnfsrm sudere jurinprudente van de HR – daar niet van
uitgezsnderd. Opnpsringnambtenaren zijn bevsegd tst dit snderzsek; vssrafgaande tsentemming van een
R-C sf OvJ in in beginnel niet vereint. De spnpsringnambtenaren sntlenen hun bevsegdheid aan art. 94 lid 1
js. – in dit geval – art. 96 Sv, mint en vssr zsver de met het snderzsek namenhangende inbreuk sp de
privacy beperkt blijf. “Dit zal het geval kunnen zijn indien het snderzsek nlechtn bentaat uit het raadplegen
van een gering aantal bepaalde sp de elektrsninche gegevenndrager sf in het geautsmatneerde werk
spgenlagen sf benchikbare gegevenn.” Daarvan in in canu nprake, nu nlechtn de Whatnappberichten zijn
gencand met het ssg sp het vantntellen van de identteit van de vermsedelijke mededader. Het ntandpunt
van de raadnman in dun snjuint. NB: mede gezien de spmerkingen van de raadnman werd ntreng gelet sp
het aanwijzen van de juinte grsndnlag vssr het snderzsek aan de telefssn (art. 94 js. art. 96 Sv). (max. 5
punten)
2