Wk1
A Gloomy Picture … – Euser et al., 2015
Programma’s gericht op voorkomen kindermishandeling
- Nurse-Family Partnership (NFP) Voor vrouwen die niet getrouwd zijn en/of laag
inkomen (ook eventueel zonder dit). 80% minder KM, maar effect verdwijnt na 2jr.
- Parent-Child Interaction Therapy (PCIT) voor gezinnen, 14 wkn training. Effectief
in verminderen gedragsproblemen kind, minder fysieke mishandeling en
verbeteren opvoedvaardigheden.
Resultaten meta-analyse:
- 5 vd 20 effectief: Engaged Moms Program (EMP), SOS, Multisystemic Therapy for
Child Abuse and Neglect (MST-CAN) en PCIT met en zonder individuele services).
PCIT in zijn originele vorm had de grootste effectgrootte.
- Programma’s gericht op opvoedingstraining, met of zonder steun van ouders,
significant effectiever dan programma’s die alleen steun bieden
- Programma’s met gem. aantal sessies (16-30 sessies) significant effectiever dan
programma’s met minder of meer sessies.
- Alleen programma’s met duur van 6 tot 12 mnd significante effectgroottes dan
programma’s met een duur korter dan 6 maanden of langer dan 12 maanden.
- Programma’s zijn significant effectiever in een mishandelende doelgroep dan in de
risico groep.
- Programma’s gericht op oudere kinderen grotere effectgroottes
- Programma’s die ouderschapstraining gaven grotere effectgroottes dan
programma’s die alleen steun boden aan de ouders
- Leeftijd kind tijdens start van programma significante moderator wanneer er
gecontroleerd werd voor jaar van publicatie en steekproefgrootte.
- Effect van programma’s in voorkomen of verminderen van KM veranderde niet
over tijd. Dit resultaat is echter gebaseerd op slecht 6 onderzoeken.
Conclusie MA heeft aangetoond dat interventies over algemeen sign. effecten hebben
op voorkomen en verminderen KM.
The effect of Voorzorg … -- Mejdoubi et al., 2015
Voorzorg NL versie van Nurse-Family Partnership (NFP)
- Evidence based, gericht op primaire preventie KM
- Hoogzwangere vrouwen tot 2e levensjaar kind
- RCT Amerika blijkt effectief KM op 2jr en op 15 jr minder
RCT Voorzorg
- Criteria: jonger dan 26, 1e zwangerschap, laag opleidingsniveau, max 28 wkn
zwanger, begrip van NL taal
- Constructen: rookgedrag tussen 16-28 wkn, 32 wkn en 2mnd na geboorte,
negatieve zwangerschapsuitkomsten (geb. gewicht en aantal wkn bij geboorte),
borstvoeding, partnergeweld, ontw. Kind op 18 en 24 mnd en KM
Uitkomsten:
- Significant minder rapportages (zwangerschap tot 3 jr) bij groep met Voorzorg
- Van 6- 18 mnd namen totale scores op IT-HOME in beide groepen toe (positievere
omgeving). Verschillen tussen groepen niet significant
- 24 mnd na geboorte totale scores op IT-HOME significant hoger voor groep met
Voorzorg (pos omg)
- Op 24 mnd kinderen met Voorzorg sign minder internaliserende
gedragsproblemen dan kinderen uit controlegroep (reguliere zorg). Geen
significant verschil externaliserende gedrasproblemen.
,Conclusie Voorzorg = effectieve interventie voor zwangere vrouwen waarbij KM
voorkomen wordt, omgeving wordt verbeterd en invloed geeft op gedragsproblemen vd
kinderen.
Erkenning van interventies … -- Gelink et al., 2018
Algemene doel beoordelingssysteem is kwaliteitsverbetering van interventies.
Erkenningsniveaus:
- Goed beschreven (beoordeling door 2 praktijkbeoordelaars en 1 expert) Doel,
doelgroep, aanpak, randvoorwaarden, overdraagbaarheid, ervaring met uitvoering
en beschikbare materialen goed beschreven. Inzicht in uitvoeringsaspecten nodig.
3 jaar geldig.
- Goed onderbouwd (beoordeeld door 3/4 leden van onafhankelijke commissie van
vertegenwoordigers uit de wetenschap, praktijk en beleid: de
Erkenningscommissie Interventies) Het oordeel ‘Goed onderbouwd’ geeft aan
dat een interventie theoretisch goed in elkaar zit en gebaseerd is op bestaande
(empirische) kennis, maar dat er nog geen of onvoldoende onderzoek naar de
effectiviteit ervan beschikbaar is. 5 jaar geldig
- Effectief (beoordeeld door 3/4 leden van onafhankelijke commissie van
vertegenwoordigers uit de wetenschap, praktijk en beleid: de
Erkenningscommissie Interventies) Een interventie krijgt het oordeel ‘Effectief’
indien uit effectonderzoek blijkt dat de interventie haar doelen bereikt. 5 jaar
geldig
Eerste aanwijzingen voor effectiviteit
Goede aanwijzingen voor effectiviteit
Sterke aanwijzingen voor effectiviteit
Criteria van uitvoerbaarheid Bij de beoordeling van de uitvoerbaarheid gaat het in
eerste instantie om een volledige en duidelijke beschrijving van de aspecten die van
belang zijn voor de uitvoering van een interventie (overdraagbaarheid en
randvoorwaarden). Waardering van gebruikers, succes- en faalfactoren. Procesevaluatie
Wk 2
Parents with intellectual disabilities seeking … -- Meppelder et al., 2014
Ouders met MID verhoogd risico KM en verwaarlozing. Deze ouders ervaren meer
bronnen van stress, mentale problemen, vaker geschiedenis van misbruik en
verwaarlozing. Indien geen hulp gezocht wordt dit door prof als risicofactor gezien.
