GOEDERENRECHT
HOORCOLLEGE
WEEK 1A – VERHAAL EN VOORRANG
Goederenrecht <> Verbintenissenrecht
Goederenrecht wordt altijd afgezet tegen verbintenissenrecht.
Verbintenissenrecht
Waar het bij verbintenissenrecht altijd gaat om verbintenissen, rechtsbetrekkingen tussen
twee of meer betrokkenen op grond waarvan de een iets te vorderen heeft en de ander
recht heeft op een prestatie.
Goederenrecht
Bij goederenrecht is dat anders, wat te maken heeft met de aard en het karakter van het
goederenrecht; iemand die een rechtsverhouding heeft / in een relatie staat met iets
waartoe hij gerechtigd is, maar daardoor heeft hij ook een rechtsverhouding die die relatie
niet hebben. Er is dus ook een werking tegenover derden, je het voortdurend te maken met
rechten die kunnen botsen.
Zalco-arrest (Glencore I)
Het ging om Zalco, een aluminiumproducent, die heeft als zekerheid onder andere aan
Glencore, financiert, een pandrecht bij voorbaat gevestigd op de aluminium voorraad. Het
probleem was dat Zalco failliet ging, maar nog doorging met produceren. Er was dus een
hoeveelheid aluminium aanwezig dat verpand was aan de bank, maar daarna bleven de
ovens produceren waardoor er nieuw aluminium bijkwam en dat vermengde zich met het
aluminium waar een pandrecht op ruste.
Waarom is deze uitspraak bijzonder? art. 5:15 BW: bij vermenging verenigd
o Kan er een hoofdzaak worden aangewezen? Hier was een deel nieuwe
productie, dus geen hoofdzaak.
HR: dan krijg je een nieuw pandrecht op een aandeel in de nieuwe zaak (5:14 jo.
5:15)
Hoge energiekosten voor het produceren van het aluminium. Door de stop stolde
een deel van het aluminium in de ovens. Dit kan je er met geen mogelijkheid meer
uitkrijgen.
o Vervolg: Glencore II is dit dan een bestanddeel van de ovens?
Is het geen hele zaak, dan kan daar ook een pandrecht op rusten
Voorrecht? Art. 21IW? 3:285 BW?
,Eggens:
In waarheid geldt de eigendom – als rechtsbetrekking van persoon tot zaal – in de
rechtsbetrekkingen van die persoon (als eigenaar betrokken) tot andere personen, en wel als
de betrekkingen tot die anderen bepalend, en wel aldus bepalen dat in en door middel van de
eigendomsbetrekking het subject daarvan zich tot de andere verhoudt als eigenaar tot niet-
eigenaren van de betrokken zaak.
Omdat je een recht hebt op een goed, in dit geval eigendom op een zaak, en er ook
anderen zijn met wie je samenleeft en die een verplichting hebben om geen inbreuk
te maken op jouw eigendom, ontstaat er dus een ingewikkelde situatie tussen ‘waar
begint en eindigt jouw recht en hoe verhoudt zich dat tot de rechten van anderen?’
Verhaal
Een geldvordering die je wilt verhalen
Verhaal op gehele vermogen van de schuldenaar (3:276)
Paritas creditorum; iedere schuldeiser heeft gelijk recht om verhaal te nemen (3:277)
kan worden doorbroken door voorrang
Vb. je hebt iets verkocht aan iemand en je hebt geleverd, en je hebt voldaan aan jouw
verplichtingen als verkoper. Maar de koper betaalt niet, dan wil je die kosten verhalen.
Uitgangspunt is dat de schuldenaar instaat met zijn gehele vermogen, tenzij de wet of een
overeenkomst anders bepaalt
In principe dient het vermogen van de schuldenaar als waarborg van de schulden en
niet in principe de goederen van derden
3:276
Op alle goederen van de schuldenaar, tenzij…
Uitzondering op grond van de overeenkomst; 'bepaalde goederen kunnen niet
worden verhaald;
Uitzondering op grond van de wet; bijv.
o Art. 447 Rv: o.a. huisraad, kleding en aanwezige voorraad levensmiddelen
o Art. 475a/475b jo. 475c BW: beslag vrije voet, bij beslag op loonvorderingen
Soms ook op goederen van derden: bijv.
o Retentierecht; 3:292
Als de schuldenaar als eerste moet presteren, kun je jouw prestatie
opschorten tegen wie kan het retentierecht worden uitgeoefend?
