Gezondheidsrecht
Uitwerkingen hoorcolleges
Radboud Universiteit
februari – juni 2018
© Rianne Bockhoven
,College 1 | 07 februari 2018
Inleiding gezondheidsrecht
___________________________________________________________________________
Inleiding en actualiteiten: de Donorwet
Wij gaan een stemming houden, als Eerste Kamer, of de Donorwet een wet wordt of niet. Iedereen mag zelf
bepalen wat er gebeurt met zijn/haar organen na de dood en dat kun je laten vastleggen in het Donorregister.
Als je het niet laat vastleggen, dan bepalen de nabestaanden. Elk jaar sterven er 150 mensen op de wachtlijst,
omdat zij niet op tijd een orgaan hebben gekregen. Pia Dijkstra heeft een wetsvoorstel gedaan om de
orgaandonatie te voorspoedigen. Het wetsvoorstel houdt nog steeds in dat mensen zelf kunnen vastleggen wat
er met de organen gebeurt, maar als ze dan niks invullen, dan heb je automatisch geen bezwaar tegen
orgaandonatie. Het laatste woord blijft dan bij de nabestaanden; als zij dan toch bezwaar hebben tegen
orgaandonatie, dan mag dat alsnog worden tegengehouden. De nabestaanden kunnen dan alsnog de doorslag
geven. Formeel hebben de nabestaanden geen vetorecht en in theorie zou de medicus het bezwaar van de
familie naast zich neer kunnen leggen.
Kengetallen gezondheidszorg
▪ De kosten van de zorg zijn circa 95.000.000.000 (dat is 14% van het BNP).
▪ De zorg kent een getal van 1.400.000 FTE. De zorg is de grootste werkgever in Nederland. Er zijn 61.000
artsen, waarvan 21.000 medisch specialisten. Er zijn 177.000 verpleegkundigen.
Er zijn 79 ziekenhuisorgansaties, waaronder 8 UMC’s. Er zijn 65 categorie-instellingen (instellingen die zich
richten op bepaalde personen/ziektes) en 231 zelfstandige behandelcentra.
▪ Er zijn 64 miljoen zorgcontacten met de huisarts, 31 miljoen met een medisch specialist, 36 miljoen met
tandarts en 1.8 miljoen ziekenhuisopnames per jaar.
▪ Per jaar zijn er ongeveer 1500 klachten die naar het Tuchtcollege gaan.
De deelname aan de gezondheidszorg neemt toe door de dubbele vergrijzing: de mensen worden ouder en
méér mensen worden oud.
Gezondheidsrecht
Vroeger werd het gezondheidsrecht ook wel ‘medisch recht’ genoemd. Medisch recht lijkt het doen voorkomen
alsof het alleen om artsen gaat en dat is volstrekt niet het geval volgens Dute. Het gezondheidsrecht gaat over
alle rechtsregels die iets te maken hebben met de zorg voor de gezondheid. Het gezondheidsrecht is een vak
dat is gespecificeerd tot een object: de zorg. Het gezondheidsrecht bestaat uit algemene internationale,
burgerlijke, bestuurs, en strafrechtelijke regels. Daarnaast bestaan er ook nog de specifiek op de zorg gerichte
regels.
Uitgangspunten binnen het gezondheidsrecht (twee pijlers volgens Leenders)
- het recht op zelfbeschikking; het zelf mogen bepalen wat er met je leven gebeurt.
- het recht op de gezondheidszorg; de overheid moet ons in staat stellen om van onze gezondheid te kunnen
genieten. Er moeten voorzieningen zijn om de gezondheid op peil te houden.
Over die uitgangspunten is de nodige discussie over geweest tussen Leenen en Sluyters. Sluyters stelde dat er
geen beginselen waren in het gezondheidsrecht. Er zijn alleen algemene beginselen van het burgerlijk,-
bestuurs,- en strafrecht. Dute staat toch meer aan de kant van Leenen. Toen Leenders begon, was er een
uitgangspunt nodig - een normatief kader. Het vak heeft wel enige sturing nodig en dat vinden we in de
beginselen. Als je de beginselen niet hanteert, wat is dan de gezondheidszorg nog? Het gezondheidsrecht heeft
altijd iets te maken met het voortbouwen op deze beginselen. Het zijn echter niet de enige beginselen; zo zijn
er ook nog het gelijkheidsbeginsel en het beschermingsbeginsel.