Resultaten:
- Ouders wachtte langer met steun zoeken bij prof dan bij informele netwerk
(verschillen significant)
- Korter bedoelde latentie om professionele steun te zoeken geassocieerd met
kortere gedragsvertraging om professionele steun te zoeken
- Beter werkende alliantie niet significant geassocieerd met kortere
bedoelde/gedragsmatige latentie om professionele steun te zoeken (tegen
verwachting in)
- Hogere niveaus opvoedingsstress significant geassocieerd met korter bedoelde
latentie om professionele steun te zoeken
- Hoger aanpassingsvermogen van ouders significant geassocieerd met beter
wekende alliantie
- Geen verband tussen zoeken naar ondersteuning van professionals en werken in
allianties tussen ouder en professional in multivariate analyse.
- Zoeken naar steun bij professionals werd geassocieerd met opvoedingsstress;
ouders met hogere stress zochten sneller hulp.
, - Werkende alliantie geen directe associatie met zoeken naar ondersteuning, maar
voorspelde beoogde ondersteuning voor ouders met weinig toegang tot informele
steun.
- Werkalliantie, in interactie met de omvang van het informele
ondersteuningsnetwerk, was significant voorspellend voor beoogde ondersteuning
van professionals.
- Goede kwaliteit van de werkalliantie ging samen met een kortere latentie om
professionele ondersteuning te vragen, vooral als het informele
ondersteuningsnetwerk klein was.
- Gedragsondersteuning zoeken bij professionals was niet significant geassocieerd
met werkende allianties, opvoedingsstress of informele netwerkgrootte.
- Interactietermen van opvoedingsstress en informele netwerkgrootte met
werkalliantie waren ook niet significant in de voorspelling van gedragsmatige
steun zoeken bij professionals.
Conclusie Deze studie toonde aan dat ouders met MID langer wachten op professionele
ondersteuning dan op
informele ondersteuning, in hypothetische en levensechte situaties. Werkalliantie,
opvoedingsstress en informele steun werden niet direct geassocieerd met daadwerkelijk
steunzoekend gedrag.
Shannon, J., Wilson, N. J., & Blythe, S. (2023). Children with Intellectual
and Developmental Disabilities in Out-of-Home Care: A Scoping Review
Kinderen met intellectuele en ontwikkelingsstoornissen verhoogd risico op betrokkenheid
kinderbescherming en plaatsing jeugdzorg
Meta-analyse van 18 studies Bevindingen:
- Kinderen met IDD verhoogd risico op plaatsing in pleegzorg, vaak als gevolg van
mishandeling. Ze worden ook vaker in residentiële zorg geplaatst en lopen een
hoger risico op seksueel misbruik in pleegzorginstellingen.
- Ouders van kinderen met IDD overwegen vaker vrijwillige plaatsing vanwege
complexe zorgbehoeften.
- Over het algemeen tonen de bevindingen verschillen in zorgbehoeften en
uitdagingen voor kinderen met IDD in vergelijking met niet-gehandicapte kinderen
in kinderbescherming en pleegzorg.
Conclusie Opvallend is de overweldigende hoeveelheid gegevens die extra problemen
rapporteert voor deze kinderen in elke fase van de CP- en OOHC-reis. Het meest
opvallende resultaat is het gemelde gebrek aan adequate ondersteuning, training en
middelen voor kinderen met IDD, hun families en hun verzorgers in het OOHC-systeem.
Sterenborg, T., van Nieuwenhuijzen, M., Wissink, I. B., Zijlstra, A., &
Stams, G. J. J. M. (2023). Explaining risk factors for successful family
supervision orders: families with intellectual disabilities in child
protection in the Netherlands.
Artikel 19 IVRK Het belang van bescherming van kinderen tegen mishandeling wordt
benadrukt.
Onsuccesvolle OTS wordt gedefinieerd als een langdurig traject waarbij ernstige zorg aan
het einde noodzakelijk is, zoals tijdelijke of permanente uithuisplaatsing en beëindiging
van het ouderlijk gezag.
Het onderzoek beoogt factoren te identificeren die verband houden met de duur
en het succes van een OTS, met specifieke aandacht voor gezinnen met MBID.
Mensen met MBID hebben vaak meer moeite met begrijpen van abstracte
concepten, meer problemen met informatieverwerking en hebben langere en continue