o Fiscus: bodemrecht (art. 22 lid 3 IW)
o Derdenpand/derdenhypotheek; onder omstandigheden kan de
pand-/hypotheekhouder verhaal nemen op goederen die eigenlijk niet
behoren tot de schuldenaar
Het nemen van verhaal:
Bevoegdheid nemen van verhaal; je moet crediteur/schuldeiser zijn
Executoriale titel vereist (430 Rv); veroordelend vonnis die als grondslag kan bieden
om verhaal te bieden
Executoriaal beslag (439 Rv)
Openbare verkoop (463 Rv)
, Verdeling opbrengst (480 Rv)
3:277
Paritas creditorum; gelijkheid van schuldeisers
Netto-opbrengst wordt verdeeld
Naar evenredigheid van ieders vordering
Uitzonderingen:
o Achtergestelde vordering (3:277 lid 2)
Dit zal met name spelen in de situatie wanneer de opbrengst onvoldoende is om alle
schuldeisers te voldoen
Vb. Twee schuldeisers (a en b) op X A heeft 20.000 te vorderen, B 10.000. Wordt executoriaal
beslag gelegd op een auto. Via openbare verkoop levert deze 15.000 op. Hoe moet dit
verdeeld worden onder de schuldeisers? (Volgens de regels van 3:277)
Het is niet voldoende om beide te voldoen, dus in dit geval verdelen naar
evenredigheid: i.c. 1/3, 2/3 5000 (b), 10.000 (a)
Is er ook een normatieve kracht? Of mag je als schuldeiser gewoon doen wat je wil? Moet je
rekening houden met andere schuldeisers? Dit valt mee, in principe mag schuldeiser
gewoon verhaal nemen, hij hoeft zich daarbij niet veel aan te trekken van andere
schuldeisers. In gevallen kan redelijkheid en billijkheid eisen dat je wel rekening houdt met
de andere schuldeisers.
Unitco-arrest
Unitco is een schuldeiser van H en na verhaal middels executie blijft er nog een bedrag van €
400.000 en dan heeft Unitco bij de rb Limburg een verzoek ingediend tot faillietverklaring
van H. De rb heeft faillissement uitgesproken en tegen dit vonnis is hb ingediend, maar
bestreden vonnis wordt hier bekrachtigd. Er wordt cassatie ingesteld en een van de verweren
van H is dat hij inmiddels de steunvordering betaald zijn door een derde.
Als je maar een schiuld hebt, kun je niet failliet worden verklaard. Je hebt dus
meerdere steunvorderingen nodig, wil je failliet kunnen worden verklaard.
Faillissement is een vrij ingrijpend middel is voor de schuldenaar als er maar 1
schuld is, je moet als schuldeiser maar verhaal nemen
Ex nunc-toetsing; zij had dus niet failliet moeten worden verklaard omdat de
steunvorderingen zijn voldaan, maar dat levert volgens Unintco een doorbreking op
van de paritas creditorum; betaling van steunvordering door de derde is dat dan
ontoelaatbaar?
HR: derden staan in beginsel vrij steunvorderingen te voldoen. Dit levert geen
doorbreking van paritas creditorium op. Ook niet indien de vordering van de
aanvrager van het faillissement onbetaald blijft of daarvoor geen zekerheid wordt
gesteld. De paritas creditorum ziet immers op de gelijke behandeling waarop
schuldeisers aanspraak hebben bij de voldoening van hun vordering uit de opbrengst
van de goederen van de schuldenaar. Hier werd de steunvordering niet betaald uit
het vermogen van de failliet maar door een derde, en dat is geen doorbreking van de
paritas creditorum; ook al is die ene partij nu niet betaald.
Faillissement
, Toestand van te hebben opgehouden te betalen (1 Fw)
Het gehele vermogen van de schuldenaar wordt uitgewonnen (20 Fw)
Schuldenaar verliest beheer en beschikking over zijn vermogen (23 en 24 Fw)
de curator wordt hiervoor aangesteld
Individuele belangen vervallen (33 Fw)
Als er meerdere schuldeisers zijn, is het makkelijker om iemand failliet te laten verklaren;
met het oogmerk om het vermogen van de schuldenaar uit te winnen en de opbrengst te
verdelen onder de schuldeisers
In de Romeinse tijd kon je ook als persoon instaan voor jouw schulden en ook tot vrij recent
was dat het geval.
19e eeuw Engeland: bankrupty (alleen voor handelaren) en solvency. Schande om in die tijd
insolvent te zijn en je kon dus zelfs de gevangenis ingaan, dit omdat je
Bankrupty; heel vermogen gebruikt om schulden te vereffenen, gold alleen voor
handelaren anders solvency
Schuldeiser kon niet op al jouw vermogen beslag leggen; wel op roerende zaken,
maar niet op vorderingen of geld
“Geld kan je niet verkopen, dus niet vatbaar voor beslag”
Was de schuld door de rechter bewezen en de schuldenaar tot betalen veroordeeld,
dan kon hij gearresteerd worden ter medewerking van verhaal of ter genoegdoening
van de schuldeiser als er niets was om op te verhalen; arrest on final proces
Voorrang
3:278 e.v.
Vloeit voort uit:
o Voorrecht
o Pand en hypotheek
o Andere gronden in de wet aangegeven
Bijv. 6:107 en Vormerkung
Gesloten stelsel van voorrangsrechten
Lid 2. Voorrechten ontstaan alleen uit de wet. Zij rusten op bepaalde goederen of op alle tot
een vermogen behorende goederen.
Vb. Twee schuldeisers (a en b) op X A heeft 20.000 te vorderen, B 10.000. Wordt executoriaal
beslag gelegd op een auto. Via openbare verkoop levert deze 15.000 op. Nu heeft B een
voorrecht, omdat hij de auto gerepareerd heeft (3:285 BW). Veranderd dit de verdeling?
Ja, want B heeft voorrang boven A. Doorbreking paritas creditorium. B ontvangt
10.000, A ontvangt de resterende 5000
Verkeersregels
Deze regels zijn van belang wanneer opbrengst onvoldoende is om alle schuldeisers te
voldoen.
Art. 3:279 BW Pand en hypotheek gaan VOOR het voorrecht, tenzij wet anders
bepaalt