, Zelfbeschikkingsrecht
Het zelfbeschikkingsrecht is een individueel grondrecht. Het is het recht om het leven naar eigen inzicht in te
richten. Daar zitten nog verschillende aspecten aan: afwering van de overheid (de overheid heeft zich niet te
bemoeien met onze keuzes) en ontplooiing (de overheid moet voor omstandigheden zorgen zodat je het
zelfbeschikkingsrecht kunt ontwikkelen).
Het zelfbeschikkingsrecht komt als zodanig niet in de wet voor, maar wel in de rechtspraak van het EHRM.
Daarin is het zelfbeschikkingsrecht als volmondig erkend. Er zijn wel onderdelen van het zelfbeschikkingsrecht
in andere wetsartikelen neergelegd (zoals het recht op lichamelijke integriteit en het recht op privacy).
Inbreuken dienen niet verder te gaan dan nodig.
Er is ook kritiek geweest op het zelfbeschikkingsrecht: men moet niet teveel losgeslagen worden. Zoals al ons
gedrag zijn we natuurlijk ingekaderd door de maatschappelijke zorgvuldigheid; men zal altijd rekening moeten
houden met (de belangen van) anderen.
Beschermingsbeginsel
Dit is de noodzakelijke component voor het zelfbeschikkingsrecht. Om het zelfbeschikkingsrecht te kunnen
uitoefenen, moet je dat wel daadwerkelijk kunnen. Voor mensen die niet in staat zijn om het
zelfbeschikkingsrecht uit te oefenen, moet de overheid voorzieningen voor treffen, zodat zij daarvan niet een
negatieve consequentie van ondervinden. Hierbij moet worden gedacht aan kinderen en mensen met een
geestelijke stoornis. Mensen mogen niet aan hun lot worden overgelaten.
Patiëntenrechten
Patiëntenrechten zijn een uitdrukking van het zelfbeschikkingsrecht. Je hebt patiëntenrechten in het algemeen,
die tot uitdrukking komen in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO; BW). Er spelen
ook patiëntenrechten in specifieke situaties, die bijvoorbeeld tot uitdrukking komen in de Wet op de medische
keuringen, de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen, de Wet op de orgaandonatie en de Wet
BOPZ, etc. Tot slot zijn er bijzondere situaties, die worden geregeld in bijvoorbeeld de Wet afbreking
zwangerschap en de Euthanasiewet.
Recht op gezondheidszorg
De overheid moet maatregelen treffen in het licht van de volksgezondheid (artikel 22 Gw). Het recht op
gezondheidszorg is neergelegd in artikel 11 ESH, artikel 12 IVESCR en artikel 3 Verdrag inzake de Rechten van
de Mens en Biogeneeskunde. Gaat het dan om een recht op gezondheid of recht op de gezondheidszorg? De
meeste mensen in Nederland kiezen voor het recht op de gezondheidszorg. Gezondheid wordt niet alleen
bepaald door de gezondheidszorg. Het wordt door allerlei factoren bepaald. Het recht kan gezondheid niet
garanderen. Dute is het daar niet mee eens; maar je moet er dan wel rekening mee houden dat gezondheid
door meerdere factoren wordt bepaald. Niemand is geïnteresseerd in de gezondheidszorg, maar in de
gezondheid. Het recht op gezondheidszorg is een sociaal grondrecht, dus als zodanig niet afdwingbaar.
Het recht op gezondheidszorg kent een collectieve dimensie (bescherming en bevordering van de
volksgezondheid) en een individuele dimensie (preventie, behandeling en zorg). Het bevolkingsonderzoek is een
individuele dimensie, omdat het sterk is gericht op het individu. Het wordt weliswaar collectief georganiseerd,
maar het valt toch echt onder de individuele dimensie.
In de literatuur is de volgende stelling ontwikkeld. “De overheid dient zorg te dragen voor een:
kwalitatief goede, functioneel beschikbare en geografische bereikbare, financieel toegankelijke
gezondheidszorg”. Daarnaast moest de zorg betaalbaar zijn. Deze eisen zijn neergelegd en tot stand gekomen
in een aantal wetten.